De hele dag zit VU-bestuursvoorzitter Mirjam van Praag met twee beeldschermen voor haar neus, de coronacrisis te managen en plannen te maken voor na de crisis. ‘Maar de sfeer is goed, waardoor we dit goed kunnen lijden’.
Mirjam van Praag, de voorzitter van het college van bestuur van de VU, begint vroeger dan normaal aan haar werkdag nu ook zij thuiswerkt. Half acht ‘s morgens in plaats van half negen, maar ze houdt ook een uur eerder op, namelijk om acht uur ‘s avonds. “Doorgaans heb ik ‘s avonds nog allerlei verplichtingen, diners en conferenties, maar die zijn nu weggevallen”, aldus Van Praag.
Ze houdt dus meer tijd over om te lezen, maar dat gaat niet meer na een hele dag Skypen en Zoomen. “Ik heb ‘s avonds rode, vierkante ogen van het gestaar naar die beeldschermen, dus ik ben overgestapt op luisterboeken.” En ze heeft een goede vriend die een roman geschreven heeft, zijn debuutroman, die rond deze tijd uit had moeten komen, maar dat is uitgesteld vanwege de corona. Hij leest er ‘s avonds uit voor aan een selecte groep mensen. Via Zoom, dat weer wel.
“Ik heb ‘s avonds rode, vierkante ogen van het gestaar naar die beeldschermen.”
Maar ze is ‘s avonds moe en gaat dus ook vroeger naar bed. “De dagen zijn veel vermoeiender, nu. Door de ongewone situatie, maar ook door de onzekerheid van alles.” Bovendien is het veel drukker dan normaal. “Naast alle normale dagelijkse bezigheden moeten we er een crisis bij managen en dat is alsof we een brand blussen die maar niet over gaat. De eerste uitdagingen hebben we, samen met iedereen op de VU, getackeld, door het online onderwijs te organiseren, de activiteiten op de VU-campus stop te zetten en te zorgen dat iedereen thuis kon doorwerken. Maar nu zijn er weer nieuwe uitdagingen, zoals hoe het straks verder moet als iedereen weer naar de VU komt in de anderhalvemetersamenleving, hoe we dat regelen, wat dat kost.”
Hechte gemeenschap
Dus zit ze de hele dag met twee beeldschermen voor haar neus, omdat ze de meeste vergaderingen moet voorzitten. “Iedere dag heb ik een bespreking met het crisisteam, twee keer per week overleg met de voorzitters van de andere universiteiten, een keer per week een vergadering met de voorzitters van de universitaire studentenraad en de ondernemingsraad, soms vaker, wekelijks een grote Zoom-meeting met de decanen, directeuren bedrijfsvoering en directeuren diensten en een vergadering met alleen de decanen elke week.”
“De sfeer is echt goed, de VU is een hechte gemeenschap”
Soms doet ze iets per telefoon, zoals dit interview met Ad Valvas. “Dan kan ik even lekker in de tuin zitten.”
Wat het werk makkelijker en plezieriger maakt, zegt ze, is de sfeer. “Die is echt goed, de VU is een hechte gemeenschap, waardoor we dit allemaal goed kunnen lijden.”
Ook met de andere leden van het college van bestuur heeft ze dagelijks contact. Rector Vinod Subramaniam werd meteen aan het begin van de coronacrisis flink ziek, samen met zijn vrouw, maar is inmiddels grotendeels hersteld. Het derde collegelid, Marcel Nollen, is volgens Van Praag de “stille kracht” van het VU-bestuur. “Hij is direct verantwoordelijk voor het functioneren van het crisisbestuur, terwijl ik eigenlijk vooral de communicatie doe. Daarnaast zit hij ook nog in het crisisteam van universiteitenkoepel VSNU, die zijn besluiten moet terugkoppelen naar de minister, bijvoorbeeld het onlangs genomen besluit over het bindend studieadvies.”
Studievertraging
Het crisismanagement is nu bezig om fase 2 van de coronacrisis aan te pakken, legt Van Praag uit. Dat betekent dat er besloten wordt wat er op de langere termijn moet gebeuren. “Daarbij krijgen de decanen en de directeuren bedrijfsvoering een grotere rol, waarbij hun verantwoordelijkheden worden verdeeld aan de hand van verschillende thema’s, zoals het onderwijs en hoe we dat straks gaan aanpakken, het onderzoek, hoe we voorkomen dat de carrières van onze medewerkers te veel stokken door de crisis en hoe we ervoor zorgen dat de studenten niet te veel studievertraging oplopen.”
“Iedereen is zo hard aan het werk, maar geef jezelf ook rust.”
En er wordt tijdens deze crisis veel geleerd dat straks niet verloren mag gaan. Docenten innoveren hun online onderwijs op een manier die straks na de crisis goed van pas kan komen. “Een goede combinatie van online en offline onderwijs kan een kwaliteitsverbetering betekenen”, aldus Van Praag. Ook in het online vergaderen ziet ze voordelen. “De vergaderingen worden er in elk geval korter door. Er ontstaat een zekere flexibiliteit die wel handig is. Mij valt het in elk geval erg mee.”
Het welzijn van de docenten is een grote zorg. “Als je online onderwijs moet verzorgen en ook nog het thuisonderwijs van je kind moet begeleiden, terwijl je ook nog een jonger kind hebt dat nog niet naar school gaat en een partner die ook werkt, dan is het zwaar. En in het begin kunnen veel mensen nog op hun reserves interen, maar hoe doe je dat als dit langer gaat duren? Maar volgens mij houdt iedereen aan de VU behoorlijk rekening met elkaar en ik hoor dat collega’s elkaar bijstaan en helpen.”
Dat wil ze iedereen op het hart drukken: “Iedereen is zo hard aan het werk, maar geef jezelf ook rust. Zorg goed voor jezelf en wacht daarmee niet tot we de brand meester zijn.”