Hogescholen en universiteiten kunnen hun roosters aanpassen. Het is een van de voorstellen van de taskforce die onderzocht hoe de ov-studentenkaart goedkoper kan. “Ze zullen het niet met al onze adviezen eens zijn”, vermoedt voorzitter Jeannette Baljeu.
Hogescholen en universiteiten moeten ervoor zorgen dat studenten buiten de ochtendspits gaan reizen. Bijvoorbeeld door ’s ochtends online colleges aan te bieden of door studenten die van ver komen later op de dag in te roosteren.
Hakken in het zand
Veel instellingen hebben lange tijd hun hakken in het zand gezet. De drukte in het openbaar vervoer is niet ons probleem, redeneerden ze. Maar volgens Jeannette Baljeu, voorzitter van de ‘taskforce beter benutten onderwijs en openbaar vervoer’, hebben hogescholen en universiteiten inmiddels door dat er ook voor hen een taak is weggelegd.
“Sommige waren al bezig met projecten om studenten uit de spits te krijgen”, zegt Baljeu. “Dat de verenigingen van hogescholen en universiteiten niet in de taskforce zaten snap ik wel, de afspraken moeten op regionaal niveau gemaakt worden.”
Wat is dan de meerwaarde van een landelijk taskforce?
“We hebben laten zien wat instellingen kunnen doen om studenten uit de spits te krijgen. We hebben een goede analyse gemaakt van wat er mogelijk is. Instellingen kunnen bijvoorbeeld anders roosteren, meer digitale colleges aanbieden of studenten stimuleren om de fiets of de e-bike te pakken.”
“Maar het grootste winstpunt vind ik de brede steun voor ‘regiotafels’, waar bestuurders, vervoerders en onderwijsinstellingen straks gaan overleggen over mogelijkheden om studenten uit de spits te krijgen. Dit is natuurlijk nog maar het begin, er is nog tijd om alles uit te werken.”
Waarom kiest de taskforce er niet voor om een spitstarief voor studenten te introduceren?
“Daar hebben we wel naar gekeken, maar de verschillen tussen regio’s zijn te groot. In de ene regio kan een half uurtje eerder al heel veel verschil maken, terwijl je ergens anders nog middenin de spits zit. Het gevaar van een landelijk spitstarief is dat we afspraken in de regio gaan belemmeren.”
Uiteindelijk wil minister Bussemaker minder betalen voor de ov-kaart. Kan dat zomaar?
“Vervoersbedrijven zullen het landelijke contract aanpassen als blijkt dat meer studenten in de daluren gaan reizen. Die aanbeveling wordt door iedereen in de taskforce onderschreven, ook door alle vervoerders.”
En wie krijgt dan het geld?
“Daar komt een verdeelsleutel voor. Het ministerie van Onderwijs zal duidelijker moeten maken wat het daar mee wil. Wij denken dat het geld in eerste instantie naar projecten moet die ervoor zorgen dat studenten minder in de spits gaan reizen. Na 2025 gaat het geld naar de hogescholen en universiteiten. Dan is het aan de minister om te bepalen hoe ze dat precies verdeelt.”