Schrijver Kristien Hemmerechts, die dit collegejaar is aangesteld als VUsionair, daagt Advalvas-columnist Roos van Rijswijk uit haar te ‘overweldigen’. Ze wil ook een ‘intergenerationeel debat’ over de ontlezing van de samenleving en de rol van onder andere de sociale media daarin.
Dat schrijft Hemmerechts in een reactie op de column van Van Rijswijk in de laatste Advalvas. Van Rijswijk was in haar wiek geschoten door Hemmerechts’ opmerking dat de jeugd van tegenwoordig nergens meer door wordt geraakt, vanwege het grote aanbod van televisie, internet en sociale media.
Studentenpopulatie te heropvoeden
‘Wat is dat toch, met die VUsionairen?’, vraagt Van Rijswijk zich af. ‘Waarom krijg ik steeds het idee dat deze fantastische schrijvers zich als doel gesteld zien de studentenpopulatie te heropvoeden?’
Van Rijswijk is het zat dat haar generatie steeds – en niet alleen door Hemmerechts – wordt weggezet als een leger afgestompte twitteraars ‘zonder enige diepgang en behept met een onhandig onvermogen tot real life communicatie’.
‘We Tweeten, Facebooken en WhatsAppen dat het een lieve lust is, maar schuimen ook onze vrienden, musea, kroegen en kathedralen (van Amsterdam tot aan Maastricht) af’, werpt ze tegen. ‘We reizen de wereld rond of schrijven boeken. We ontwerpen apps en ontwikkelen medicijnen. We maken muziek of luisteren ernaar, met of zonder dopjes. We geven uit en zamelen in. Vooruit: soms zitten we onderuitgezakt naar Oh, oh Tirol te kijken.’
Bedreigde diersoort
En het belangrijkst, voegt ze toe: ‘we zijn geen ‘wij’’
Hemmerechts begon haar jaar als VUsionair met een ‘read-in’, die ze zelf als mislukt beschouwt vanwege de lage opkomst. Ze vindt dat lezers een bedreigde diersoort vormen.
‘Het boek kreeg vroeger minder concurrentie’, aldus Hemmerechts. ‘Er waren film en televisie, maar geen facebook, YouTube, sms, et cetera. Het lijkt me hoe dan ook boeiend om er eens van gedachten over te wisselen.’
Hieronder Hemmerechts’ volledige reactie:.
Beste Roos,
Ik kan er in alle eerlijkheid best inkomen dat je denkt: ‘Hè, waarom hebben wij een 57-jarige nodig om ons iets te komen vertellen over verbeelding? Dat kunnen we toch zelf.’ Ik ben het daar absoluut mee eens. Ik omschrijf mezelf graag als een handelsreiziger die her en der aanbelt om mensen aan te sporen de verbeelding, die ze zelf in huis hebben, uit de kast te nemen en een prominent plekje te geven. Hoe dat precies moet gebeuren, hoef ik inderdaad niet te dicteren. Dat zou zelfs tegenstrijdig zijn.
Wat de Read-In betreft: in mijn verbeelding zag ik zwermen studenten, docenten en medewerkers allerhande met een boek neerstrijken op de Zuidas om een uurtje geconcentreerd te lezen. Het was, zoals zou blijken, een naïeve verbeelding. Uiteindelijk zaten we er met een vijftigtal mensen. De helft was daar om een foto te maken of een verslag te schrijven, en telt dus niet mee.
In zekere zin bewijst die magere opkomst mijn punt: lezers vormen een bedreigde diersoort. En daarmee heb ik het niet alleen over lezers van literatuur. Dat betekent niet dat ik denk dat het vroeger beter was. Ik herinner me dat vroeger te goed om te weten dat ik er niet naar terug wil. Maar er was wel minder afleiding. Het boek kreeg minder concurrentie. Er waren film en televisie, maar geen facebook, YouTube, sms, et cetera. Het lijkt me hoe dan ook boeiend om er eens van gedachten over te wisselen. Waarom geen intergenerationeel debat over het onderwerp? Zie je dat zitten?
En wat de verbeelding betreft: neem de handschoen op. Overweldig deze VUsionair (ik moet tussen haakjes bekennen dat die term zo maf is dat ik er intussen aan gehecht ben) met een plan, een voorstel, een actie. Ik zal die met alle plezier toejuichen, bewonderen, bejubelen. En ik ben een en al bereidheid om in alle nederigheid toe te geven: mijn eigen verbeelding had het nooit kunnen bedenken.
De VUsionair van dienst,