Een VU om nog trotser op te zijn, dat willen alle drie de lijsttrekkers in de studentenraadsverkiezingen. In een debat gistermiddag peilde Advalvas waar ze voor staan.
“Ik ben trots op de VU als ik hier iets extra’s kan doen”, reageert Koen van Dijk van Verenigingen United op de eerste stelling bij het debat. Die stelling luidt: Trots bereik je met goed onderwijs, niet met VU vlaggen en -truien. Die vlaggen en truien hoeven niet zo van hem en dat het onderwijs goed moet zijn, lijkt hem vanzelfsprekend. “De VU hoort faciliteiten te bieden voor studenten die iets speciaals doen, zoals topsport, in het bestuur van een vereniging zitten, of een tweede studie doen. En vooral met die tweede studie zijn nog best problemen.”
Koen Voors van de UniversiteitsPartij is het met hem eens. “Er is een cultuuromslag op de universiteit nodig zodat er meer waardering komt voor activiteiten buiten het directe studieprogramma. Daar kunnen studenten zich mee profileren.” Hij is dan ook erg blij met het initiatief van het studentenforum om een levendiger campus te krijgen. “Ik ben trots op de VU als het ook aangenaam is om er buiten je studie-uren te verblijven.”
Geen VU-trui
Imke Hottentot van de Bètapartij vindt dat er nu al genoeg dingen zijn waar je blij van wordt. “Er zijn best veel goede opleidingen en faciliteiten hier om je te ontplooien, zoals dat ik lid van de studentenraad kan worden naast mijn drukke studie.” Nu bij de bèta’s veel discussie is over samenwerking met de UvA, merkt ze dat de bètastudenten hier ook meer van zich laten horen. “Ik zou niet weten waarom UvA-studenten trotser op hun universiteit zouden moeten zijn dan wij. Maar daarom hoef ik nog niet in een VU-trui te gaan lopen. Dat straalt een beetje rivaliteit uit, alsof het Ajax tegen Feyenoord is.” Ze heeft wel een belangrijke wens en dat is dat in de nieuwbouw de studieverenigingen ook goede faciliteiten en een eigen ruimte krijgen. Daar zijn de andere partijen het van harte mee eens.
Hottentot voelt niets voor strenge selectie bij toelating tot de masters, zegt ze over de tweede stelling: Alle masters moeten selecteren aan de poort. “De VU heeft een heel diverse groep studenten met ook best veel stapelaars. Dat maakt deze universiteit bijzonder. Dan moet je niet alleen de topstudenten toelaten tot de masters, maar juist met die divers samengestelde groepen werken aan onderwerpen die relevant zijn voor maatschappelijke problemen.”
Beter informatie
Voors vraagt zich af of selectie wel echt werkt. “Bij sommige masters zijn nu al strenge toelatingseisen. Maar scheid je daarmee echt het kaf van het koren? Nu vallen ook studenten uit die toegelaten zijn.” Hij ziet meer heil in goede informatie over het studieprogramma, zodat studenten zelf een afweging kunnen maken of een master al dan niet geschikt is voor hen.
En Van Dijk ziet nog een nadeel bij selectie, namelijk dat studenten zich helemaal gaan fixeren op het halen van hoge cijfers om aan de toelatingseisen te voldoen. “Als je na het afstuderen gaat solliciteren, kijken ze echt niet alleen naar je cijferlijstje. Het is juist ook belangrijk wat voor extra dingen je hebt gedaan, zoals actief zijn in een studentenvereniging.’’ Hij pleit er voor dat studenten naast hun cijferlijst ook een overzicht krijgen van andere activiteiten die de universiteit relevant acht voor hun opleiding. Nu krijgen bijvoorbeeld leden van de universitaire studentenraad al zo’n certificaat.
Snelkookpan
Dat is een mooi opstapje naar de derde stelling, namelijk: Alle studenten moeten een maatschappelijke stage doen. De VU heeft plannen om studenten elk jaar 61 studiepunten te laten halen in plaats van 60. Voor dat ene punt moeten de studenten iets maatschappelijks doen – bijvoorbeeld een maatschappelijke stage.
“Nee, daar ben ik fel op tegen”, zegt Voors. “De studie is nu al een snelkookpan omdat je eigenlijk geacht wordt in drie jaar je bachelor te halen. Dan moet je zo’n stage niet verplicht stellen.” En wie zit er op te wachten vraagt hij zich af. “Zijn ze blij bij de kinderboerderij als een student geschiedenis zich komt melden met de mededeling dat hij hier een maand verplicht moet werken van de universiteit?”
Zomerstage
Hottentot ziet ook een hoop praktische problemen. “Hoeveel is dat eigenlijk, dat 61ste studiepunt? Zes keer 28 uur. Kun je dan wel een stage doen?” Maar ze vindt wel dat er een goede regeling moet komen voor studenten die echt serieus een stage buiten de universiteit willen lopen. “Misschien moet er een stageplatform komen, waar de mogelijkheden op staan. En dat je een stage kunt doen in plaats van een minor of dat je stage kunt lopen in de zomer. Maar het hoort wel vrijwillig te zijn.”
Veel verschillen zijn er dus nog niet ontdekt tussen de drie partijen die dit jaar meedoen aan de verkiezingen voor de universitaire studentenraad. En grappig is dat alle lijsttrekkers een bijna zelfde antwoord geven op een vraag uit de zaal wat de VU zo bijzonder maakt: dat de VU zich moet onderscheiden van andere universiteiten. Misschien dat de partijen daarom op elkaar lijken. Eigenlijk zijn ze allemaal nu al trots op hun universiteit, de VU!
De verkiezingen voor de universitaire en facultaire studentenraden zijn van 10 tot en met 13 april. De aftrap is maandag om 12.45 uur met gratis patat en een toespraakje van Wouter Bos, oud-PvdA -eider, ex-minister en nu bestuursvoorzitter van het VU medisch centrum.