Een aantal leden van de ondernemingsraad struikelt over het begrip ‘school’ in het bestuursreglement van de nieuwe fusiefaculteit Social Science and Humanities. Binnen die nieuwe faculteit zal theologie een aparte status krijgen als ‘school’, op zijn Engels uit te spreken.
Maar omdat de school, behalve een directeur, geen apart bestuur met medezeggenschap krijgt en ook geen eigen budget heeft, lijkt het begrip vooral een etiket te zijn om cachet te geven aan wat feitelijk een demotie van Religie en Theologie is, merkte een OR-lid op tijdens een vergadering van de OR met de universitaire studentenraad en het college van bestuur.
Minderwaardigsheidscomplex
Pijnlijk, want bij Religie en Theologie hebben ze enigszins een minderwaardigheidscomplex ten opzichte van de fusiepartners. De suggestie dat de faculteit, straks een school, niet voorkomt in de naam van de nieuwe fusiefaculteit omdat medewerkers van de andere twee faculteiten, Sociale Wetenschappen en Geesteswetenschappen, het ‘ingewikkeld’ zouden vinden om in een faculteit te werken met ‘theologie’ in de naam, was afgelopen najaar al tegen het zere been van de VU-theologen.
Het CvB was onaangenaam verrast, want die discussie was toch allang gevoerd, zei CvB-lid Marcel Nollen. Die mening was sommigen binnen de OR ook toegedaan.
Ze hebben gelijk. Eerst was er een verkenning van de verschillende opties voor de drie faculteiten, daaruit werd een opdracht geformuleerd voor een werkgroep en die besloot uiteindelijk tot een faculteit met twee afdelingen: social sciences en humanities en één school: Theology and Religion. Al die tijd was de medezeggenschap daarbij betrokken. Het was zelfs mede op verzoek van die medezeggenschap, benadrukte Nollen, dat Religie en Theologie een aparte status kreeg en daarmee een eigen, herkenbaar smoel behield, nodig om serieus genomen te worden in de theologische wereld.
Heldere definitie
Maar het bleek een aantal OR-leden nu pas op te vallen dat een aanvankelijk plan, namelijk drie schools onder één bestuur, was vervangen door het uiteindelijke plan met één school. Wat was dáár eigenlijk gebeurd, vroegen ze zich af.
Waar het ze uiteindelijk om gaat, is dat in het bestuursreglement een heldere definitie komt te staan van wat een school precies is, en welke bevoegdheden zo’n instituut heeft.
Ook werd er gesproken over de angst bij de andere twee fusiepartners, die ook bang zijn om hun eigenheid te verliezen.
Studentenraadsverkiezingen
Zorgen over de nieuwe reglementen zijn er ook bij de universitaire studentenraad, die vanwege de tentamenweek slechts werd vertegenwoordigd door twee leden.
In april zijn er namelijk weer nieuwe studentenraadsverkiezingen, ook voor die van de facultaire studentenraden, en dat wordt voor studenten van de nieuwe faculteit ingewikkeld omdat de medezeggenschap nog niet is geregeld. Zo weten de studenten niet hoeveel leden de nieuwe facultaire raad gaat tellen. Van verschillende kanten heeft de USR te horen gekregen dat dit allemaal goed komt, maar helemaal gerust is niemand erop.
Het is al moeilijk genoeg om studenten zo ver te krijgen om te gaan stemmen tijdens de verkiezingen, deze kwestie zal het animo onder de studenten van de drie fusiefaculteiten in elk geval niet vergroten.