VUmc experimenteerde vorige week met de flashmob-onderzoeksmethode. Op één dag onderzochten artsen in bijna veertig ziekenhuizen in Nederland, waaronder VUmc, de doorbloeding van de handen van patiënten. In totaal testten ze ruim 1700 mensen.
“We vroegen patiënten op de eerste hulp en op een aantal afdelingen of ze mee wilden doen”, vertelt Prabath Nanayakkara, hoofd van de sectie acute geneeskunde van het VU Medisch Centrum. “Het onderzoek duurde in totaal niet meer dan drie minuten per patiënt.” Uiteindelijk deden in het VUmc 80 patiënten mee aan het onderzoek.
Bloed in de vingertoppen
Het onderzoek was bedoeld om een goede maat voor de doorbloeding te bepalen. “Bij patiënten die in het ziekenhuis binnenkomen, willen we zo snel mogelijk een schatting maken van de kwaliteit van hun bloedcirculatie”, legt Nanayakkara uit. “Daar is nu geen objectieve maat voor beschikbaar. We meten de bloeddruk en de polsslag, maar het is onduidelijk hoe betrouwbaar die maten zijn.”
In het flashmob-onderzoek hielden artsen de bloeddruk en hartslag in de pols van de deelnemende patiënten bij en deden ook de zogenaamde capillary refill-test. Daarbij wordt er druk uitgeoefend op de vingertoppen, zodat het bloed eruit wegstroomt, waarna wordt gemeten hoe lang het duurt voor het bloed weer is teruggestroomd. De overeenkomsten en verschillen in metingen geven een beeld van hoe betrouwbaar de maten zijn.
Anderhalf jaar
Over de uitkomst van het doorbloedingsonderzoek kan Nanayakkara nog niets zeggen, want de resultaten moeten nog geanalyseerd worden. “Maar we weten nu wel dat flashmob-onderzoek haalbaar is en bruikbaar voor sommige typen onderzoek.” Ter illustratie noemt Nanayakarra zijn onderzoek onder patiënten in Nederland die ernstige problemen hebben in de ambulance. “Om dan de tweeduizend patiënten te krijgen die nodig zijn, zijn we anderhalf jaar bezig, dus we zijn nu zeker tevreden.”