De stap naar het universiteitsleven is voor eerstegeneratiestudenten zowel opwindend als uitdagend. Denk aan de academische druk, je persoonlijke verwachtingen en dromen, en de voortdurende angst om niet aan de verwachtingen van anderen te voldoen. Plots ben je in een omgeving waar elke stap lijkt te trillen van onzekerheid. De universiteit kan een verwarrende ervaring zijn voor degenen die in hun familie nieuwe paden betreden. Het is nogal complex.
De druk om uit te blinken is niet alleen een interne strijd, je doet het niet alleen voor jezelf, je wilt ook aan de verwachtingen van je familie voldoen. Veel eerstegeneratiestudenten hopen het maximale te halen uit hun studententijd.
Maar de angst om te falen, om niet te voldoen aan de doelen die we onszelf hebben gesteld, kan een emotionele hindernis vormen.
Het zorgen voor de geestelijke gezondheid is daarom van cruciaal belang. Universiteiten erkennen steeds meer de uitdagingen waarmee eerstegeneratie studenten worden geconfronteerd. Daarvoor zijn er ondersteunende diensten. Denk aan counselors die je begeleiden, de mentorprogramma’s en de workshops over stressmanagement. Dat kan allemaal bijdragen aan een compassievol academisch klimaat.
Het kunnen delen van ervaringen met andere eerstegeneratiestudenten is ook opluchtend. Een gemeenschap waar openlijke discussies over de uitdagingen wordt aangemoedigd, bevordert een gevoel van verbondenheid. Het voelt als een team dat elkaar aanmoedigt en ondersteunt. De reis van de eerstegeneratiestudent is niet alleen een academische zoektocht, het is ook een persoonlijke odyssee met uitdagingen.
Het erkennen en aanpakken van deze uitdagingen is cruciaal voor een succesvolle studietijd.