Opleidingen als geneeskunde, criminologie en fysiotherapie hanteren een studentenstop: een maximaal aantal eerstejaars. Dat heet een numerus fixus. Er zijn best veel van die… numerus fixussen?
Soms heb je het meervoud nodig van numerus fixus, bijvoorbeeld als je wilt beweren dat veel opleidingen studenten aan de poort tegenhouden. Maar wat is dat meervoud dan? Het is in elk geval niet ‘numerus fixussen’. Dat gebruikt helemaal niemand.
Is het soms ‘numerus fixi’? Zo schreef het ministerie van OCW het vorige week in de toelichting op een wetsvoorstel. In dit parlementaire vergaderjaar is het twee keer gebruikt en in voorgaande jaren dook het ook weleens op.
Wat is goed?
‘Numeri fixi’ is populairder. Dat meervoud werd vorig jaar veertien keer gebruikt. Maar hoe zit het nu eigenlijk: wat is goed en wat is fout?
We vragen het de Nijmeegse hoogleraar taalbeheersing Marc van Oostendorp. Hij snapt wel dat we uitgerekend hem opbellen. “Als hoogleraar taalbeheersing ga ik natuurlijk ook over het Latijn.”
Correct Latijn
Want ‘numerus fixus’ (vast aantal) komt natuurlijk uit het Latijn en zelfstandige naamwoorden op -us krijgen in die taal meestal een meervoud op -i, zoals promovendus/promovendi en criticus/critici. Er zijn wel uitzonderingen (zoals corpus/corpora), maar het meervoud van numerus is numeri. Het bijvoeglijke naamwoord fixus verandert mee.
Numeri fixi is dus correct Latijn, maar is het ook correct Nederlands? “Het is dat je het rechtstreeks vraagt”, zegt Van Oostendorp. “Ik houd er niet van om te zeggen: dit is goed of slecht Nederlands. Wat er wel of niet goed is, verandert de hele tijd en is ook afhankelijk van wie je voor je hebt.”
Groene Boekje
Hij pakt het Groene Boekje erbij. “Ik kan weinig anders doen. Een hoogleraar heeft geen betere toegang tot de norm dan een ander. Er zijn boekjes waar de norm in opgeschreven staat en die sla je dan open. Wetenschappelijk gezien is het niet echt interessant.”
Numeri fixi staat in deze woordenlijst der Nederlandse taal genoemd als het meervoud van numerus fixus. Numerus fixi staat er niet bij, laat staan numerus fixussen. Van Oostendorp: “Ik hoef me niet te committeren aan deze norm, ik hoef nu alleen maar te zeggen wat de norm is. Anderen kunnen er de taalnazi mee uithangen.”
Zelf snapt hij wel waarom mensen soms ‘numerus fixi’ schrijven. “Dan vatten ze ‘numerus fixus’ als één woord op en zetten ze alleen de uitgang in het meervoud. Bij een woord als artsexamen wordt het meervoud ook niet artsenexamens.”