Als de VU graag internationale studenten wil, moet ze beter voor hen zorgen, vindt de ondernemingsraad.
Als internationale studenten en medewerkers straks verplicht Nederlands moeten leren, moet de VU dan zorgen voor taalcursussen? En zou de VU ook niet moeten zorgen dat álle internationale studenten, niet alleen de eerstejaars, onderdak krijgen? Daarover discussieerden de ondernemingsraad en de universitaire studentenraad afgelopen woensdag.
Aanleiding is een brief van minister van Onderwijs Dijkgraaf in april, waarin hij onder andere schreef dat Nederland de verplichte voertaal moet worden in het Nederlandse onderwijs. Ook zoekt hij naar middelen om het aantal internationale studenten te beperken, omdat ze onder meer de druk op de woningmarkt opvoeren.
De voorzitter van het college van bestuur, Mirjam van Praag, had vorige week naar aanleiding van de ministeriële brief al verklaard dat internationale studenten ‘ongelofelijk welkom’ zijn aan de VU. Maar een aantal OR-leden vindt dat de VU zich daarmee ook verplicht die studenten beter van dienst te zijn, zodat ze niet “als een zwerver op een bank moeten slapen”, zoals een van hen het verwoordde.
Glocalisering
Maar er zijn ook OR-leden die vinden dat de VU haar internationale pretenties moet laten varen. “Een aantal jaren geleden wilde de VU zelfs een Harvard aan de Amstel zijn, dat was volslagen idioot”, zei een van hen. De VU zou zich volgens hem meer op de regio Noord-Holland moeten richten en een universiteit moeten zijn voor Nederlanders, “met daarop de emanciperende functie die de VU zichzelf sinds haar oprichting heeft toegedicht”.
Toch zal ook een regionale universiteit rekening moeten houden met de internationale context, zei een ander OR-lid. “Het ene hoeft het andere niet uit te sluiten en als het om zaken als biodiversiteit en klimaatverandering gaat, kun je niet zonder internationale samenwerking”, zei ze. Volgens haar moet het begrip “glocalisering” weer meer worden gebruikt. “Daarbij is het lokale belangrijk, maar in een internationale context.”