Alleen de beste en slimste buitenlandse studenten mogen na de Brexit nog aan Britse universiteiten komen studeren. De nieuwe regering wil de eisen rondom immigratie flink aanscherpen.
Angst voor immigratie was dit voorjaar één van de belangrijkste argumenten voor het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. Amber Rudd, de Britse minister van Binnenlandse zaken, wil de stroom van internationale studenten flink terugdringen.
Volgens de Britse krant The Guardian komen er jaarlijks 600 duizend migranten Groot-Britannie binnen. Daarvan zijn er 167 duizend student.
Banen afpakken
Het grote aantal internationale studenten dat na hun opleiding blijft hangen is Rudd een doorn in het oog. Ze nemen banen in die eigenlijk bedoeld zijn voor Britten, meent ze. Bovendien kunnen familieleden van internationale studenten eveneens een werkvisum krijgen. Ook dat moet anders, vindt Rudd.
Ze wil dat universiteiten strenger gaan selecteren. Nu kunnen zelfs studenten die niet vloeiend Engels spreken een opleiding volgen, stelt Rudd. Wat haar betreft zijn straks alleen de beste en de slimste studenten nog welkom.
Het idee is niet nieuw. Vorig jaar was de huidige premier Theresa May minister van Binnenlandse zaken en opperde ze een soortgelijk plan om de instroom van buitenlandse studenten te bemoeilijken: studenten moesten na hun afstuderen Groot-Brittannië verlaten. Wilden ze een baan, dan moesten ze vanuit hun eigen land een werkvisum aanvragen.
Nederland
In Nederland heeft een vergelijkbare discussie gespeeld. In 2012 moest Halbe Zijlstra, de toenmalige staatssecretaris van Onderwijs, zijn mening herzien. Ook hij dacht dat buitenlandse studenten Nederland geld zouden kosten. Hij liet een onderzoek uitvoeren door het Centraal Planbureau. Tot verrassing van velen bleek daaruit dat het de Nederlandse economie zo’n 740 miljoen euro per jaar zou opleveren als één op de vijf buitenlandse studenten hier na zijn studie zou blijven werken.