Universiteiten en hogescholen krijgen van het kabinet 20 miljoen euro voor 1.200 tijdelijke banen van hooguit een half jaar. Dit moet het hoger onderwijs enige verlichting bieden in de coronacrisis.
De hogescholen kunnen zevenhonderd mensen aannemen en de universiteiten vijfhonderd, schrijft minister Van Engelshoven aan de instellingen. Grote instellingen krijgen meer geld, kleine minder.
Het gaat om ondersteunende banen, schrijft de minister, zoals surveillanten of student-assistenten voor begeleiding bij practica. Denk ook aan helpdeskmedewerkers, ict-ondersteuners en communicatiemedewerkers. Ook kunnen de instellingen misschien hulp gebruiken bij het handhaven van de coronaregels of het anders inrichten van practica-ruimtes.
“In deze lastige tijden hoop ik hiermee alle hogescholen en universiteiten te steunen in het doorgaan met het geven van kwalitatief goed en veilig onderwijs, zowel online als op de campus”, aldus de minister.
Behoefte
Het gaat om banen met een salaris van hooguit 120 procent van het minimumloon. Voor iemand van 21 jaar of ouder is dat minimumloon 1.685 euro, dus voor de tijdelijke banen in het hoger onderwijs krijg je 2.022 euro bruto per maand betaald.
Ter vergelijking, een promovendus verdient minstens 2.395 euro per maand en een hoogleraar tussen de 5.749 en 10.106 euro per maand.
De behoefte aan deze ondersteunende medewerkers is groot, schrijft Van Engelshoven, want ondanks de coronacrisis volgt 20 à 30 procent van de studenten praktijkonderwijs op de campus.