Ga nu al met studenten en docenten praten over nieuwe vormen van kwaliteitsbewaking in het hoger onderwijs. Dat advies geeft minister Bussemaker aan onderwijsbestuurders.
Na allerlei politiek geharrewar gaat het er toch van komen: een experiment met de kwaliteitszorg in het hoger onderwijs. Drie universiteiten en drie hogescholen mogen eraan meedoen.
Studenten en docenten moeten wel met de plannen van hun bestuurders instemmen. Daarom zouden ze nu al met elkaar om tafel moeten, vindt minister Bussemaker. Dan blijft de vaart erin.
Eigen keuringen
In het experiment kunnen hogescholen en universiteiten een ‘instellingsaccreditatie’ krijgen van onderwijskeurmeester NVAO. Dat is een officieel stempel van vertrouwen in hun kwaliteitsbewaking: zij zullen heus wel zorgen dat er genoeg collegezalen en docenten zijn, daar hoeft de NVAO niet meer op toe te zien. De instellingen moeten daarvoor hun eigen keuringen op poten zetten.
Hebben ze die ‘instellingsaccreditatie’ eenmaal bemachtigd, dan hoeft de NVAO de afzonderlijke opleidingen minder grondig door de molen te halen. De keurmeesters kijken dan alleen nog naar het eindniveau: als de scripties en eindwerkstukken in orde zijn, zal het met de rest immers ook wel goed zitten.
Raad van State
De minister moet het experiment nog aan de Eerste en Tweede Kamer voorleggen en ook de Raad van State zal er nog over adviseren. Maar hogescholen en universiteiten kunnen in het najaar al laten weten of ze interesse hebben. Waarschijnlijk gaat het experiment in 2017 van start.