Eind jaren zestig, begin jaren zeventig van de vorige eeuw braken over de hele wereld massale studentenprotesten uit, ook in Nederland, waar in 1969 het gebouw van de Katholieke Economische Hogeschool in Tilburg het eerste was dat door studenten werd bezet. Ze doopten het om tot ‘Karl Marx Universiteit’. Pas daarna volgde de bezetting van het Maagdenhuis door UvA-studenten en ook aan de VU bezetten studenten in 1969 het bestuursgebouw, het Provisorium, waar het college van directeuren ze door de politie uit liet slepen.
God en de wereld dienen
Het ging de activistische studenten om democratisering van de universiteit, maar ook om het bestrijden van allerlei misstanden in de wereld en uiteindelijk om het omverwerpen van het kapitalistische systeem. “Aan de VU wilden ze daarnaast nog deels van het christelijke karakter af”, zegt universiteitshistoricus Ab Flipse.
Flipse: “De VU was van oudsher een gereformeerde universiteit waar iedereen welkom was, maar van de staf en bestuurders werd verwacht dat ze de grondslag van de VU onderschreven. Rond 1970 werd de VU een oecumenische universiteit, met als doelstelling het dienen van God en de wereld. Maar de linkse studenten vonden dat ook deze verruimde doelstelling geen voorwaarde mocht zijn om deel te nemen aan een democratisch universiteitsbestuur.”
In 1969 werd de VU nog bestuurd door steile gereformeerden met behoorlijk autoritaire trekjes
In 1969 werd de VU nog bestuurd door steile gereformeerden met behoorlijk autoritaire trekjes, maar in 1972, toen de VU nog een keer bezet werd, was het bestuur wat pragmatischer. De bezetting begon op 22 februari, morgen dus precies 50 jaar geleden, en duurde vijf dagen. Behalve studenten deden ook medewerkers van de VU mee. Hun eis: verregaande democratisering waarbij een gekozen universiteitsraad van studenten en medewerkers in feite het hoogste bestuursorgaan moest worden.
Scène uit de film 1972: Bezet (Geheugen van de VU)
Een van de bezetters was sociologiestudent Pim Fortuyn, de man die dertig jaar later een populistische revolutie zou veroorzaken. Hij was in februari 1972 net afgestudeerd en was volgens zijn autobiografie de ‘voorzitter van de honderdurenbezetting’, zoals de bezetting naderhand genoemd werd.
“Andere betrokkenen zien dat iets anders, die vinden dat Fortuyn zichzelf een te grote rol toedicht”, zegt Flipse daarover. “Maar hij was toen al een opvallende figuur die gekleed ging in driedelig grijs, en die om die reden wel geschikt geacht werd om met het VU-bestuur te onderhandelen.”
Dat bestuur had zich teruggetrokken in het Esso-Motor-hotel, helemaal aan de andere kant van de De Boelelaan, nu het Holiday Inn. ‘Van daaruit begint de zenuwenoorlog’, schrijft Fortuyn. ‘Het is dreigen en kietelen, we komen natuurlijk nimmer tot overeenstemming.’
Echte schurk
Fortuyn maakt er een heroïsche strijd van, met een echte schurk, voorzitter van het college van directeuren Gerard Sizoo, tevens hoogleraar natuurkunde. ‘Een zeer onsympathieke, buitengewoon autoritaire man’, volgens Fortuyn, die een ramkoers inzette. “Die past ook precies bij hem; de man heeft een Indisch verleden en heeft nog gevochten bij het KNIL, waaraan hij een zwaargehavend gelaat heeft overgehouden.” “Volledig verzonnen, dat Indisch verleden”, tekent Flipse aan, “maar het past natuurlijk mooi in Fortuyns verhaal.”
Fortuyn is de held, die samen met rector Wilhelm de Gaay Fortman, “Gaius” voor intimi en dus blijkbaar ook voor Fortuyn, een “ingenieuze persverklaring” opstelt waardoor de bezetters hun actie zonder gezichtsverlies kunnen beëindigen.
‘De hele avond wordt er gemusiceerd, gedanst, gedronken, gegeten en gevreeën’
De bezetting eindigt met een groot feest. ‘De hele avond wordt er gemusiceerd, gedanst, gedronken, gegeten en gevreeën’, aldus Fortuyn. ‘Nooit meer heb ik zo’n geweldig feest meegemaakt.’
Scène uit de film 1972: Bezet (Geheugen van de VU)
“In werkelijkheid viel er niet zoveel te vieren”, meent Flipse. “Het VU-bestuur had allerlei dingen toegezegd, maar nader bekeken kwam dat neer op: we zullen ernaar kijken. Uiteindelijk werd er niks vastgelegd. Flipse: “De studenten dachten dat de wereld nu voor hen openlag, maar dat was nogal naïef. In de praktijk paste het bestuur een tactiek van repressieve tolerantie toe, en deed het alsof het de inbreng van de studenten heel serieus nam, om uiteindelijk toch zijn eigen zin door te drukken. Er zijn daarna ook nog verschillende bezettingen aan de VU geweest, maar nooit meer met het enthousiasme van de honderdurenbezetting van 1972.”
Managerscultuur
Toch werd de VU in 1972 democratischer, als gevolg van de Wet Universitaire Bestuurshervorming (WUB) die in 1970 aangenomen werd. De VU kreeg nu een dualistisch bestuur met een universiteitsraad van studenten en medewerkers en het college van bestuur.
“Maar dat waren soms lange vergaderingen en stroperige besluitvormingsprocessen”, vertelt promovendus geschiedenis Floris van Berckel Smit, die de universitaire bestuurlijke organisatie in de periode na de bezetting onderzoekt. “In de jaren tachtig werd de managerscultuur populair en stonden managersboeken bovenaan de bestsellerslijsten, nog boven kook- en dieetboeken. Het bedrijfsleven begon als voorbeeld voor de publieke sector te fungeren. De nadruk kwam te liggen op efficiëntie en meetbare resultaten. Deze ontwikkeling wordt New Public Management genoemd.”
‘De medezeggenschap mocht niet meer meebesturen’
Ook de medezeggenschap werd volgens bedrijfsmodel ingericht. Van Berckel Smit: “Het bestuursmodel ging van dualisme naar monisme. De medezeggenschap mocht niet meer meebesturen, ze kreeg medezeggenschap, met adviesrecht en een aantal bijzondere bevoegdheden. Dat werd vastgelegd in de wet Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie (MUB) van 1997.”
Scène uit de film 1972: Bezet (Geheugen van de VU)
Minder democratie dus. “Maar dat is later gedeeltelijk weer teruggedraaid”, aldus Van Berckel Smit. “Zo kregen de ondernemingsraad en de studentenraad het recht om één lid van de raad van toezicht voor te dragen en kreeg de medezeggenschap instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting. Daarnaast kregen de opleidingscommissies een flinke vinger in de pap wat het onderwijs betreft.”
De vijftigste verjaardag van de honderdurenbezetting wordt herdacht met de expositie 50 jaar – 100 uren bezetting. Die is tot half april te zien in de erfgoedvitrine in het hoofdgebouw op 1 hoog, naast de ingang van de UB. De tentoonstelling opent op dinsdag 22 februari om 16 uur met een minisymposium over de VU-bezetting in 1972 in debatcentrum 3D. Hier tonen ze ook een fragment van de documentaire over de bezetting Dit is het begin met uitleg van oud-bezetters Jochum de Graaf, Elli Izeboud en Anton van der Meijden.