Het kabinet trekt miljarden euro’s uit om het onderwijs door de coronacrisis te slepen. Twee hoogleraren onderwijswetenschappen zijn kritisch op de plannen. Wat hebben studenten die dit jaar afstuderen er bijvoorbeeld aan?
Met een steunpakket van 8,5 miljard euro hoopt het kabinet de ergste klappen van de coronacrisis in het onderwijs op te vangen. Op verzoek van de Tweede Kamer bogen hoogleraren onderwijswetenschappen Tamara van Gog (Universiteit Utrecht) en Roel Bosker (Rijksuniversiteit Groningen) zich over de plannen met een zogeheten ‘wetenschapstoets’.
Verwarrend
De hoogleraren keken daarbij naar allerlei criteria, van de vindbaarheid van informatie tot de doelmatigheid. Ze velden steeds met drie icoontjes hun oordeel: een groen vinkje (voldoende), een gele driehoek (verdient aandacht) of een rood kruis (verbeterpunt).
Het resultaat? Vijf gele driehoeken en vier rode kruizen. Want de doelen van het steunprogramma zijn nu nog onduidelijk, vinden Van Gog en Bosker. Wat wil het kabinet er precies mee bereiken, en voor welke groepen leerlingen en studenten? Dat er iets voor het onderwijs moet gebeuren, is duidelijk. Maar de plannen die nu op papier staan zijn nog wel verwarrend, zei Bosker gisteren tijdens een rondetafelgesprek met de onderwijswoordvoerders van de Tweede Kamer.
De hoogleraren richtten hun schijnwerper vooral op het primair en voortgezet onderwijs, maar ook het hoger onderwijs kwam aan bod. Zo is het volgens hen volstrekt onduidelijk wat de omvang van de opgelopen studievertraging is. Een grondige landelijke analyse ontbreekt, en er wordt “eenvoudigweg” uitgegaan van een gemiddelde studievertraging van een halfjaar.
Een ander doel van het programma is het verlichten van de sociaal-emotionele gevolgen van de coronacrisis. Maar krijgen alle studenten dan extra steun, vragen de wetenschappers zich af, of alleen diegenen die door de crisis psychische problemen hebben ontwikkeld?
Vouchers
Daarnaast vrezen ze dat met de compensatiemaatregelen een belangrijke groep studenten over het hoofd wordt gezien. “Het gaat dan om studenten die dit academisch jaar de opleiding verlaten, al dan niet met diploma, maar niet de kansen hebben gehad die ze normaliter zouden hebben gekregen”, zei Van Gog in de Tweede Kamer.
Want aan de halvering van het collegegeld volgend studiejaar hebben deze studenten niets. De hoogleraren opperen daarom een “individuele aanpak” als alternatief, bijvoorbeeld met financiële compensatie of met vouchers voor extra onderwijs.
Het is een aanbeveling waar demissionair minister Van Engelshoven waarschijnlijk niet op zit te wachten. Ze heeft in de Tweede Kamer al meerdere keren moeten uitleggen waarom niet alle afstudeerders dit jaar ‘coronacompensatie’ krijgen.
Heldere doelen
En hoe zit het met de steun voor onderzoekers? Van Gog en Bosker vinden het goed dat het kabinet geld uittrekt om vertraagde wetenschappers met een tijdelijke aanstelling verlenging te geven. Maar het onderzoek van ud’s en uhd’s met vaste aanstellingen heeft eveneens te lijden gehad onder de crisis, waarschuwen ze, en deze groep heeft nu geen compensatieregeling.
Ook de financiële verantwoording van het programma mag duidelijker, vinden de hoogleraren. In het algemeen vinden ze het voorgestelde beleid voor het hoger onderwijs wat vrijblijvend. En dat zal uiteindelijk ook gevolgen hebben voor de evaluatie van het programma. Zonder heldere doelen weet je immers niet waar je op moet koersen, zei Bosker. “En dan weten we over 2,5 jaar nog steeds niet of we ons doel hebben bereikt.”