Voor studenten die hun vleugels uitslaan en naar het buitenland vertrekken is het academisch jaar gisteren feestelijk ingeluid. “Mijn vriendin is net terug, en nu ga ik weg.”
Moed
“Dit zal voorlopig de laatste keer zijn dat jullie in het Nederlands worden toegesproken”, zegt Anke Buiteveld tegen de tientallen studenten in de tuin van het Utrechtse Universiteitsmuseum. De directeur internationaal beleid van het ministerie van OCW prijst hen voor hun moed om het over de grens te zoeken.
Elk jaar komen de studenten van het netwerk Nederlandse Wereldwijde Studenten (NWS) bij elkaar om gezamenlijk een nieuw jaar in te luiden. De komende weken vliegen ze weer uit, sommigen voor het eerst, anderen om hun bachelor af te ronden. De een zit al drie jaar in het buitenland, een ander gaat een half jaartje weg. Waar ze heen gaan staat op hun naamkaartjes: Engeland, Duitsland, Singapore, Japan.
Sinterklaas
Het komende jaar zien sommigen elkaar af en toe, vertelt de kersverse voorzitter Marlou Slot. Met een toost heeft ze net haar ambt aanvaard en de borrel geopend. “We hebben wat nws-clubs in het buitenland. Af en toe organiseren die een bijeenkomst, bijvoorbeeld rond Sinterklaas of Koningsdag. Dat zijn toch de momenten dat je Nederland mist.” Ze haast zich om te zeggen dat de Nederlanders in het buitenland echt niet aan elkaar klitten. “We hebben natuurlijk vooral contact met medestudenten.”
Al zouden ze het willen, makkelijk zal het niet zijn om elkaar in het buitenland op te zoeken. Alle maatregelen van de minister ten spijt, het aantal Nederlanders dat in het buitenland studeert blijft nog steeds achter bij het Europees gemiddelde.
Negenduizend pond
“Misschien heeft dat te maken met de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs”, overweegt Michaël Tadesse (24). Toch studeert hij in het Verenigd Koninkrijk en vertrekt hij begin september om aan zijn laatste bachelorjaar te beginnen. Negenduizend pond betaalt hij voor zijn studie. Per jaar. “Maar het is het helemaal waard.” Al is het maar vanwege de mooie ervaringen en het pluspuntje op zijn cv.
Hij is in gesprek met student Duits Jaron Toonen (21) die voor zijn tweejarige master naar Göttingen gaat. “Ik had eigenlijk verwacht dat veel meer studenten dat zouden doen”, zegt hij. “Voor mijn Duits is het belangrijk, en daarbij sluit deze opleiding inhoudelijk beter aan bij wat ik wil dan de masteropleidingen in Utrecht.” Zijn timing is overigens beroerd: “Mijn vriendin is net terug van een periode in het Duitsland. En nu ga ik weg.”