De VU moet zeven miljoen euro extra bezuinigen in 2015. Dit staat in de kadernota 2015 die het bestuur vorige week met de ondernemingsraad besprak. De kadernota is de opmaat voor de begroting 2015 die in december klaar moet zijn.
De bezuiniging is min of meer opgelegd door de Raad van Toezicht. Die eist namelijk een sluitende exploitatie over 2015 om het eigen vermogen van de universiteit op peil te houden. Dat vermogen staat onder druk door de kosten van de reorganisatie van de bedrijfsvoering, die naar schatting 49 miljoen euro kost over de periode 2013-2015. En door investeringen in de vernieuwing van de campus.
Minder inkomsten
Zonder bijstelling van het beleid zou het vermogen dalen van 238 miljoen euro aan het einde van 2014 naar 216 miljoen aan het einde van 2015 en 184 miljoen in 2018. Dit moet van de Raad van Toezicht 223 miljoen in 2015 en 235 miljoen in 2018 zijn. Dat betekent dat ook de komende jaren een zuinig beleid wordt gevoerd. Wat vermogen betreft neemt de VU een middenpositie in ten opzichte van andere universiteiten, gemeten aan de hand van de zogeheten solvabiliteit. Dat is een graadmeter voor de verhouding eigen vermogen en schulden.
De faculteiten moeten 2,5 miljoen van de bezuiniging ophoesten. Dat is net zo veel als de gezamenlijke diensten. Het bestuur bepaalt de komende weken hoe de resterende twee miljoen euro wordt bezuinigd.
De universiteit verwacht volgend jaar 458 miljoen euro aan inkomsten te krijgen. Dat is vijf miljoen minder dan in 2014. De uitgaven dalen ook met twaalf miljoen euro. Maar bij die uitgaven komt nog een reservering voor de reorganisatiekosten van 15,5 miljoen.
Andere verdeling
De financiële lasten van de reorganisatie zullen de komende jaren nog voelbaar zijn. Ten eerste ziet het er naar uit dat de nagestreefde structurele besparing op de exploitatie van 21 miljoen euro niet wordt gehaald. Er is nog een gat van drie miljoen euro. Mogelijk moeten de diensten dat bedrag alsnog bezuinigen. Ten tweede wil het bestuur de komende jaren de kosten van reorganisatie, zo’n vijftig miljoen euro, terugverdienen.
Volgend jaar wordt het geld op een iets andere manier over de faculteiten verdeeld. Het verdelingsmodel Vusam is namelijk op 14 punten gewijzigd. Zo vervalt de toeslag voor eerstejaars studenten en gaat het bedrag per masterdiploma omhoog.
In 2016 wil het bestuur ook het kostendoorbelastingmodel invoeren. Dan krijgen de diensten geen eigen budget meer, maar moeten de faculteiten voor afgenomen diensten betalen. Over deze wijzigingen is het bestuur nog in gesprek met de medezeggenschap. Lees hier een eerste reactie van de ondernemingsraad.