Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
22 november 2024

Campus
& Cultuur

‘Voor echte diversiteit moet je verder gaan dan wat politiek correct is’

Myra Colis is een immigrant uit de Filipijnen en een studerende moeder van in de veertig. Ze is een beetje een 'vreemde eend' binnen de studentenraad, waar ze de VU helpt te definiëren wat diversiteit precies betekent en hoe ervoor gezorgd kan worden dat studenten zich thuis voelen.

Bachelorstudent Law in Society Myra Colis is halverwege de veertig, moeder van twee kinderen en een Filipijnse migrant. Ze heeft al veel werkervaring opgedaan als radioverslaggever in de Filipijnen, als journalist en docent in China en als ondernemer in Nederland. In 2012 kwam ze naar Nederland om bij haar man, een Poolse expat, te gaan wonen. Ze overleefde borstkanker en schreef daar een boek over, ze begon in 2019 aan een nieuwe opleiding aan de VU en is lid van de studentenraad.

Kortom, Colis weet hoe het is om de vreemde eend in de bijt te zijn. “De andere raadsleden waren aanvankelijk een beetje sceptisch. Ze vroegen zich af of ik, als studerende moeder, wel tijd had voor mijn werk voor de studentenraad. Maar ze wenden er al snel aan en zeggen zelfs dat ik ze een soort moedergevoel geef. Ik weet niet wat dat betekent, maar ik neem aan dat ze me nu vertrouwen en accepteren.”

Colis had al een academische bachelor in massacommunicatie behaald, maar in Nederland kreeg zij te horen dat een Filipijnse bachelor van vier jaar hier gelijk staat aan twee studiejaren. “Dus moest ik nog twee jaar studeren om als academische bachelor erkend te worden. Maar in plaats van dezelfde studie opnieuw te doen, koos ik ervoor iets nieuws te gaan studeren wat me interesseerde: Law in Society.”

Ze vertelt dat haar daardoor een groot verschil tussen China en Nederland duidelijk werd. China is natuurlijk ook anders dan de Filipijnen, maar het is wel allebei Azië. “In Europa is alles zo strikt en systematisch geregeld. Ze kijken naar je diploma en beoordelen of dat aan bepaalde Nederlandse standaarden voldoet, zonder te kijken naar wat je eigenlijk kan en welke ervaring je al hebt.”

Colis heeft het gevoel dat ook als een organisatie diverser probeert te worden, er nog steeds vastgehouden wordt aan deze formele gang van zaken. “Tegenwoordig hebben bedrijven die personeel zoeken een set van criteria die ze af willen vinken bij mogelijke kandidaten voor de functie, waaronder of je een persoon van kleur bent, LHBTQ of een vrouw. Waardoor je gaat denken dat je gekozen wordt omdat je aan deze voorwaarden voldoet, in plaats van om wat je kunt. Ik denk niet dat dat echte diversiteit is. Voor echte diversiteit moet je veel verder gaan dan wat politiek correct is.”

Rolstoelvriendelijk

Een voorbeeld van deze oppervlakkige benadering van diversiteit is een recent incident bij de VU waar Colis bij betrokken was. “Ik heb een vriendin die ook aan de VU studeert en in een rolstoel zit. Iemand van het personeel van de VU vroeg mij of ik haar wilde vragen of ze gefotografeerd zou willen worden voor promotionele doeleinden, om te laten zien hoe serieus de VU diversiteit neemt. Mijn vriendin wilde dat niet. ‘De VU is helemaal niet zo vriendelijk tegenover mensen met een beperking’, vertelde ze me. ‘In het Nieuwe Universiteitsgebouw zijn de deuren niet toegankelijk en extreem moeilijk te openen voor mensen in een rolstoel, en de meeste wc’s op de campus zijn ook niet toegankelijk.’

‘Ik kan niet begrijpen hoe je een heel nieuw gebouw kan bouwen en daarbij nog steeds geen rekening houdt met mensen met een beperking’

“De studentenraad signaleert deze problemen en als we het melden bij het College van Bestuur of de betreffende besluitvormers, krijgen we te horen dat ze het niet wisten of het zich niet gerealiseerd hadden, maar dat ze ermee bezig zijn. Mensen met een beperking klagen hier echter al heel erg lang over. Ik kan niet begrijpen hoe je een heel nieuw gebouw op de campus kan ontwerpen en bouwen en daarbij nog steeds geen rekening houdt met mensen met een beperking.”

