De aandacht voor excellentie in de wetenschap is doorgeschoten, vindt het Rathenau Instituut. Sommige vakgebieden raken inmiddels in de verdrukking. Ook het onderwijs heeft eronder te lijden.
De afgelopen dertig jaar heeft de politiek er alles aan gedaan om excellentie in de wetenschap te bevorderen: er zijn allerlei beurzen die verdeeld worden onder de beste wetenschappers. Aanvragers moeten met elkaar concurreren om het geld.
Het budget voor ‘excellent onderzoek’ is meer dan verdubbeld van 160 miljoen euro in 2006 tot 370 miljoen euro in 2016. Onderzoekers strijden zowel in eigen land als in Europa om geld.
Kleine verschillen
Dit beleid verdient nu ‘heroverweging’, schrijft het Rathenau Instituut in Excellent is niet gewoon, een rapport met een advies aan het parlement. Wetenschappers zijn steeds meer tijd kwijt aan die onderlinge competitie, terwijl de onderlinge kwaliteitsverschillen niet zo groot zijn.
En ‘gewoon onderzoek’ is ook heel waardevol, wil het Rathenau onderstrepen. Het hoeft niet allemaal excellent te zijn. Het is ook vreemd dat iedereen excellent zou moeten zijn. Dat kan per definitie niet. Bovendien heb je het probleem dat kwaliteit niet altijd herkend wordt, als een wetenschapper nogal individueel bezig is of weinig gangbaar onderzoek doet.
Rechtstreeks geld geven
Misschien moeten die excellentieprogramma’s zich voortaan op werkelijk uitzonderlijke wetenschap richten, overweegt het Rathenau. Dan is er aanzienlijk minder budget nodig voor de zogeheten Veni-, Vidi- en Vicibeurzen (voor excellente wetenschappers in verschillende stadia van hun loopbaan). Het overgebleven geld zou je kunnen besteden aan thematisch onderzoek of gewoon rechtstreeks aan de universiteiten kunnen geven, die het naar eigen inzicht kunnen besteden.
Zo niet, dan moet in elk geval de definitie van excellent eens tegen het licht worden gehouden. “Nu is het predicaat excellent voorbehouden aan uitstekend fundamenteel onderzoek dat in toptijdschriften terechtkomt”, stelt Rathenau. “Maak het ook van toepassing op uitstekend onderwijs, bijzondere samenwerkingsvormen, exceptionele valorisatieactiviteiten, en dergelijke.”
Stroom van kritiek
Dat laatste is overigens niet zaligmakend, zeggen de onderzoekers erbij. Het voordeel is dat je dan op allerlei manieren excellent kunt zijn, maar het nadeel is dat dezelfde problemen dan ook zullen opduiken bij excellent onderwijs, excellente samenwerking enzovoorts.
Het rapport past in een stroom van kritiek op competitie en werkdruk in de wetenschap, waar ook het onderwijs onder te lijden heeft. Protestbeweging WOinActie wil dat de overheid beduidend meer geld uitgeeft aan hoger onderwijs en onderzoek, en hoopt dat de werkdruk dan omlaag gaat. Anderen, zoals hoogleraar Willem Schinkel, benadrukken dat de werkdruk vooral uit het systeem zelf komt, nog los van het precieze budget.