Het is een opmerkelijke jubileumviering. Vijfentwintig jaar nadat onderwijsministers uit 29 Europese landen (waaronder Nederland) hun handtekening zetten onder de Bolognaverklaring ter bevordering van internationale mobiliteit, keert de Nederlandse regering internationale studenten de rug toe.
Met het ‘wetsvoorstel internationalisering in balans’ (lees: het verminderen van Engelstalige opleidingen, het verhogen van het collegegeld voor studenten van buiten de EU en het beperken van het aantal internationale studenten dat zich mag inschrijven) wil het nieuwe kabinet naar eigen zeggen de druk op de woningmarkt verminderen, de Nederlandse taal beschermen en ook nog eens geld besparen. Rechtse politieke retoriek die niet daadwerkelijk in de praktijk zal worden gebracht? Misschien. Maar voor de internationale studenten die ermee te maken krijgen, is het genoeg reden om zich zorgen te maken over hun toekomst.
VU gestopt met werven
De meeste maatregelen in het wetsvoorstel zijn nieuw, maar in 2023 is de VU al gestopt met het op grote schaal werven van internationale studenten, op verzoek van het ministerie van Onderwijs om te beginnen met ‘het oplossen van de knelpunten rond de internationale instroom’, in de woorden van voorzitter van het college van bestuur Margrethe Jonkman. Dit jaar is het aantal nieuwe internationale bachelorstudenten aan de VU met maar liefst 23,5 procent afgenomen.
Het is het tweede jaar op rij dat de instroom van internationale studenten daalt; hun aandeel in de studentenpopulatie dreigt daarmee onder het minimum van 20% uit te komen dat volgens Jonkman nodig is om de meerwaarde van internationalisering zeker te stellen. Jonkman reageerde op deze ontwikkeling door op haar LinkedIn-pagina en op de website van de VU op te roepen tot actie. Ze drong er bij politici op aan om universiteiten de middelen te blijven geven die nodig zijn voor onderwijs waar ruimte is voor andere perspectieven. Heeft de VU haar hand overspeeld door te stoppen met de internationale werving?
“Ik weet niet of deze daling alleen te wijten is aan het gebrek aan werving”, zegt Jonkman. “Het is een combinatie van verschillende dingen: dit beleid van de regering creëert een bepaald beeld dat internationale studenten mogelijk ontmoedigt om hier te komen. De plannen zijn erg zwart-wit. Ze gooien de baby met het badwater weg.”
Woningcrisis
Wat waren volgens Jonkman de knelpunten rond de internationale instroom die verholpen moesten worden? “Het idee begon te heersen dat er te veel lessen in het Engels werden gegeven. Er waren ook zorgen over de arbeidsmarkt en het woningtekort.” En inderdaad, in 2021 waren 230 internationale studenten aan de VU dakloos terwijl ze hun opleiding volgden. Ze sliepen bij mensen op de bank, in een gedeelde kamer op een camping in de buurt van de VU, of in een hostel. Politici gebruiken dit graag als argument. Het is niet moeilijk mensen op te winden over een woningcrisis.
Student Artificial Intelligence Andrei Osoianu (20) betwijfelt de oprechtheid van de regering in dit opzicht. “Als internationale student betaal ik 1.000 euro voor een studio in Diemen Zuid, terwijl andere studio’s 800 euro kostten, en Nederlandse studenten daar bovenop ook nog eens een toeslag van 300 euro krijgen. Ik zou dus eerder zeggen dat de regering geld verdient aan internationale studenten en de woningcrisis.”
Sceptisch naar buitenlanders
Vorige maand vroeg Ad Valvas in een poll op Instagram wat internationale studenten van de plannen van het nieuwe kabinet vinden. Van de 170 respondenten gaf 71 procent aan zich zorgen te maken over de toekomst. Een van hen is de tweeëntwintigjarige student Literature and Society Til Weber uit Duitsland, die hier drie jaar geleden naartoe kwam.
“Ik denk dat hier meer aan de hand is dan wat beleidsplannen. Het is illustratief voor de steeds sceptischere houding in de maatschappij ten opzichte van buitenlanders en buitenlandse invloed. Het lijkt erop dat men de Nederlandse cultuur wil beschermen, waar ik alle begrip voor heb. Maar ook internationals kunnen de Nederlandse cultuur waarderen”, zegt Weber.
Toen hij hier eenmaal was, begon hij met het leren van de Nederlandse taal en verdiepte hij zich in de Nederlandse geschiedenis en die van Suriname. Piotr Jaworski (21), een internationale student Political Science en International Law, ging schrijven voor het faculteitsblad, en masterstudent European and International Law Valeriia Volkova (29) gaat vooral met Nederlanders om.
