Volgende week zijn de verkiezingen voor de studentenraad. Wie zijn de lijsttrekkers? Joeri Donker (22, tweedejaars informatie, multimedia & management) voert de lijst aan van de kersverse Bètapartij.
Je zit in een nieuwe partij. Heb je wel bestuurservaring? “Ik ben dit jaar lid van de facultaire studentenraad van exacte wetenschappen. Eerder dit jaar was ik een maand vervangend vice-voorzitter en ook een maand vervangend voorzitter. Maar eigenlijk ben ik algemeen lid van de FSR. Het studentenleven kost ook veel tijd, ik wil op tijd afstuderen en ik wil het als verantwoordelijke van alle exacte studenten graag goed doen.”
Wat doe je dan in de FSR? “De samenwerking tussen de VU en de UvA was een belangrijk punt het afgelopen jaar. Ik moest veel lezen, voerde gesprekken met de facultaire studentenraad van de UvA, met het bestuur van FEW aan de VU, met de FSR van FALW en schreef mee aan het advies over de fusie.”
Doe je er ook nog wat naast? “Ja, ik ben actief lid van Lanx, het studentencorps van de VU. Ik zit bij het dispuut Boreas. We organiseren activiteiten, zoals paintballen, sporten, informatieavonden en samen borrelen met vrouwendisputen. Sinds vorig jaar ben ik ook lid van de JOVD, de jongerenorganisatie van de VVD. Ik had vroeger niet echt politieke interesse, maar realiseerde me dat politiek wel belangrijk is in het leven. Daarom ben ik lid geworden. Ik ga naar debatten en andere bijeenkomsten en mijn interesse groeit nog steeds.”
Waarom wil je bij de universitaire studentenraad? “Ik heb veel plezier in mijn functie bij de FSR. En ik heb zelf ervaren hoe belangrijk onderwijs is. Ik begon op het vmbo, deed versneld mbo en de propedeuse van het hbo. Nu zit ik hier. Op het hbo heb ik in de opleidingscommissie gezeten. Dat vond ik heel leuk, het meepraten over het onderwijs. De FSR bevalt goed en nu wil ik wel in de USR. Het is weer een stapje hogerop.”
Waarom de Bètapartij? “Voor bijvoorbeeld de samenwerking tussen de VU en de UvA is de Bètapartij van belang. Nu zit er maar één bètastudent in de USR! We moeten de belangen van de bètastudent benadrukken en toezien op een goed verloop van de samenwerking. Uiteindelijk is een mix van studenten van verschillende faculteiten goed voor het beeld van wat er speelt op de VU, om te zorgen dat je als USR niks vergeet.”
Is de samenwerking tussen de VU en de UvA het belangrijkste punt voor deze verkiezingen? “Grotendeels wel ja. Men heeft eerst geprobeerd om de Amsterdam Faculty of Science erdoorheen te duwen met te weinig input van de studenten. Er was te veel druk vanuit het college van bestuur en de faculteitsbesturen en daardoor was er tijdgebrek om de AFS goed te realiseren. Dat zorgt ervoor dat de kwaliteit van het onderwijs omlaag gaat. En die moet juist omhoog.”
En de andere punten? “De nieuwbouw die voor het W&N-gebouw en de medische faculteit in de plaats komt, is ook een speerpunt. Daar moet de USR goed op toezien. Ik hoorde net in de faculteitsvergadering dat er dertig procent minder ruimte komt. Wat betekent dat voor studiewerkplekken en voor de studieverenigingen? Mijn streven is om namens de Bètapartij contact te houden met de studieverenigingen en de facultaire studentenraden om te weten wat we missen. Dat gebeurt nu te weinig.”
Is de Bètapartij alleen voor bètastudenten? “We hopen natuurlijk op stemmen van alle studenten exact, geneeskunde, aard- en levenswetenschappen en bewegingswetenschappen. Maar voor anderen zijn bètastudenten ook belangrijk. Ze zijn grotendeels verantwoordelijk voor innovaties in grote bedrijven, dus bèta gaat iedereen aan.”
Heb je een verkiezingsleus? “Stem op mij, want aan onderwijskwaliteit heb je het meest voor je toekomst. Bestuurders zeggen dat de onderwijskwaliteit stijgt, maar ik zie achteruitgang. Er komen steeds meer meerkeuzetoetsen en studenten hoeven niet meer zelf na te denken of iets logisch is of dat het wel echt klopt. De bedoeling van de universiteit is toch dat je op een bepaalde manier leert denken om maatschappelijke problemen op te lossen. Ik wil een waarborging zien van de onderwijskwaliteit.”