Met een commissie van studievereniging Aureus zet Otte van der Goot een ontwikkelingsprogramma op voor ondernemers in Oeganda.
Vorig jaar heb je rondgereisd. Beetje vakantie vieren en een beetje weeskinderen redden?
“Nee, het reizen was puur voor de leuk. Ik heb reizigers gesproken die tijdelijk in weeshuizen werkten, maar dat leek me niet de goede manier om te helpen. Ik hoorde dat de kinderen daar het juist moeilijk hebben omdat ze begeleiders telkens maar kort zien. Eerlijk gezegd was het voor die reis nooit in me opgekomen om vrijwilligerswerk te doen. In Zuid-Afrika was ik één dag vrijwilliger bij een soepkeuken waar vrienden van mij werkten. We gingen met een foodtruck naar een vuilnisbelt. De mensen die daar woonden, kwamen op ons afrennen. Ze duwden oude mensen aan de kant. Ze grepen het brood echt uit onze handen.”
Is dat jouw motivatie om je nu meer in te zetten?
“Later op die dag stond ik aan een prachtig strand waar gigantische strandvilla’s vanwege het winterseizoen leegstonden. Dat was wel het moment waarop ik echt het grote verschil tussen arm en rijk zag. Tijdens de eerste dag van mijn master hield iemand van Aureus een praatje over hun Graduates Development Program. Zij vertelde hoe ze drie jaar geleden naar Panama waren gegaan om daar een maand lang lokale ondernemers te helpen. Toen heb ik me aangemeld en ben ik gevraagd als voorzitter. Dit jaar gaan we naar Oeganda. Ik vind zo’n ontwikkelingsprogramma een mooie manier om wat bij te dragen.”
Ga je als witte man naar Afrika om daar te vertellen hoe ze het beter moeten doen? Is dat wel zo verstandig?
“Ik snap dat dit soort hulp gevoelig kan liggen. Toen we mensen voor dit project zochten, hebben we alle sollicitanten ook gevraagd hoe ze ermee omgaan als mensen hun hulp niet willen. Het afslaan van hulp mag natuurlijk, er zijn ook altijd mensen die het wél willen. Voor ons vertrek doen we uitgebreide research naar de cultuur en de gang van zaken in Oeganda. Een VU-docent heeft contact met ons opgenomen, zijn vrouw komt toevallig uit Oeganda. Waarschijnlijk komen zij langs om een gastcollege te geven. En we werken met een lokale partner, non-profitorganisatie Kulika. Zij hebben al veel ervaring in het werken met deze boeren.”
Boeren? Wat weet je als aanstaand accountant nou van het boerenbedrijf?
“Daar hebben we inderdaad geen verstand van. Alle studenten die meegaan hebben een economische achtergrond. We gaan mensen vooral helpen om hun onderneming stabieler te maken. We kijken wat die boeren daarvoor nodig hebben. Zo kunnen we bijvoorbeeld een businessplan maken. En we helpen mensen ook met goederen, niet met geld. Bij een van de vorige projecten is er een website voor een massagesalon gemaakt, zodat meer mensen het bedrijf kunnen vinden. Die masseur appt nog elke maand om te vertellen dat het goed gaat.”
Graduates Development Program
Sinds 2013 vertrekt jaarlijks een team van vijftien studenten van studievereniging Aureus (School of Business and Economics) naar een ontwikkelingsland om hun kennis te delen met lokale ondernemers. Om ze daarbij te helpen werft de vereniging ook fondsen. Meer info hier.