Brons op de Olympische Spelen, wat een prestatie! Hoe voelde dat?
“Een beetje raar, eerlijk gezegd. We stonden op goud en het werd brons, dus we hadden niet dat heel euforische moment. Natuurlijk was er ontlading en opluchting, we zijn alsnog supertrots. Maar we hadden zo’n supergoede week dat er meer inzat. Ach, dat is topsport.”
Hoe heb je de Spelen in coronatijd ervaren?
“Het hele olympische sfeertje was anders, overwinningen vierden we in kleine kring. Op de haven waren we iets vrijer, maar verder was het bus in, bus uit. Van Tokio heb ik dus niets kunnen zien. En toch: we wisten het van tevoren en waren erop voorbereid. Iedereen had spelletjes mee, dus we vermaakten ons prima in het zeilhotel.”
Hebben Annette en jij al besloten of jullie gaan trainen voor de volgende Spelen?
“We nemen nu de tijd om tot rust te komen en gaan in oktober met elkaar in gesprek. De media zeggen dat we er sowieso voor gaan, maar zij kennen ons pas een paar weken – voor ons is dit al twaalf jaar ons leven. Het commitment en de drive om weer een paar jaar te gaan trainen, inclusief onvermijdelijke hindernissen, moeten er zijn. We zijn nu in elk geval een paar weken niet bezig met zeilen. Dat is ook erg lekker.”
Hoe ziet je leven eruit als je niet volop aan het trainen bent?
“Ik spreek veel met vrienden af. Uiteraard blijf ik altijd actief. Ik hou van kiten, fietsen, mountainbiken, skiën… als het maar buiten is. Mensen denken soms dat ik als een kluizenaar leef, maar dat is absoluut niet het geval. Ik ga ook gewoon naar de kroeg. Wel zijn alle beslissingen die ik neem gericht op het zeilen. Als ik een weekendje naar mijn ouders ga, doe ik dat ook om uit te rusten.”
Je hebt topsport gecombineerd met bewegingswetenschappen aan de VU. Hoe was dat?
“Mijn studie heb ik in tien jaar aan elkaar gepuzzeld. Het eerste jaar heb ik in één keer gehaald, daarna ben ik fulltime gaan zeilen en heb ik mijn opleiding volledig stopgezet. Vervolgens heb ik me weer ingeschreven, een aantal vakken gehaald en ben ik weer gestopt. Een jaar voor Londen en twee jaar voor Rio heb ik me zo compleet op het zeilen kunnen focussen. Het werkte, maar ik was blij toen ik klaar was.”
Heb je wel iets van het studentenleven kunnen meemaken?
“Het eerste studiejaar woonde ik in Amsterdam en heb ik van het studentenleven genoten – of in elk geval van een wat lichtere versie daarvan. Ik ging naar feestjes en heb vrienden gemaakt. Ik ben blij dat ik het zo heb aangepakt, want hierdoor heb ik nooit het gevoel gehad dat ik iets miste. Het studentenleven ken ik, ik heb een beetje meegedaan. Ik voel me ook zeker verbonden aan de VU, ik heb er tien jaar rondgelopen!”
Zit er nog een vervolgstudie in, of richt je je vooralsnog op de sport?
“Ik sluit een master niet uit. Het hangt er natuurlijk vanaf of we voor de volgende Olympische Spelen gaan. Werken zou ik ook leuk vinden, dan kan ik mijn studie in de praktijk gaan toepassen. Op de haven in Den Haag is een Sailing Innovation Centre, misschien kan ik daar projecten gaan doen. Het scheelt dat bewegingswetenschappen een brede studie is, ik kan er veel kanten mee op.”