Volgens minister Van Engelshoven is het niet eenvoudig om de studievouchers voor studenten zonder basisbeurs vervroegd uit te betalen. Op z’n snelst kan dat pas na twee jaar, tot ongenoegen van het CDA en GroenLinks.
Tijdens een overleg in de Tweede Kamer maakten het CDA en GroenLinks zich gisteravond opnieuw hard voor de eerste lichtingen ‘pechstudenten’ zonder basisbeurs die als compensatie studievouchers ter waarde van tweeduizend euro krijgen. Zij mogen die nu pas vijf tot tien jaar na afstuderen verzilveren en niet gebruiken om bijvoorbeeld het collegegeld voor een masteropleiding te betalen.
CDA-Kamerlid Van der Molen vroeg de minister of ze nog had onderzocht of de vouchers echt niet eerder konden worden uitbetaald. Haar antwoord was helder: nee dat kon niet, en dan schieten ze bovendien hun doel voorbij. Het huidige tijdpad is gekozen om een impuls te geven aan ‘leven lang ontwikkelen’ en deeltijdonderwijs in Nederland, aldus de minister. Bovendien zou voor een vervroegde uitbetaling een kasschuif en een wetswijziging nodig zijn. “Ik kan geen kortere scenario’s gaan onderzoeken dan twee à drie jaar.”
Toch niet lenen?
GroenLinks, de SP en de PvdA signaleerden dat het draagvlak onder het leenstelsel wegvalt en riepen de minister op om het uitgebreid te laten evalueren, bijvoorbeeld door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Ook wilden ze weten welke alternatieve studiefinancieringsstelsels er mogelijk zijn, waarin niet of minder wordt geleend.
“Dit is de motie die je wist dat zou komen”, sneerde VVD-Kamerlid Tielen. Vreemd dat GroenLinks deze motie nu al indient, vond ze, terwijl bij de invoering van het leenstelsel een motie van partijleider Klaver is aangenomen om het na vier jaar goed te evalueren. “Wij willen dat nog wat specifieker maken”, was de reactie van GroenLinks-Kamerlid Westerveld.
Ook de SP zag zijn kans schoon om te pleiten voor de herinvoering van de basisbeurs. “De politieke verhoudingen omtrent het leenstelsel zijn verschoven”, zei Kamerlid Futselaar. Hij vindt dat een volgend kabinet snel aan de gang moet kunnen met een nieuw stelsel en vroeg de minister alvast met voorstellen te komen. Maar die wilde daar niets van weten. Ze bleef het leenstelsel verdedigen en gaat niet werken aan alternatieven.
Taalkeuze verantwoorden
Ook het taalbeleid in het hoger onderwijs kwam ter sprake. De Onderwijsinspectie meldde begin dit jaar dat bijna de helft van de instellingen die anderstalige opleidingen aanbieden, geen verplichte gedragscode heeft waarin ze hun taalkeuze verantwoorden. In een motie wilden de SGP en het CDA weten hoe de inspectie wil voorkomen dat instellingen de regels aan hun laars lappen.
De minister ontraadde de motie omdat hogescholen en universiteiten volgens haar goed op weg zijn. Rond het einde van het jaar zal iedereen de gedragscode op orde hebben, verwacht ze. Bovendien zal tegen die tijd haar wetsvoorstel Taal en toegankelijkheid klaar zijn waarin mogelijk nieuwe regels staan.