Govert Buijs, hoogleraar politieke filosofie & levensbeschouwing, over hun pijnpunten.
Jullie dromen in het manifest van een ideale VU, die elke medewerker en elke student om zijn eigen talenten waardeert. Dat willen we toch allemaal wel? “Nou, ons ideaalbeeld is niet het beeld dat nu gecommuniceerd wordt. Het streven van de laatste jaren is: een internationale topuniversiteit die het beste scoort op alle rankings. Wij willen een brede universiteit, met een eigen vormingsideaal, die ook maatschappelijke betekenis heeft. We willen de discussie losmaken. Als blijkt dat iedereen het hierover snel eens is, des te mooier. Dan kunnen we de volgende vraag stellen: waarom doen we het dan niet?”
Wat gaat er mis? “Bij onderzoek ligt de laatste jaren de nadruk op één vorm van kwaliteit: die waarmee je de Harvard-lijstjes haalt. Wij kiezen voor een onderwijsuniversiteit met een mix van kwaliteiten. Op het ene terrein zitten onderzoekers met een geweldige citatiescore. Op andere terreinen nemen onderzoekers deel aan maatschappelijke debatten. Die publiceren misschien minder in vakbladen, maar zijn minstens zo belangrijk. En er zijn de wetenschappers die heel goed zijn in onderwijs, en ook op dat pad vooruit moeten kunnen komen. Wij willen een universiteit die die talenten openlijk erkent en waardeert. In het onderwijs ligt er een heel grote nadruk op groei in studentenaantallen, waar de kwaliteit en de kleinschaligheid die bij de VU horen onder lijden.”
Jullie verwijten het bestuur gebrek aan moed en dwarsheid. “De VU is wel heel braaf. Neem de maatregel rond de tweede studie. Nijmegen besloot een tweede studie tegen de normale prijs aan te bieden. Het gaat immers juist om de goede studenten, die wil je niet frustreren. De VU gaat meteen mee met Den Haag. Tweede studie? Tienduizend euro betalen. Dan geef je het signaal dat je geen eigen verhaal hebt.”
Dus ook de filosofen hebben moeite met de bestuurscultuur? “Elke maatregel vergt dat je hem uitlegt. Ook het idee van flexibele werkplekken, bijvoorbeeld, kan flexibel worden ingevoerd. Dit gaat zo rigide, dát is onze bestuurscultuur. Of neem de fusie tussen VU en UvA. Is het eigenlijk een fusie? Daar wordt heel weinig over gecommuniceerd. Het is belangrijk voor Amsterdam, ja. Maar waarom is het zo belangrijk voor onszelf? Brengt het ons dichter bij de ideale VU? Dat hoor je niet.”
Waarom sluiten jullie je niet bij de Verontruste VU’ers aan? “Bij de Verontruste VU neemt de verontrusting bijna de taal van de frustratie aan. Dat is begrijpelijk, maar je komt er niet veel verder mee. Wij willen ons eerst verenigen op de koers, en dan pas kijken wat dat praktisch moet betekenen.”