“Stel, het is het jaar 2035 en je zit op een terrasje te vertellen over de VU, waar zou je dan trots op zijn, waar word je warm van?” vroeg bestuursvoorzitter Margrethe Jonkman vorige week aan de universitaire studentenraad en de ondernemingsraad.
Iemand zei “duurzaamheid, iemand anders “vredelievendheid”. “Dat de VU er altijd voor eerstegeneratiestudenten is geweest, studenten die als eerste van hun familie een universitaire studie doen”, zei een OR-lid. De Botanische Tuin Zuidas werd genoemd door iemand die zei te hopen dat deze stichting er in 2035 nog zou zijn. Iemand hoopte dat er dan een fietsenmaker op de campus zou zijn. En weer een ander wees op het belang van fundamenteel onderzoek. “We moeten niet alleen maar een universiteit zijn van: u vraagt, wij draaien”, zei hij.
Een student wees op het belang van zelfontplooiing, dat studenten de mogelijkheid blijven houden om naast hun studie ook andere activiteiten te doen, en nog aan het verenigingsleven kunnen deelnemen.
Aanleiding voor de discussie tijdens een gezamenlijke vergadering van de centrale medezeggenschapsraden met het college was een kort document van het college, twee A4’tjes, waarin een toekomstvisie voor de VU werd geformuleerd. Een levend document, benadrukken de bestuurders, waarover iedereen zijn zegje mag doen en aanpassingen en aanvullingen mag suggereren.
Wereldburgerschap
Die toekomstvisie komt erop neer dat de VU wil bijdragen aan een betere, duurzamere wereld, lokaal en mondiaal, vanuit meerdere perspectieven en door middel van interdisciplinaire samenwerking. Over grenzen kijkend en met gemeenschapszin. De VU wil ook het wereldburgerschap bevorderen.
‘Met wereldburgers bedoelen we mensen die breder denken’
Het stuk vormt de opmaat voor het nieuwe instellingsplan, het strategische plan voor de komende jaren dat de VU gaat opstellen, nu het huidige strategische plan voor 2020-2025 op zijn einde loopt. Een week eerder legden twee beleidsmedewerkers al uit dat het nieuwe plan helemaal anders wordt, in toegankelijke taal die de “hoofden en harten” van de medewerkers moet aanspreken, waarin de mens centraal zal staan en dat “warmer van toon” zal zijn. Het nieuwe instellingsplan moet enthousiasmeren en inspireren.
Voordat je zo’n plan maakt, is het goed te weten wat voor universiteit je precies wilt zijn en dat staat samengevat in de concept-VU-visie, niet in beton gegoten, benadrukt collegelid Marcel Nollen.
Te ver van de dorpen af
Maar toen iemand van de Vrijmoedige Studentenpartij (VSP) over de kernwaarden van de VU begon, die bovenaan het document prijken: ‘open, persoonlijk en verantwoordelijk’, en wilde weten op basis van welke gesprekken met welke mensen die waren geformuleerd, kreeg ze van Jonkman te horen dat díe nou juist vast staan. “Die kernwaarden gaan we niet elke vier jaar opnieuw bepalen, dat is wie we willen zijn en zo willen we handelen”, aldus Jonkman.
Het VSP-lid leek moeite te hebben met het begrip inclusiviteit, dat niet in de concept-VU-visie voorkomt, maar in het vorig instellingsplan wel veel wordt gebezigd, want de VU wil een inclusieve universiteit zijn met inclusieve ruimtes voor inclusief onderwijs. Jonkman had bovendien bij de inleiding van de concept-visie gezegd dat aan de VU iedereen zichzelf moet kunnen zijn en zijn eigen ding moet kunnen doen.
Het studentenraadslid vindt inclusiviteit een waardeoordeel dat suggereert dat er maar één manier is om dingen te doen. Ze maakte ook bezwaar tegen de ‘wereldse bril’, waarvan volgens haar sprake is in het document. Een partijgenoot viel haar bij. Volgens hem staat de VU in het document te ver van de dorpen af en is er niet genoeg aandacht voor de Nederlandse cultuur.
Maar aan de VU zijn juiste meerdere perspectieven belangrijk, benadrukte Jonkman. “Wij geloven niet in één waarheid en met wereldburgers bedoelen we mensen die oog hebben voor het grotere geheel en niet alleen maar voor hun eigen stuk. Mensen die breder denken.”
“Divers denken is niet nieuw, dat doet de VU al vanaf haar oprichting”, zei rector Jeroen Geurts. “De VU wil ook niet dwingend zijn, maar wel bepaalde waarden expliciteren. Dat betekent niet dat we met het vingertje wijzen, maar met elkaar in gesprek blijven, naar elkaar luisteren en van elkaars perspectieven leren.”
Is het niet lastig om je lach in te houden als je daar zit, Peter?
Ik neem het allemaal bloedserieus, Kamphuis!