We zitten vijfhoog in het NU-gebouw aan de De Boelelaan. Zo dadelijk geeft docent/auteur Daniël Rovers (49) college aan de studenten van de nieuwe bachelor creatief schrijven. De VU is sinds dit jaar de enige universiteit in Nederland die een academische schrijfopleiding aanbiedt. Een studie die ik overigens graag had willen doen als die in mijn tijd had bestaan.
Rovers schetst grofweg de geschiedenis van zijn vak. Creatief schrijven is in de Verenigde Staten na de Tweede Wereldoorlog groot geworden als academisch vak. “Dat kwam allereerst doordat veel meer mensen naar de universiteit gingen, onder wie soldaten die toen gratis konden studeren. Er kwam zowat een heel nieuwe bevolking bij aan de universiteit. Ten tweede ontstond er een creatieve stroming in het onderwijs, Amerika wilde zich afzetten tegen de disciplinegerichte Sovjet-Unie. En een belangrijke reden is dat studenten het ontzettend interessant vonden. Zo is die bal gaan rollen.”
Het begon in Iowa, daar is de bekendste creative writing-universiteit ter wereld. “Die was zo succesvol dat afgestudeerden en ook docenten van Iowa elders creatief-schrijven-scholen gingen oprichten. Dat was echt een sneeuwbal.”
In Nederland heerste lange tijd angst om het creatieve te vermengen met het wetenschappelijke. “Letterenstudies moesten altijd weer bewijzen dat ze wel wetenschappelijk waren. Daar moest je vooral niet creatief willen doen. Literair schrijven viel bovendien niet te leren, zo luidde de overgeleverde waarheid”, zegt Rovers.
Vind je stem
Inmiddels heeft de wal het schip gekeerd. “Er is veel gediscussieerd: hoe kunnen we studenten nog betrekken bij het vak Nederlands, zowel op de middelbare school als op de universiteit. Wat in Amerika al lang gaande was, gebeurt ook hier. Het blijkt heel interessant om zelf aan teksten te werken terwijl je teksten bestudeert en je dus op een andere manier naar die teksten leert kijken.”
Het Amerikaanse creative writing kent drie pijlers: “Vakmanschap, verbonden met de regel show, don’t tell. Dan verbeelding, gerelateerd aan de slogan find your own voice. En ten slotte ervaring: write what you know.”
Rovers heeft ruime ervaring met schrijfonderwijs. Wat hij steeds ziet terugkeren is de grote concentratie en toewijding die er onmiddellijk is wanneer studenten hun eigen werk met elkaar bespreken. “Dat is altijd zo’n moment waarop een knop omgaat bij schrijfstudenten. Waardoor je als docent ook het doceren grotendeels uit handen geeft. Dat doen studenten dan zelf. Dit is een opleiding waarin autonomie én zelfreflectie een grote rol spelen.”
Verhaal zonder punten
Vandaag gaat hij het met zijn studenten hebben over tijd, plot en ruimte aan de hand van het zeer korte verhaal. Rovers: “Dit genre is in Nederland bekend geworden door A. L. Snijders, en wordt ook wel handpalmverhalen genoemd. De Engelse term is flash fiction. Het heeft een lange geschiedenis die teruggaat tot de fabels van de Griek Aesopus, uit de vierde eeuw voor Christus. En Kafka heeft ook nog met korte prozafragmenten gewerkt.”
Rovers begint zijn college verrassend met een gedicht van K. Michel: ‘Als ze ontwaakt’. “Het is een verhaal waarin punten ontbreken.” De bespreking van dit gedicht begint over het perspectief en de vrije indirecte rede. Daarna gaat het over tijd: de vertelde tijd, de tijd die in de tekst ter sprake wordt gebracht, en de verteltijd, de tijd die het duurt om het verhaal te vertellen, de lengte van deze tekst. Zo komt de docent op de begrippen vertraging en versnelling. Hij laat studenten een oefening doen: ze gaan in tien minuten een verhaal schrijven met behulp van vertraging. Rovers: “Ook omdat het in verhalen van beginnende schrijvers vaak veel te snel gaat. Ze schrijven te veel gebeurtenissen achter elkaar, waardoor je als lezer moeite hebt om het te volgen. Dus schrijf een zeer kort verhaal waarin je inzet op vertraging. Belangrijk is dat je een heel kleine gebeurtenis neemt. Misschien zelfs een onbelangrijk schijnende gebeurtenis. Zoals, ik noem maar iets, vanochtend zag ik een jongen bij het stoplicht oversteken, met drie croissants achter op zijn fiets, daar had hij een snelbinder over gedaan en hij at nog een vierde. Dit is een detail waaruit een personage of verhaal kan voortvloeien. Je zou met langere zinnen kunnen werken, dat werkt vaak om dingen te ver-tra-gen.”
“Tien minuten.” […] “Nog twee minuten.” […] “Nog 15 seconden.” […] “Punt.”
Designhak trapt naaktslak
“Eva, zou ik jou mogen vragen je verhaal voor te dragen? Nee, is ook een antwoord.”
Daarna vraagt hij Jip om zijn verhaal.
Hij leest met verve voor:
Vena Cava
Wat zijn naaktslakken toch rare beesten. Deze is groen vanbinnen, zullen we zo meteen zien. Zijn naam was Prrrr voor zijn zusters. In zijn lichaam bevonden zich blaasjes met daarin allemaal slijm en gruis. Maar, het leek Maaike Weddingra een goed idee om ongegeneerd door het bos te lopen met haar puntige designhakken. Ze dendert door de grote rode paden heen, steeds dichter bij Prrrr. Ze stooft op hem af, op zijn bruine rimpelhuid, alsof het haar niks uitmaakt als ze op hem en zijn broeders en zusters trapt. Alsof ze dat juist leuk vindt. Haar schoen hangt nu enkele centimeters boven Prrrrs lichaam, zijn hart, wat bestaat uit 1 kloppend vat, lijkt boezems en kamers erbij te krijgen. Ze pompen door zijn gele ingewanden heen, 5 centimeter, 4…
“Dankjewel! Zou er nog kans zijn om extra te vertragen met dit verhaal?” vraagt Rovers. “Misschien meer over de omgeving vertellen”, oppert een studente. “Of dat je meer gaat uitleggen over die hak, hoe ziet die designhak er precies uit?” zegt iemand anders. Jip dankt hen voor de suggesties.
Of deze studenten allemaal schrijvers worden, vindt Rovers niet relevant. “Een studie is om je te ontwikkelen, opdat je als volwassene goed in het leven staat. Dat je niet alleen zelfstandig kunt denken, maar ook je verbeelding kunt gebruiken. Dan kom je overal terecht. Mensen aan de kunstacademie worden ook niet per se kunstenaars. Zo zijn er literatuurwetenschappers die minister worden.”