Promovendi hoeven hun inkomen niet meer op te geven om in een sociale huurwoning te mogen wonen. Ze verdienen zelden te veel en het scheelt de huisvesters veel rompslomp.
Om voor een sociale huurwoning in aanmerking te komen, moeten geïnteresseerden aantonen ze niet te veel verdienen. Maar in de nieuwe Woningwet van minister Stef Blok zijn promovendi uitgezonderd van die regel. Een bewijs van inschrijving aan een erkende onderwijsinstelling is voortaan voldoende.
Lastig
“Een doorbraak”, zegt directeur Ardin Mourik-Geluk van Kences, de koepelorganisaties van studentenhuisvesters. “Het was soms ontzettend lastig om het inkomen van promovendi uit te zoeken, vooral als ze uit het buitenland kwamen. Nu dit niet meer hoeft, wordt het makkelijker om goede woningen aan te bieden voor promovendi.”
Huurders van door de overheid gesubsidieerde sociale woningbouw, waaronder ook studentenkamers, mogen niet meer verdienen dan 38.950 euro per jaar. Het inkomen van promovendi is bijna altijd lager. Voltijdstudenten waren al uitgezonderd van de verplichting hun inkomen op te geven.
Eerstejaarskamers
Dit betekent overigens niet dat alle promovendi nog jaren in hun studentenkamer of zelfstandige studio kunnen blijven wonen. “In sommige steden zullen ze vanwege een campuscontract ergens anders heen moeten”, aldus Mourik-Geluk. “Maar de nieuwe wet maakt het wel makkelijker om promovendi verschillende mogelijkheden te bieden.”
Bang dat promovendi de kamers van eerstejaars bezet houden, is hij niet. “Die hebben andere woonwensen. Dat bijt elkaar niet.”