Docent Latijnse taal en cultuur Lidewij van Gils won dit jaar de VU DocentTalentprijs. “Ik doe het voor mijn studenten”, verklapt ze haar geheim.
“Natuurlijk zit ik in een luxepositie. Bij Grieks en Latijn hebben we nu twintig eerstejaars. Dat is een ideale groepsgrootte. Bovendien zijn het erg gemotiveerde en goede studenten”, zegt Van Gils. Vanaf 2010 is ze universitair docent aan de VU. Ze heeft hier zelf gestudeerd en promoveerde in 2009.
Sinds 2012 bundelen de VU en UvA hun expertise op het gebied van oudheid en archeologie in het Amsterdam Centre for Ancient Studies and Archaeology: ACASA. Daar valt Grieks en Latijn onder. In de bachelor volgen de studenten onderwijs in een gebouw van de UvA in de binnenstad.
Van Gils vindt het een ideale situatie. “Een opleiding moet ook weer niet te klein zijn.Toen ik Latijn studeerde was ik soms de enige student. Je hebt een groepje nodig waarin verschillende interesses en invalshoeken naar voren komen. De één is meer geïnteresseerd in de taalkundige kant, de ander in de retoriek en een derde in de historische interpretatie. Dat levert mooie, boeiende colleges op.”
Student centraal
De student staat voorop bij Van Gils. “Ik sta niet voor de klas een lesje af te draaien. De inbreng van studenten is heel erg belangrijk. Hun vragen en opmerkingen zijn leidinggevend bij mijn colleges. Daardoor loopt het soms heel anders dan ik van tevoren had verwacht. Maar dat maakt het onderwijs boeiend.”
Ze kent alle studenten bij naam en probeert er snel achter te komen wat hun motivatie is om Griekse en Latijnse taal en cultuur en oudheidwetenschappen te gaan studeren. Meestal zijn het heel gemotiveerde studenten. “Vaak hebben ze echt voor hun passie gekozen. Er zijn hier bijna geen uitvallers. Het gebeurt regelmatig dat mensen die er als bijvakker aan zijn begonnen, er toch hun hoofdrichting van maken. Nu ja, ik heb één keer iemand gehad die er eigenlijk aan was begonnen omdat zijn ouders dat wilden.”
Wortels onze cultuur
Ze wil graag dat het vak van het soms wat stoffige imago afkomt. “Nu denken mensen vaak dat je er alleen docent op het gymnasium mee kunt worden, wat overigens een prachtig vak is. Maar ik zou graag classici op allerlei plekken in de samenleving terug zien. In de journalistiek, de politiek, het beleid. Doordat je culturen van tweeduizend jaar oud bestudeert, leer je relativeren en grotere lijnen te zien. Men heeft het nu vaak over de joods-christelijke wortels van de westerse cultuur. Maar wie kan uitleggen wat we daarmee bedoelen? En hoe zit het met de Grieks- Romeinse invloed? In discussies over ‘onze’ culturele identiteit zijn classici waardevolle gesprekspartners.’’
Pre-University College
Vanuit de faculteit Geesteswetenschappen coördineert ze de masterclasses voor het Pre-University College voor middelbare scholieren. Zelf geeft ze die ook. “We hadden het thema overspel gekozen. Dat komt in onze maatschappij voor, maar speelde ook een rol in de literatuur en het dagelijkse leven van de Oudheid. Ik gaf deze masterclass samen met de hoogleraar privaatrecht. Dan krijg je een heel breed perspectief. Dat helpt om mensen uit hun eigen vaste denkpatroon te halen en maakt oude klassieke teksten ineens heel actueel.”
Vernieuwing
Zelf is ze nog lang niet uitgekeken op haar vak. Zelfs na tweeduizend jaar interpretatie van teksten gebeuren er nog regelmatig nieuwe dingen. Ze wijst erop dat het vakgebied klassieke talen en oudheid onlangs een Zwaartekracht-subsidie, de grootste onderzoekssubsidie van NWO, heeft gekregen voor ‘anchoring innovation’.
Er worden nog steeds nieuwe teksten ontdekt, vertelt ze, en nieuwe inzichten ontwikkeld. “In de taalwetenschap is bijvoorbeeld de laatste decennia veel aandacht voor partikels. Dat zijn kleine woordjes, zoals dan en ook. Die komen in alle talen voor, en in het Grieks zijn het er heel veel. Vertalers weten er vaak niet goed raad mee, en laten ze dan maar weg. Nu zijn we de betekenis veel preciezer aan het bestuderen. En klassieke teksten worden telkens weer in een nieuwe context geplaatst. Elke generatie haar eigen interpretatie.”