Accreditatieorganisatie NVAO mocht afgelopen week zelf weer eens meemaken wat het betekent om binnenstebuiten te worden gekeerd door een commissie van deskundigen. “Er zijn heel wat liters koffie doorheen gegaan.”
“Ik zal niet slecht slapen vannacht”, zegt voorzitter Anne Flierman van accreditatieorganisatie NVAO. “We moeten nog afwachten of we officieel worden goedgekeurd, maar het ziet er positief uit.”
Elke zes jaar keurt de NVAO alle opleidingen van hogescholen en universiteiten, maar nu moest de keurmeester zelf met de billen bloot. Een internationaal panel van deskundigen kwam onderzoeken of de NVAO weer vijf jaar lid mag blijven van de Europese vereniging van accreditatieorganisaties in het hoger onderwijs (ENQA).
Zinnig
“Een paar dagen voor het bezoek vroeg het ENQA-panel nog allerlei informatie op waarvan ik niet weet of die ook echt is gebruikt”, vertelt Flierman. “Zeer herkenbaar, zal ik maar zeggen. Het is zinnig om te ervaren wat wij anderen laten ondergaan.”
De keuring is vermoedelijk goed verlopen, blijkt vrijdagmiddag uit de mondelinge toelichting van het panel. Flierman heeft al een speech gehouden waarin hij het panel en iedereen die de accreditatie heeft voorbereid bedankt, maar ook de catering en de secretaresses. “Er zijn heel wat liters koffie doorheen gegaan.”
Biertje
Zo’n visitatie verbroedert een beetje, merkt hij op. “Mensen vragen: heb jij je gesprek al gehad, hoe ging het, hoe was de sfeer? Gisteren heb ik wat medewerkers gecomplimenteerd die opvallend netjes gekleed gingen. Nu gaan we naar de kroeg om de hoek, om een biertje te drinken.”
Net als de opleidingen in het hoger onderwijs moest de NVAO een zelfevaluatie schrijven. Daar ging veel tijd in zitten. Ook was er een proefaudit, waarin de NVAO-medewerkers oefenden voor het echte bezoek.
Angst
Veel opleidingen die door de NVAO gekeurd worden leveren te veel gegevens aan, uit angst dat ze tekortschieten. Had de NVAO daar zelf ook last van? “De reflex was er”, geeft Flierman toe, “maar er was toch voldoende vertrouwen om dat niet te doen. Je ziet ook bij onze accreditaties dat opleidingen die neiging vooral hebben als ze niet helemaal zeker zijn van zichzelf.”
Het visitatieproces was op allerlei manieren waardevol, vindt hij. “Alleen al de voorbereiding haalt van alles boven water.” Zo kwam de NVAO tot het inzicht dat ze haar eigen panels van deskundigen betere instructies moet geven: geen stokpaardjes berijden en geen overbodige informatie opvragen.
Behulpzaam
Interessant was ook dat de panelleden van ENQU de universiteiten, hogescholen, studentenbonden en ministeries hebben gevraagd wat ze van de NVAO vinden. “Ik weet niet wat ze precies gezegd hebben, maar de rol van de NVAO wordt toch breed gewaardeerd. Natuurlijk leggen ze allemaal hun eigen accenten en hebben ze suggesties voor de verdere ontwikkeling.”
Ongetwijfeld komt de ENQA straks met aanbevelingen in haar eindoordeel. “Die kunnen heel behulpzaam zijn en onze eigen discussies verder brengen. Dat hoor ik ook vaak van bestuurders van hogescholen en universiteiten: het is fijn als zo’n oordeel op papier staat.”