In de zesjaarlijkse evaluatie van onderzoeksgroepen en wetenschappelijke instituten krijgt goed personeelsbeleid voortaan meer aandacht, net als open science. Cijferlijstjes verdwijnen uit de beoordeling.
Dat melden universiteitenvereniging VSNU, onderzoeksfinancier NWO en wetenschapsgenootschap KNAW. De nieuwe spelregels gelden vanaf 2021 voor de volgende periode van zes jaar. Recente discussies over de beoordeling van wetenschappers en problemen met hoge publicatiedruk en wetenschappelijke integriteit hebben invloed gehad op de nieuwe koers.
Voor de onderzoeksevaluaties door commissies van deskundigen hanteert de Nederlandse wetenschap het zogeheten SEP-protocol. Om de koerswijziging te markeren, verandert de naam van het protocol, al blijft de afkorting hetzelfde. Het ‘Standard Evaluation Protocol’ wordt nu het ‘Stategic Evaluation Protocol’.
Inhoudelijk oordeel
De pijlers van de beoordelingen blijven de kwaliteit van het onderzoek, de maatschappelijke relevantie en de toekomstbestendigheid van de eenheid. Met andere woorden, is het onderzoek goed, wie heeft er iets aan en kunnen de onderzoekers nog een poosje voort?
Binnen die criteria wordt voortaan “in het bijzonder” gekeken naar open science (het delen van onderzoeksuitkomsten met de buitenwereld), promovendibeleid, academische cultuur en personeelsbeleid, verklaren de organisaties.
De cijfermatige beoordeling wordt vervangen door een “scherp inhoudelijk oordeel” met aanbevelingen. Vorige week liet het Rathenau Instituut zien dat er in de loop der jaren steeds hoger werd gescoord in de evaluaties.
Coronacrisis
Wat niet verandert: nog altijd worden de onderzoekseenheden (vakgroepen of hele instituten) beoordeeld in het licht van de doelen die zij zichzelf hebben gesteld.
Op 20 april zou het nieuwe protocol aan minister Van Engelshoven worden aangeboden op een bijeenkomst voor iedereen die met de evaluaties te maken heeft. Gezien de coronacrisis zou het kunnen dat die bijeenkomst wordt afgeblazen.