In de week van de verkiezingen zijn Tweede Kamerleden blij verrast dat nieuwe eerstejaars volgend jaar slechts 542 euro collegegeld betalen. Maar de oppositie plaatst ook vraagtekens bij deze uitgave van 100 miljoen euro.
“Ik had het nog expliciet gevraagd in het debat”, zegt Dennis Wiersma (VVD). “Want het zou zo duidelijk en logisch zijn: iedereen een halvering van het collegegeld, dus ook de eerstejaars. Toen zei de minister dat het niet ging gebeuren. Maar het zit dus toch anders? Dat lijkt me mooi voor studenten.”
Inderdaad spraken de onderwijswoordvoerders van de Tweede Kamer eind februari met de minister over het enorme steunpakket voor het onderwijs van 8,5 miljard euro. Daarin zit ook een halvering van het collegegeld in studiejaar 2021/2022.
Uitgezonderd
“We hebben nu de eerstejaars in het hoger onderwijs uitgezonderd”, zei minister Ingrid van Engelshoven toen, “omdat ik goede hoop heb dat we volgend jaar gewoon weer een nagenoeg vol studiejaar kunnen hebben, met veel minder beperkingen dan nu.”
Eerstejaars hoeven sinds 2018 sowieso maar het halve collegegeld te betalen. Bovendien hebben ze nog geen studievertraging kunnen oplopen, en eigenlijk is die vertraging de reden voor het halveren van het collegegeld. Een dubbele halvering leek de minister misschien te veel van het goede.
Maar uiteindelijk is daar – zonder enige aankondiging – toch voor gekozen. De kosten: ongeveer 100 miljoen euro. Het is een meevaller voor iedereen die volgend jaar gaat studeren.
“Heel mooi”, vindt Jan Paternotte van D66, partijgenoot van de minister. “Ook als signaal aan al die havisten en vwo’ers die hun eindexamen in een coronajaar hebben moeten doen, voor een groot deel thuis. Op zich snap ik dat een dubbele halvering niet het plan was, maar het pakt mooi uit voor eerstejaars!”
Basisbeurs
Ook de ChristenUnie vindt het goed nieuws. “Het is uiteindelijk gewoon de consequentie van de keuzes”, zegt Kamerlid Eppo Bruins. “Maar het pakt goed uit.”
Bruins kijkt alvast vooruit naar de volgende regeerperiode. “We moeten de volgende generatie niet met hoge studieschulden opzadelen”, vindt hij. “Deze maatregel zorgt ervoor dat de studieschuld niet verder oploopt, en is daarmee een mooie aanloop naar de terugkeer van de basisbeurs.”
Frank Futselaar van oppositiepartij SP vindt het op zich ook prima. “Elke maatregel die studeren voor jongeren iets gemakkelijker of goedkoper maakt is natuurlijk meegenomen.” Maar hij maakt zich eigenlijk meer zorgen om de huidige studenten. “Vooral de groepen die bijvoorbeeld extra vertraging hebben opgelopen door uitgevallen stages et cetera. Mijn prioriteit zou eerder zijn om voor hen extra middelen te reserveren.”
Veel van deze studenten krijgen overigens een bedrag van 535 euro als ze dit studiejaar hun diploma behalen en als ze volgend jaar nog studeren, profiteren ze van het halve collegegeld. Maar dat is volgens Futselaar niet altijd genoeg: “Ik zou nog graag een maatwerkregeling voor schrijnende gevallen zien.”
Fijne start
Hij krijgt bijval van Lisa Westerveld (GroenLinks). “Dit is een fijne start voor nieuwe studenten, die hopelijk tegen die tijd weer volledig onderwijs krijgen”, zegt ze. “Maar voor studenten die alles op alles hebben gezet om, ondanks dit coronajaar, toch af te studeren, is de tegemoetkoming wel erg mager. Zij hebben veel druk ervaren en baantjes en stages zien wegvallen. Voor deze groep moet de minister nog wel iets extra’s doen.”
De halvering van het collegegeld voor eerstejaars studenten is in 2018 ingevoerd. CDA en ChristenUnie wilden eigenlijk de basisbeurs terug, maar VVD en D66 niet. Dit was het compromis. De coalitiepartijen hoopten hiermee de stap naar het hoger onderwijs makkelijker te maken voor studenten met een krappe portemonnee.