De VU heeft veel mooie praatjes over het belang van goed onderwijs, maar daar komt in de praktijk maar weinig van terecht. Dat vindt docent innovatiemanagement Meindert Flikkema, die onlangs door de VU werd uitgeroepen tot docent van het jaar.
“Er staan allemaal mooie dingen over onderwijs in plannen en visies, maar wat komt er daadwerkelijk van terecht?”, vraagt Flikkema retorisch. “Ik zie dat nog maar heel aarzelend veranderen.”
Matig gewaardeerd
Het steekt hem dat hij na bijna vijftien jaar, ondanks dat hij gepromoveerd is, in wetenschappelijke tijdschriften publiceert, verschillende keren is genomineerd voor een onderwijsprijs en drie keer is uitgeroepen tot best lecturer aan zijn eigen faculteit, en nog steeds de allerlaagste rang als universitair docent heeft. Dat laat volgens hem zien hoe matig onderwijs nog steeds gewaardeerd wordt aan de VU.
“Onderwijs krijgt nog niet de aandacht die het verdient”, zegt Flikkema. “Promotie, demotie, je hele academische carrière wordt bepaald door wat je presteert op onderzoeksgebied. Natuurlijk, je moet in staat zijn ook nog de boel droog te houden als je voor het bord staat, maar het draait vooral om publicaties.”
Dingen kunnen
Daardoor steken veel wetenschappers volgens Flikkema niet meer tijd en energie in hun onderwijstaak dan strikt noodzakelijk is. “Veel hoogleraren zien het doceren als corvee.”
In een essay, ‘Sense of serving’, heeft Flikkema zijn visie op onderwijs uiteengezet. “Docenten vertellen nog teveel aan studenten wat zij weten”, aldus Flikkema. “Het gaat teveel over dingen weten, en te weinig over iets kunnen.”
Lees het hele interview met de docent van het jaar in de nieuwe Advalvas.