Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
18 december 2025

Wetenschap
& Onderwijs

Open access, ofwel: eigen wetenschappers eerst

Het open access-beleid heeft grote nadelen voor de armere en minder welvarende wetenschappers en maatschappijen, stelt Hans Radder.

De VU en vele andere wetenschappelijke instituten, waaronder NWO, propageren het (gouden) open access-beleid. Dat betekent dat niet de lezer, maar de auteur of diens werkgever de kosten van het publiceren van wetenschappelijk werk betaalt. Voor de buitenstaander lijkt dit misschien een marginale kwestie. Maar in feite is het een substantieel aspect van het nationale en globale wetenschapsbedrijf. Ik beperk me kortheidshalve tot het publiceren van wetenschappelijke artikelen, al is open access voor boeken minstens even problematisch.

Voor big pub, de grote internationale uitgeverijen, is dit systeem gewoon een ander verdienmodel. Het garandeert hen de voortzetting van hun vaak buitensporige winsten, mede mogelijk gemaakt door de vele bijdragen van door de belastingbetaler gesubsidieerde academici. Maar door beleidsmakers wordt open access vaak aangeprezen als “bevrijdend” en “emanciperend”. Goed voor de wetenschap en goed voor de maatschappij, zegt NWO. In feite heeft dit publicatiesysteem echter grote nadelen voor de armere en minder welvarende wetenschappers en maatschappijen.

Als voorbeeld noem ik Springer, maar de andere grote uitgevers (zoals Elsevier, Taylor & Francis en Sage) hanteren een vergelijkbaar systeem. De prijs die auteurs moeten betalen voor een artikel in een bepaald tijdschrift (Author Processing Charge, APC) hangt af van het land van de hoofdauteur. Om die prijs te berekenen wordt gebruikgemaakt van de jaarlijkse inkomensgegevens van de Wereldbank (GNI per capita, Atlas method (current US$) | Data). De landen worden ingedeeld in vier groepen: 1) lage, 2) lage-midden, 3) hoge-midden en 4) hoge (bruto) inkomens. Het uitgangspunt van dit systeem is dat eerst de norm, de maximale APC, vastgesteld wordt voor de rijke landen. De APC voor de minder welvarende en armere landen wordt daar vervolgens van afgeleid.

Wetenschappers in groep 1 krijgen een volledige vrijstelling van de APC. Dat lijkt een mooi gebaar. Maar het stelt in feite niets voor, want het gaat om landen als Afghanistan en Yemen waar zo goed als geen wetenschappelijke artikelen vandaan komen. Groep 2 bestaat uit landen als Angola en Zimbabwe. Onderzoekers in deze landen komen in aanmerking voor een APC-korting van 50 procent. Maar deze landen zijn, relatief gesproken, nog steeds behoorlijk arm. Voor de meeste wetenschappers is deze APC (die kan variëren van 1250 tot 2500 of meer euro) nog steeds volledig onbetaalbaar. Vanaf groep 3 geeft Springer geen kortingen meer. Het betekent dat de wetenschappers in die landen (bv. Albanië en Turkmenistan) evenveel betalen als de onderzoekers uit de rijkste landen. Het gevolg is dat de wetenschappers uit groep 2 en 3 wel alle open access-artikelen kunnen lezen. Maar ze kunnen niet zelf, op hoog niveau en met een optimaal bereik, bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de wetenschappen.

Zelfs als we binnen het kader van het gouden open-access beleid blijven, is er een rechtvaardiger en praktisch uitvoerbaar alternatief: bepaal de APC voor een land direct op basis van het relatieve inkomen in vergelijking met dat van de VS (als het belangrijkste, rijke wetenschapsland). Dan krijgt Angola een APC-korting van ongeveer 97 procent (in plaats van 50 procent), Albanië 89 procent (in plaats van 0 procent) en zelfs Nederland nog 25 procent (in plaats van 0 procent)!

Conclusies

Het zogenaamd bevrijdende en emancipatorische publicatiesysteem van big pub draagt actief bij aan de wereldwijde ongelijkheid in de wetenschap.
De missies en ethische codes van universiteiten en onderzoeksfinanciers staan vaak bol van mooie morele beginselen. Maar zelfs goede beginselen zijn slechts het halve werk. Zonder nadere analyse van het daadwerkelijk gebruik van deze beginselen blijven de verborgen structurele problemen onbenoemd en wordt dit gebruik in feite gelegitimeerd.

Reageren?

Dat is alleen mogelijk met een e-mailadres dat is verbonden aan de VU. Reacties worden gepubliceerd met voornaam of initiaal en achternaam. Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.

Velden met een * zijn verplicht