Bij de studentenraadsverkiezingen is de UniversiteitsPartij de grote winnaar. De Bètapartij, van oudsher de grootste, moest zetels inleveren.
“Best wel een historische overwinning”, noemt lijsttrekker David Palm de vijf zetels die de UniversiteitsPartij (UP) afgelopen donderdag binnenhaalde tijdens de studentenraadsverkiezingen. Zowel de Bétapartij als Verenigingen United kwamen op drie zetels uit.
Grauw en grijs
Palm vermoedt dat zijn partij goed gescoord heeft met haar programma dat zich richt op duurzaamheid. “Dat is nu een belangrijk onderwerp voor studenten. Er wordt hier op de campus nog zo veel weggegooid dat gerecycled kan worden.” Ook wil de partij zich inzetten voor een mooiere campus. “Veel mensen vinden het hier grauw en grijs.”
Een belangrijk agendapunt voor het komende jaar wordt de communicatie van de studentenraad naar de studenten. Die kan veel beter, vindt Palm. “Nu was ik bij de verkiezingen soms tien minuten bezig om studenten uit te leggen wat de universiteitsraad precies doet. Pas dan konden we het over ons programma hebben. Dat is niet handig.”
Lage opkomst
Dat de verkiezingen voor de studentenraad niet echt onder studenten leeft, blijkt wel uit het lage opkomstpercentage. Maar 11,38 procent van de studenten stemde. Vorig jaar waren dat er nog bijna vijf procent meer.
Misschien kan de universitaire studentenraad iets leren van de facultaire studentenraden. Bij de zeven raden waar verkiezingen werden gehouden, had alleen de bétafaculteit met 11,22 een lagere opkomst. Maar de deelraad bij de faculteit Geesteswetenschappen van opleiding Philosophy, Politics and Economics (PPE) had een opkomst van maar liefst 56,61 procent. Ook bij het Amsterdam University College was men stemlustig. De opkomst was daar 28,89 procent.