Blijfkans verhogen
Zij laten een ander beeld zien dan het veelgehoorde stereotype over internationals, met name expats: ze zijn hier alleen om de vruchten te plukken, tijd door te brengen met hun internationale gemeenschap en dan weer te vertrekken. Maar op de campus valt het op dat het vaak de internationale studenten zijn die op komen dagen bij voor de rest slecht bezochte evenementen, die in medezeggenschapsraden opkomen voor de kwaliteit van onderwijs en onderzoek, die sport beoefenen op het campusplein.
Het kabinet lijkt zich ervan bewust dat het niet een groep is die je volledig buiten de deur wilt houden, aangezien het zegt de blijfkans van internationale studenten na hun opleiding te willen vergroten. Daarbij gaat het dan wel om vakgebieden waarin in Nederland een tekort heerst, zoals technologie. “Ik ben blessed”, grapt student Artificial Intelligence Osoianu. “Maar het voelt wel een beetje hypocriet om iemand te vragen hier op eigen kosten een opleiding te volgen en vervolgens van diegene te verlangen te blijven in het belang van de Nederlandse economie. En hoe kun je überhaupt verwachten dat mensen willen blijven in een land waar ze zich door het regeringsbeleid niet welkom voelen?”
Vloeken
Toen de internationale studenten met wie we spraken besloten om hierheen te komen, zat er een ander kabinet en speelden de aangekondigde maatregelen nog niet. Sommigen kwamen specifiek naar Nederland om te ontsnappen aan het repressieve beleid in hun eigen land.
Jaworski: “Het is pijnlijk om hier vanuit Polen naartoe te komen en aan te treffen wat ik in mijn eigen land juist achter had gelaten: nationalistische retoriek en beleid dat diversiteit en inclusie beperkt.” Volkova: “Toen ik in Rusland woonde, dacht ik: Ik wil sowieso in Europa wonen, waar mensen een stuk liberaler zijn en er mooie waarden op nahouden. Nu ben ik realistischer en besef ik dat dat van de ene op de andere dag kan veranderen.” Als een queer persoon hoopte Weber dat hij het meest zichzelf zou kunnen zijn in een West-Europees land. “Maar toen ging de Vrijmoedige Studentenpartij de diefstal van de Progress Pride Flag vieren. Dat is erg demotiverend. Ik begin te denken: als ze me hier niet willen, ga ik wel weg.”
‘Ik tref hier aan wat ik in mijn eigen land juist achter had gelaten: nationalistische retoriek en een beleid dat diversiteit en inclusie beperkt.’
Waarheen, weten ze niet meteen, “vooral gezien de groei van rechtse partijen in heel Europa”, zegt Volkova. In het begin was ze een beetje bang om met Nederlanders te communiceren omdat ze over het stereotype had gelezen dat ze niet erg open zouden zijn, maar ze voelt zich wel gesteund op de VU en door haar medestudenten. “Ze zijn erg vriendelijk, ik ga vooral met Nederlanders om.” Wellicht een effect van internationalisering? Dat Nederlandse studenten gewend zijn zich te omringen met mensen met verschillende achtergronden?
Hoewel de meeste van zijn interacties gezellig waren, werden mensen buiten de VU, op Osoianu’s vorige werk, soms boos op hem – zelfs tot vloeken aan toe – als hij hen niet in het Nederlands kon antwoorden. Jaworski merkt de laatste jaren ook dat het steeds vaker voorkomt dat mensen geen Engels met hem willen praten.
Empathischer
Naast dat hun ervaring als uitwisselingsstudent anders uitpakt dan ze hadden verwacht, zijn de internationale studenten ook bang voor de gevolgen van afnemende internationalisering voor onderwijs en onderzoek. Jaworski: “Kennis en wetenschap is internationaal. Het is erg moeilijk om dit uitsluitend in Nederlandstalige opleidingen in te passen. Wereldwijde problemen moeten worden opgelost vanuit een wereldwijd perspectief. Als je Nederlandse studenten dat perspectief ontneemt, heeft dat desastreuze gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs.” En, in de woorden van Volkova: “Door samen de problemen van de wereld proberen op te lossen krijg je niet alleen vaak een betere oplossing, het maakt ons ook empathischer.”
Jonkman deelt deze zorgen en legt uit dat ze in contact staat met politieke partijen, andere universiteiten en het bedrijfsleven om het belang van internationalisering te benadrukken. Maar is praten genoeg? Universiteiten hebben ook een bepaalde mate van autonomie. Kan de VU haar hakken niet in het zand zetten en op zijn minst sommige maatregelen weigeren? “Voor nu richten we ons op goede gesprekken. Helaas moeten we ons aan de wet houden en een bepaald budget krijgen om de plannen van het ministerie uit te kunnen voeren. Binnen die beperkingen moeten we speelruimte zien te vinden. Maar daar gaan we voor vechten. Don’t worry.”