Nederlandse universiteiten en hogescholen mogen binnenkort filialen openen in het buitenland. Na een fel debat over academische vrijheid en censuur heeft de Tweede Kamer daar gisteravond mee ingestemd.
Het wetsvoorstel kreeg niet alleen steun van regeringspartijen VVD en PvdA, maar ook van GroenLinks, D66, CDA, SGP en nog een paar kleine fracties. De grote steun voor het wetsvoorstel betekent dat het kabinet ook in de Eerste Kamer geen problemen zal krijgen.
Laatste stemming
Het was de allerlaatste stemming in de Tweede Kamer voordat het parlement met reces gaat. Tot de verkiezingen van 15 maart komen de leden niet meer bijeen.
De dag ervoor twistten de Kamerleden vooral over de campus die de Rijksuniversiteit Groningen wil starten in het Chinese Yantai zodra de wet is aangenomen. Daar hebben veel partijen hun vraagtekens bij, want hoe zit het daar met de academische vrijheid?
Eisen voor vrijheid
D66 stelde daarom voor om het wetsvoorstel enigszins te wijzigen: het kabinet moet eisen stellen aan de academische vrijheid in landen waar zo’n opleiding wordt gestart. Dus als Groningen een branch campus in China wil openen, dan kan dat alleen onder strenge voorwaarden.
Dat haalde de angel eruit. Toen dat amendement eenmaal werd aangenomen met steun van alle partijen in de Tweede Kamer, konden de meeste fracties zich in het voorstel vinden.
Fiasco
De SP blijft ertegen en voorziet praktische problemen. De wet geeft ruim baan aan megalomane plannen van onderwijsbestuurders, vreest de partij, en als het op een fiasco uitloopt, mag het Nederlandse onderwijs ervoor betalen.
Ook de PVV ziet er weinig in. Die partij meent dat het aanmoedigen van internationalisering bij een ideologie van open grenzen en globalisering past, waar de PVV niets van moet hebben.