Matthias Talens, student wiskunde, zet zich bij Autiroze in voor lhbt+’ers met autisme. “De coming-aut, met een a in plaats van een o, is bijna lastiger dan een coming-out.”
De COC-werkgroep Autiroze zet zich in voor lhbt+’ers met autisme. Daar blijkt opvallend veel behoefte aan te zijn. “Uit VU-onderzoek blijkt dat 43,4 procent van de vrouwen met autisme zich niet als hetero identificeert, dertig procent meer dan in de gewone bevolking. Voor mannen is dat 18,4 procent in plaats van 9 procent. Seksuele en genderdiversiteit is dus veel hoger onder mensen met autisme.”
Prikkelarme borrel
Autiroze werd in 2015 in Utrecht opgericht. Er zijn zes verschillende groepen in het land, er komt nog een zevende bij. Talens: “Zelf heb ik last van overprikkeling. In een reguliere gay bar is het nogal druk en lawaaierig. Er blijkt niet zoveel ruimte te zijn voor homo’s die afwijken van het stereotype en die niet gelukkig worden van de Gaypride. Autiroze organiseert prikkelarme borrels waar bijvoorbeeld geen muziek gedraaid wordt. Het is daar een feest van herkenning: het is een veilige haven. Ik hoor van veel bezoekers dat ze daar dubbel zichzelf kunnen zijn.”
Emancipatie
De organisatie trekt paralellen tussen de homo-emancipatie en de autisme-emancipatie. Mensen met autisme spreken ook over hun coming-out. “Die noemen we een coming-aut. Met een a in plaats van een o. Dat is bijna lastiger dan een coming-out. Vanwege al die vooroordelen die er bestaan. Mensen die neurotypisch zijn, dus geen autisme hebben, zijn snel geneigd om je uit te sluiten. Ze vragen je niet voor een borrel omdat je daar toch niet van zou houden. Of andersom. Ik krijg regelmatig bij mijn studie te horen dat ik geen autisme kan hebben omdat ik op een borrel ben. Mensen ontkennen mijn autisme omdat ik niet aan dat stereotype voldoe. In Nederland is het lastiger om het over neurodiversiteit te hebben dan over seksuele diversiteit.”
Lees het volledige interview met Matthias Talens in Advalvas.