Colis denkt dat mensen met een beperking de groep mensen is die het vaakst over het hoofd gezien wordt, maar er is ook voor andere groepen nog veel werk te doen om hun het gevoel te geven dat ze erbij horen. Neem bijvoorbeeld de internationale studenten. “Dit heeft voornamelijk met de taalbarrière te maken”, zegt Colis. “Dat is voor ons in de studentenraad geen probleem, omdat de universiteit ons onder andere voorziet van tolken en documenten voor ons laat vertalen. Maar als je kijkt naar de informatie die alle andere studenten krijgen, is er zoveel informatie die alleen in het Nederlands beschikbaar is.”

Langzame verandering

Colis weet uit eigen ervaring dat het moeilijk is om geaccepteerd te worden door een groep Nederlandse studenten. “Niet alleen vanwege de taal. Het is een kwestie van cultuur. Nederlandse mensen lijken afstand te houden van mensen met wie ze denken niet veel gemeen te hebben. Het duurt even voordat ze aardig tegen je zijn. Daardoor blijven studenten geïsoleerd van elkaar. Daarom bedacht de studentenraad een jaarlijkse cultuurdag waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en over elkaars culturen en landen van herkomst kunnen leren. We hopen dat dit het eerste is van vele evenementen die studenten zullen helpen om makkelijker met elkaar te verbinden.”

‘We worden nooit betrokken bij gesprekken over de toekomst van de universiteit’

Universiteiten passen zich erg langzaam aan de veranderende studentenpopulatie aan, vindt Colis. “Kijk naar studenten zoals ik, met jarenlange professionele ervaring en de wens om mijn vaardigheden uit te breiden om te voldoen aan de eisen van de arbeidsmarkt. Ik ben ervan overtuigd dat er meer studenten zoals ik zullen komen, maar we worden nooit betrokken bij gesprekken over de toekomst van de universiteit. Zouden we bijvoorbeeld echt drie jaar extra moeten studeren? Of zou een versneld studieprogramma beter zijn?”

“Toen de campus weer openging na de lockdowns, werd van ons verwacht dat we weer terug naar de campus zouden komen omdat de VU een campusuniversiteit is, werd ons verteld. Maar de lockdown was voor mij juist een geweldige oplossing, omdat die het makkelijker maakte om mijn studie te combineren met het gezinsleven, de zorg voor mijn kinderen en om hen te helpen bij hun schoolwerk. Ik had veel extra tijd. Dus waarom mag ik mijn hoorcolleges niet gewoon nog steeds online volgen en alleen naar de campus komen voor werkgroepen en dat soort zaken? Dit zijn vragen waarvan ik denk dat ze erg belangrijk zijn als je het hebt over diversiteit en inclusiviteit.”

Vreemde eend

‘Nu ik weet hoe het voelt om de ‘vreemde eend in de bijt’ te zijn, kan ik inzichten voor het verder propageren van de cultuur van diversiteit en inclusiviteit op de VU beter delen,’ schreef Colis een paar maanden geleden in Ad Valvas. ‘Het ongemak van een eerste ontmoeting komt voort uit het gebrek aan kennis en begrip. Maar als je je openstelt en anderen echt accepteert, ontstaat er magie.’

‘De lockdown was voor mij juist een geweldige oplossing’

Het gevoel erbij te horen begint bij een bepaalde mindset, zegt ze nu. “Ik heb er geen probleem mee als mensen mij niet als een van hen ervaren. Als ze me niet accepteren, dan niet.” Ze realiseert zich echter dat dit makkelijker voor haar is om te zeggen, aangezien zij een gezin thuis heeft dat van haar houdt en haar nodig heeft, dan voor studenten die van verder weg komen en misschien helemaal alleen zijn in Amsterdam. “Mensen zijn soms eenzaam, en daarom is het goed dat de VU recent, op aandringen van de studentenraad, het Student Wellbeing Point geopend heeft. Maar dat is voor mensen die dringend hulp nodig hebben. Er moeten ook meer mogelijkheden komen voor studenten om elkaar gewoon te ontmoeten en over persoonlijke dingen te praten in een veilige omgeving.”

“Ik ben bijvoorbeeld student-mentor geweest voor een groep studenten die de Broader Mind-cursus volgen, een vak dat ontwikkeld is om het academisch perspectief van mensen uit te breiden. Daarbij horen wekelijkse sessies waarin studenten hun persoonlijke kijk op maatschappelijke vraagstukken delen. Tijdens die sessies zijn er veel persoonlijke verhalen gedeeld en uit de evaluatie bleek dat studenten dit ontzettend hebben gewaardeerd. Het vak duurt vier maanden maar ik denk dat er iets structurelers op dat gebied georganiseerd moet worden voor studenten, zodat ze dit soort dingen met elkaar uit kunnen wisselen, vrienden kunnen maken en zich op hun gemak kunnen voelen.”