“We zijn het op hoofdlijnen met elkaar eens”, concludeerde collegevoorzitter Jaap Winter tevreden aan het slot van het universiteitsdebat gistermiddag over de raadpleging. Met die conclusie lijkt een eind te komen aan jarenlange onrust aan de VU die in 2012 begon met de oprichting van de Verontruste VU’ers. Een van de voormannen daarvan, Boris Slijper, leidde het debat gisteren in met een historisch overzicht van het verzet tegen het rendementsdenken.
“Protest en verzet zijn één. Maar verandering is iets heel anders. Wat gebeurt er na de revolutie?”, vroeg Slijper zich aan het einde van zijn speech af, waarin hij het college van bestuur nadrukkelijk prees voor de wijze waarop het is omgegaan met het protest op de VU. Het bestuur heeft geen politie ingezet tegen de studenten die de kerkzaal bezetten en werkte ruimhartig mee met de raadpleging van de VU-gemeenschap waarin allerlei kritiekpunten met mogelijke oplossingen aan studenten en medewerkers zijn voorgelegd.
Stoom afgeblazen
Tijdens het debat stonden de uitkomsten van de raadpleging ter discussie. Wat een verschil met de bijeenkomst van ruim een jaar geleden op 30 maart waar tot de raadpleging werd besloten. Toen zat het Auditorium barstensvol met verontruste medewerkers en studenten en kon je de boze stoom die werd afgeblazen bijna letterlijk voelen.
Nu was de zaal nog niet voor de helft gevuld met voornamelijk mensen uit de medezeggenschap, de bestuurlijke kringen en een handjevol studenten. ‘Het is een beschaafde gedachtenwisseling’, twitterde Verontruste VU’er Piet Wagemans dan ook.
Collegevoorzitter Jaap Winter mocht de bal aftrappen met een uiteenzetting over het financieringsmodel van de universiteit. Door de nadruk op beloning van het aantal diploma’s en publicaties is dit model vaak verantwoordelijk gehouden voor de perverse prikkels van het rendementsdenken. Met die kritiek is Winter het grotendeels eens. Het moet anders in zijn ogen. Daarom heeft hij het idee gelanceerd om prestaties te waarderen aan de hand van wat het bijdraagt aan de academische meerwaarde.
Vast budget
Maar goed, het duurt nog even voordat deze benadering handen en voeten heeft. Desondanks Winter nam alvast een voorschot. “De financiële voorspelbaarheid en zekerheid voor faculteiten moet beter worden verankerd”, zei hij. Concreet houdt het in dat faculteiten over meerdere jaren een vast budget krijgen, de zogeheten vaste voet, waarmee ze hun onderwijs en onderzoek moeten financieren.
“Dat klinkt prachtig allemaal, maar het gaat om de uitvoering”, reageerde Laura Henderson, voorzitter van de ondernemingsraad. En daar kwamen de smalle marges van de praktische mogelijkheden om de hoek kijken. Zoveel verandert er nu ook weer niet, stelde Winter. Nu al staat een groot deel, zo’n tachtig procent, van de financiering van de faculteiten voor meerdere jaren vast. Maar de jaarlijkse fluctuaties als gevolg van veranderende aantallen studenten bijvoorbeeld, zorgen wel voor veel onrust. En die onrust wil Winter temperen.
De rector verduidelijkte het voornemen door te zeggen dat vooral voor het onderwijs een meerjarige basisfinanciering nodig is, zodat docenten voor langere tijd weten waar ze aan toe zijn.
Scherpe keuzes
Maar voor die zekerheid moeten de faculteiten ook zelf zorgen, benadrukte Winter. Tenslotte bepalen de faculteiten zelf hoe intern het geld wordt verdeeld. Dus is het aan de faculteiten of ze opleidingen wel of niet een meerjarig budget toekennen.
Een andere verantwoordelijkheid van de faculteiten is dat ze binnen hun budget blijven en niet regelmatig meer geld uitgeven dan ze hebben. Want dat zorgt voor de ellende van reorganisatie, zoals bij de faculteit Aard- en Levenswetenschappen. “Dat betekent scherpe keuzes maken van wat je wel en niet doet”, benadrukte de collegevoorzitter.
En daarmee belanden we bij het tweede thema uit de raadpleging. Wie nemen eigenlijk de beslissingen? Oftewel hoe democratisch is de universiteit? “Dat is een complex vraagstuk’’, erkende de voorzitter van de studentenraad Bram Kragting. Hij zit dan ook in een wat lastig parket. Slechts vier procent van de studenten vulde de raadpleging in en dit jaar waren er geen verkiezingen voor de universitaire studentenraad omdat er niet genoeg kandidaten waren.
Betrokkenheid studenten
“De betrokkenheid van studenten is een groot probleem”, concludeerde hij. Misschien is die betrokkenheid er nog wel bij de eigen opleiding, maar bij de universiteit als geheel is die gering. En dat roept ook de vraag op welke beslissingen je centraal en welke je decentraal moet nemen. Uit de raadpleging blijkt in ieder geval dat veel medewerkers en studenten zoveel mogelijk autonomie bij de eigen opleiding willen.
Ludo Schoenmakers, student van de Nieuwe Universiteit VU, vond dat de universiteit zelf een taak heeft bij het vergroten van de betrokkenheid van studenten. “Nu zien veel studenten de universiteit als een soort voortzetting van de middelbare school. De universiteit moet ze academische vorming en daarmee betrokkenheid en verantwoordelijkheid bijbrengen. Daarvoor is kleinschalig onderwijs nodig, waarbij er echt interactie tussen studenten en docenten mogelijk is.”
Vaste docenten
En daar zit een grote angel in het huidige universitaire stelsel, benadrukte Henderson. “Een duurzaam personeelsbeleid hoort de kern van de toekomstige universiteit te zijn.” Zij pleit ervoor meer docenten een vaste aanstelling te geven en helemaal op te houden met uitzendcontracten waarbij docenten voor één of twee collegereeksen worden ingehuurd. “Voor betrokkenheid zijn docenten nodig die een toekomstperspectief op de universiteit hebben en voldoende tijd krijgen om hun onderwijs goed te geven.”
En daar kon het nieuwe collegelid Marjolein Jansen bijna volledig mee instemmen, met natuurlijk een paar kanttekeningen. Klopt die beschuldiging namelijk wel dat de VU docenten op uitzendbasis inzet? Volgens personeelszaken is dit namelijk geen officieel beleid.
Angstcultuur
Gaandeweg het debat lijkt het erop dat de VU vooral rozengeur en maneschijn tegemoet gaat.
Maar dan vertelt iemand uit de zaal dat onder meer bij de faculteit Aard- en Levenswetenschappen als gevolg van de reorganisaties een angstcultuur heerst, waardoor medewerkers niet meer openlijk durven te zeggen wat ze vinden van hun werkomgeving. Een heel kwalijke en ernstige zaak vindt de rector. “Als we niet blijven praten met elkaar is het snel afgelopen met deze universiteit.’’ En daarna ging het gesprek vriendelijk door tijdens de borrel.