Nederland maakt zich niet schuldig aan ongelijke behandeling. Het mag de ov-kaart alleen aan zijn eigen studenten geven en hoeft die niet aan studenten uit andere Europese lidstaten te gunnen.
Het Europese Hof van Justitie stelt de Europese Commissie vandaag in het ongelijk. Die vond het niet eerlijk dat een Britse Erasmusstudent in 2009 geen ov-studentenkaart kreeg en sleepte Nederland voor de rechter. De kosten voor een studie zouden er voor alle EU-burgers gelijk moeten zijn.
Voorwaardelijke lening
Nederland bestreed dit en voerde aan dat de ov-kaart deel uitmaakt van de prestatiebeurs. Het is daarmee eigenlijk een voorwaardelijke lening, want wie geen diploma behaalt moet de kosten van de ov-kaart terugbetalen. Aangezien Erasmusstudenten en andere buitenlandse studenten geen recht hebben op studiefinanciering in Nederland zouden ze dus ook geen ov-kaart hoeven te krijgen.
In januari werd al duidelijk dat Nederland een sterke zaak had. De advocaat-generaal van het Europese Hof verwees het pleidooi van de Europese Commissie naar de prullenmand en het Hof nam dit advies over. In zijn arrest van vandaag stelt het dat de reisvoorziening voor Nederlandse studenten verstrekt is in de vorm van een studiebeurs- of lening. Nederland is dan ook geenszins verplicht de ov-kaart ook toe te kennen aan buitenlandse studenten.