Vicedecaan Hubertus Irth geeft zijn visie op de huidige stand van zaken rondom de reorganisatie van de faculteit Aard– en Levenswetenschappen nu de ondernemingsraad de gang naar de rechter heeft afgeblazen.
Heeft het bestuur concessies gedaan om de ondernemingsraad te laten afzien van een rechtszaak?
“We hebben de afgelopen periode stevig onderhandeld. De afspraak is dat we het hele proces nog eens gaan evalueren. Daar komt een commissie voor met leden die door de ondernemingsraad en het bestuur worden voorgedragen. Die twee samen wijzen een onafhankelijke voorzitter aan. Kijk, een belangrijk deel van de onvrede komt voort uit hoe het proces zelf is verlopen. Niet zozeer uit de noodzaak dat we flink moeten bezuinigen en reorganiseren. En dat daarvoor maatregelen nodig zijn die pijn doen.”
Kan die commissie nog zaken aanpassen?
“Nee, dat niet. Het gaat er om het vertrouwen in elkaar te versterken en om te leren hoe we in de toekomst dingen beter kunnen aanpakken. De mensen op de faculteit hebben enorme behoefte om zekerheid te krijgen over waar we naar toe gaan. De aankondiging van de reorganisatie is al een jaar geleden gedaan. Door een gang naar de Ondernemingskamer had het proces nog langer geduurd. Nu kunnen we verder met plannen voor de toekomst en de moeilijke kanten van de reorganisatie, het afscheid nemen van collega’s, voor september afronden. Uiteraard continueren we onze inspanningen om medewerkers van werk naar werk te helpen.”
Maar de reorganisatie is de facto nu toch al in uitvoering?
“Wat gebeurt, is dat op basis van vrijwilligheid afspraken worden gemaakt met individuele medewerkers die mogelijk hun baan verliezen. Uitgangspunt daarvoor is het sociaal plan dat met de vakbonden is afgesproken. We hebben een jaar uitgetrokken om voor de ongeveer dertig mensen die boventallig worden een oplossing te vinden, liefst in de vorm van een andere baan in of buiten de VU. Met ongeveer de helft van de betrokkenen zijn we zover dat een akkoord is bereikt of in het verschiet ligt. En hopelijk hebben we voor de zomer met iedereen een afspraak waar we wederzijds mee kunnen leven.”
Titanic
De actiegroep Titanic maakt zich vooral zorgen over het onderwijs, zoals bij de opleiding aardwetenschappen. Is dat terecht?”
“We hebben gezegd dat de opleiding aardwetenschappen bij de strategische portefeuille van de faculteit hoort. En daarmee heeft het dezelfde status als onze andere opleidingen. We zijn zeker niet van plan die opleiding af te bouwen. Wel zullen er veranderingen komen. Op verzoek van de ondernemingsraad hebben we nu het voortbestaan van die opleiding voor vijf jaar gegarandeerd. Maar we zijn van plan ook na die tijd door te gaan. Alleen weet niemand hoe de wereld er dan uitziet.”
En de master hydrologie?
“We werken aan een doorstart van die master, maar dan op een bredere basis onder de noemer Amsterdam Water Science, samen met collega’s van de UvA en ingebed in meerdere afdelingen van de faculteit. De bedoeling is dat die master in september al van start gaat. Daar zal ook expertise van de huidige master hydrologie in worden ondergebracht. We hebben afgesproken dat die master vijf jaar de tijd krijgt om zijn bestaansrecht te bewijzen. De afspraak is ook dat de studentenraad instemmingsrecht heeft over het onderwijsplan voor de nieuwe master.”
Dus de studenten hebben ongelijk?
“Nu ja, de studenten hebben gelijk dat het om hele goede opleidingen gaat. Maar onze faculteit kent alleen maar goede opleidingen en hoogwaardig onderzoek. Daar zit het probleem niet. Er is een groot financieel probleem. En de budgetten van de afdelingen zijn communicerende vaten. Als er één structureel een tekort heeft, draaien de anderen daarvoor op. Het bestuur is verantwoordelijk voor alle drieduizend studenten aan de faculteit en niet alleen voor die van aardwetenschappen en hydrologie. Nu zijn er al opleidingen die echt te weinig docenten hebben. Daar moeten we ook wat aan doen. Wel geven we de garantie dat alle huidige studenten op hoogwaardig niveau hun opleiding kunnen afmaken.’’
Milieu
En hoe staat het met het Instituut voor Milieuvraagstukken?
“Dat willen we meer inbedden in de rest van de faculteit. We werken aan het cluster Earth, Environment and Ecology en hierin zal IvM een belangrijke rol spelen. We willen meer cohesie in dit domein aanbrengen, dat past goed bij het VU-speerpunt Science for Sustainability. We willen naar een academisch instituut op dat gebied met een goede balans tussen onderwijs, fundamenteel en toegepast onderzoek.”