De Inspectie van het Onderwijs komt in juni met een brief over de problemen aan de Vrije Universiteit. Dat zei onderwijsminister Bussemaker gisteren in de Tweede Kamer.
Volgens de minister heeft de VU last van “draagvlakproblemen”. Eind maart heeft een meerderheid van het college van decanen het vertrouwen opgezegd in rector Lex Bouter. Directe aanleiding voor de vertrouwensbreuk waren de reorganisaties aan de VU en de groeiende kritiek op de kwaliteit van het onderwijs. Een dag later legde Bouter zijn functie neer omdat hij naar eigen zeggen niet de juiste man is om de kwaliteit weer op het gewenste niveau te brengen.
“Ik constateer dat de decanen goed gebruik hebben gemaakt van hun positie”, zei Bussemaker daarover. “Ik heb de indruk dat er nu een goede afstemming is binnen de VU.” Ze geeft de universiteit de kans zich te verbeteren, maar houdt ondertussen wel de vinger aan de pols.
Omdat het Kamerdebat over het wetenschapsbeleid ging, en er met het onderzoek aan de VU volgens haar niets mis is, wilde ze er niet te veel woorden aan vuil maken. “We moeten niet alles gaan vermengen.”
Geen toezicht
Volgens een woordvoerder van de VU zijn er gesprekken gaande met de inspectie over de strubbelingen van de afgelopen maanden, maar ook over de voorgenomen fusie tussen de bètafaculteiten van de VU en de Universiteit van Amsterdam én de onderwijsagenda die de nieuwe rector gaat uitvoeren. “Ze houden het in de gaten, maar onderzoek is een groot woord.”
Er is inderdaad geen sprake van een onderzoek in traditionele zin, zegt ook de onderwijsinspectie. “We houden een vinger aan de pols”, aldus de woordvoerder. Dat betekent overigens niet dat de instelling onder toezicht staat. “Daar is op dit moment geen enkele aanleiding voor.” In juni stuurt de inspectie een brief met haar bevindingen naar de minister.