De Vrije Universiteit is initiatiefnemer en voorzitter van Aurora: een nieuw netwerk van negen West-Europese universiteiten die zich gezamenlijk willen inzetten voor ‘het bevorderen van het maatschappelijk belang en het vinden van oplossingen voor mondiale uitdagingen’.
Rankings en citatiescores geven geen compleet beeld van hoe goed een universiteit is, meent VU-baas Jaap Winter, stichtend voorzitter van Aurora. “Natuurlijk zijn ze wel belangrijk, maar het zegt alleen iets over het onderzoek dat ze doen. Andere zaken verdienen ook de aandacht.”
Aurora
Deze negen universiteiten maken deel uit van het netwerk:
Vrije Universiteit Amsterdam
Grenoble-Alpes Universiteit (Frankrijk)
Universiteit van Aberdeen (Schotland)
Universiteit Antwerpen (België)
Universiteit van Bergen (Noorwegen)
Universiteit van Duisberg-Essen (Duitsland)
Universiteit van East Anglia (Engeland)
Universiteit van Gothenburg (Zweden)
Universiteit van IJsland.
Gelijkgestemden
Winter zocht naar gelijkgestemde universiteiten die aan drie criteria voldoen: ze verrichten excellent onderzoek, hebben openheid en diversiteit hoog in het vaandel en zijn erop uit om maatschappelijk verschil te maken in de internationale samenleving.
Niet-westerse studenten
De VU zet zich volgens Winter al jaren in op deze onderwerpen. Hij wijst bijvoorbeeld op een onderzoek over diversiteit dat vorige week verscheen en waar de universiteit hoog scoorde op het aandeel niet-westerse studenten. “Voor ons en de andere universiteiten van Aurora is inclusiviteit een belangrijk thema: in Antwerpen wonen ook relatief veel allochtone bevolkingsgroepen. Göteborg heeft de laatste jaren veel vluchtelingen opgevangen die hun weg naar de universiteit weten te vinden.”
Heel ander onderzoek
Ook over onderwerpen als duurzaamheid, klimaatverandering en de opmars van de digitale technologie kunnen de universiteiten straks kennis uitwisselen. “Hoeveel mensen worden nu eigenlijk geraakt door inzichten die op de universiteit worden ontwikkeld?” vraagt Winter zich af. “Daarvoor moeten we misschien wel op een heel andere manier onderzoek gaan doen dan we tot dusver hebben gedaan.”