Gefeliciteerd, je bent toegelaten tot de masteropleiding. Maar voldeed je ruimschoots aan de eisen of ging je met de hakken over de sloot? Vaak horen studenten daar niets over, stelt de Inspectie van het Onderwijs.
Het is een ‘pijnpunt’, menen de inspecteurs. Twee derde van de masterstudenten krijgt na de selectieprocedure geen ‘feedback’ op hun prestaties. Ook vindt twee vijfde van de studenten de procedure ‘niet transparant’.
Dat staat in een ‘tussenrapportage’ over de masteropleidingen die minister Van Engelshoven vorige week naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. In de Tweede Kamer ligt selectie gevoelig: de toegankelijkheid van het onderwijs kon weleens in gevaar komen.
Behoorlijke kritiek
Vandaar dat de Onderwijsinspectie haar licht erover laat schijnen: wat vinden studenten zelf van de selectie? Uit deze tussenrapportage – de inspecteurs zijn nog lang niet klaar met het onderwerp – blijkt dat studenten behoorlijke kritiek hebben.
Toch lijken ze niet erg consequent in hun mening. Ondanks klachten over de gebrekkige transparantie is driekwart van de 474 bevraagde studenten tevreden over de verstrekte informatie en de organisatie van de selectieprocedure. Ook vindt de overgrote meerderheid dat de selectie eerlijk was.
Critici van selectie vrezen dat selectie de tweedeling in het onderwijs in de hand werkt, zelfs als opleidingen alles volgens het boekje doen. Onzekere studenten zouden namelijk aan ‘zelfselectie’ doen en zich niet aanmelden voor selectieve opleidingen waar ze eigenlijk heel geschikt voor zouden zijn.
Niet prettig
Daar vindt de inspectie inderdaad aanwijzingen voor. Van de 450 ondervraagde studenten aan niet-selectieve masteropleidingen hebben er 130 overwogen om voor een selectieve master te kiezen. Een op de tien dacht het niveau niet te halen, en misschien was dat wel ten onrechte.
Maar er waren meer redenen om selectie te mijden. Bijna een op de vijf vond de toelatingsprocedure ‘te intensief’. Een op de zeven noemde de ‘competitieve aard’ van een toelatingsprocedure niet prettig.