Allevier de bedrijfskundige opleidingen van de Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde (FEWEB) zijn vorige week positief beoordeeld bij een bezoek van de visitatiecommissie.
“De commissie was zeer te spreken over onze maatregelen om de enorme groei van de studentenpopulatie in te dammen”, zegt Rob de Crom, directeur onderwijs van FEWEB. “Bijvoorbeeld door het afleggen van een Graduate Management Admission Test (GMAT) voor alle mensen die per 1 september 2013 aan een premaster beginnen.”
Zelf studenten selecteren
Voor studenten die zich inschrijven voor het eerste jaar Bedrijfskunde, komt er een decentrale selectieprocedure, wat betekent dat de faculteit zelf de criteria voor toelating mag bepalen en zelf alle studenten kan selecteren.
“De open sfeer aan de faculteit werd eveneens geprezen”, zegt De Crom. “Iedereen is hier aanspreekbaar zonder reserves, zonder verborgen agenda’s, zonder zich defensief op te stellen.”
Meer buitenlandse studenten
Kritische opmerkingen waren er ook: “Over ons opleidingsprofiel, dat vooral is gericht op de zakelijke dienstverlening, waar ook bij andere universiteiten steeds meer aandacht aan wordt besteed, en niet zozeer op de productie van goederen, zodat het minder onderscheidend is geworden.”
De bachelor International Business Administration zou internationaler kunnen, vindt de commissie, “met meer buitenlandse studenten, meer activiteiten die specifiek zijn gericht op internationale studenten.”, aldus De Crom.
Met glans doorstaan
“Maar hoe we dat gaan aanpakken, moeten we nog bedenken. Het officiële rapport moet nog komen, en daar mogen we dan nog op reageren, en pas daarna verschijnt het definitieve rapport.” Dat zal volgens De Crom voor de zomer nog gebeuren.
Decaan Harmen Verbruggen is “opgelucht.” “Er kan altijd wat zijn, maar dit hebben we met glans doorstaan.” De visitatie was een zogenaamde verkorte visitatie. Dat betekent dat een opleiding niet langer wordt afgerekend op de voorzieningen, zoals de computerfaciliteiten. Daarvoor komt een instellingsaudit, waarbij naar de VU-brede kwaliteiten wordt gekeken.