Wat is er zo mooi aan het bewegings-apparaat?
“Voor mij zit het in de combinatie van sport en medisch specialisme. Ik heb zelf op hoog niveau gehockeyd en weet hoe belangrijk het is dat het bewegingsapparaat goed functioneert. Eind vorig jaar begon ik aan mijn semi-artsstage en kwam ik voor het eerst echt in aanraking met dit specialisme. Op een ochtend stond ik om 6 uur ’s ochtends onder de douche en besefte ik dat ik met plezier was opgestaan en zin had om aan de slag te gaan. Daarmee kwam ook het besef dat het zo zonde is dat ik tijdens mijn bachelor en master weinig geïnspireerd ben om iets te doen met het bewegingsapparaat.”
Jij besloot: dat moet anders.
“Absoluut. Bij mij kwam het bij toeval alsnog op mijn pad, maar bij veel anderen niet. In VUmc is geen afdeling orthopedie meer, die is gevestigd in het AMC. Ook tijdens de studie wordt er amper aandacht aan besteed. Sportgeneeskunde, een nieuw specialisme, is helemaal geen onderdeel van het curriculum. Daarom heb ik de Vereniging voor Jong Orthopedisch en Sportgeneeskundig Nederland, Vejos, opgericht. Als er van bovenaf geen verandering komt, dan maar van onderop.”
Meer info op de site vejos.nl
Wat hoop je daarmee precies te bereiken?
“We proberen meer mensen geïnteresseerd te krijgen in het bewegingsapparaat. Ook willen we de vakgebieden orthopedie en sportgeneeskunde meer met elkaar verbinden. Als de wederzijdse kennis groeit, kunnen ze elkaar versterken. Voor de patiënt zouden meer combi-poli’s, compleet met fysiotherapeuten, een uitkomst kunnen zijn. We richten ons met Vejos op geneeskundestudenten na hun bachelor, basisartsen en arts-onderzoekers. Een doelgroep die nog alle kanten op kan. Hopelijk kunnen we ze inspireren om uiteindelijk orthopedisch chirurg of sportarts te worden.”
Verbinden en inspireren dus. Hoe wil je dat doen?
“Ten eerste door het opstellen van toegankelijk en educatief extracurriculair materiaal. Denk bijvoorbeeld aan een maandelijkse lezing, workshop of masterclass. Niet in een stoffig zaaltje achteraf, maar op de KNVB-campus of in een kliniek. Dan kunnen studenten de sfeer proeven en krijgen ze een uniek inkijkje in de wereld van het bewegingsapparaat. Ten tweede door een betere samenwerking met de medische industrie, dus bijvoorbeeld met een producent van kniebraces. Zo’n samenwerking wordt vaak als vreemd gezien, omdat die organisaties een commercieel doel hebben. Een gemiste kans, want de industrie is verantwoordelijk voor veel innovaties.”
Dat klinkt alsof je een groot netwerk in de medische wereld nodig hebt. Hoe heb je dat aangepakt?
“Ik ben via LinkedIn bedrijven en medisch specialisten gaan aanschrijven. Gewoon zoeken op termen als accountmanager en general manager en vragen of we een keer konden praten. Tot mijn eigen verbazing kreeg ik vaak dezelfde dag – en soms al binnen een uur – een reactie: leuk initiatief, kom langs. Zo was ik ineens in gesprek met de general manager van Arthrex, een internationaal bedrijf in medische appratuur. Daarmee heeft Vejos nu een partnership. Binnen de kortste keren hadden we ook een advisory board samengesteld met onder anderen de chef-arts van NOC-NSF en de clubarts van PSV.”
Jij hebt in korte tijd veel voor elkaar gekregen.
“Er bleek veel animo te zijn voor een nauwere samenwerking en zo’n kweekvijver voor talent. Ik heb er hard voor gewerkt, maar vind het vooral ook heel leuk. Het was fijn om een eigen bestuur te kiezen en de vereniging te vormen zoals ik het voor me zag. Mijn moeder vroeg me laatst of het niet allemaal wat veel is, maar met die instelling kom je er niet. Je moet hoog durven inzetten. Vejos begint nu in Nederland, maar binnen een paar jaar willen ook kijken wat daarbuiten mogelijk is. Mijn grote droom? Een Europees samenwerkingsverband.”