Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
25 november 2024

Kunstwerk op tournee leidt tot protest

Naast het hoofdgebouw van de VU kon je vrijdagmiddag 15 november een vrachtwagen binnenlopen. Daarin was een Hamastunnel nagebouwd. Bezoekers konden door deze tunnel lopen om een idee te krijgen hoe het is om daar gevangen te zitten. Deze replica van een Hamastunnel is op collegetour, reist langs de universiteiten van Nederland.
Via een trappetje aan de achterkant van de vrachtwagen kwam je die tunnel in. Je mocht stiften gebruiken om een boodschap te schrijven. Ook ‘Free Palestine’ of ‘Stop the genocide’ zijn welkom, zolang mensen maar met elkaar blijven praten, vertelde initiatiefneemster en galeriehouder Rachel Meijler. Het werk is gemaakt door kunstenaar Roni Levavi en een aantal vrijwilligers.

Lijkzakken

De Israëlisch-Nederlandse Meijler wil dat mensen eraan denken hoe ze zich zouden voelen als ze een gegijzeld familielid hadden. Dat gevoel heeft ze zelf meegemaakt na 7 oktober, toen haar neefje La’or vermist was. “Toen hij vermoord was gevonden, was er opluchting. Dat we het in ieder geval wisten en konden beginnen met rouwen.”
In de kleine tunnel liggen twee lijkzakken met foto’s erop van overleden gijzelaars. Aan het einde van de tunnel is een muurgrote foto van een diepere tunnel te zien. Die foto diende als basis voor deze replica.

Propagandapoging

Palestina-activisten zien dit kunstwerk op tournee als een propagandapoging. Het zou zich schuldig maken aan het ‘zionistisch framen en rechtvaardigen van de genocide en bezetting’, aldus VU for Palestine op Instagram. “We willen hun hypocrisie over de gijzelaars in Gaza aantonen. Netanyahu heeft ze [de gijzelaars] geweigerd!”, zegt een activist. Ze zijn door de politie – met enig geduw – naar de overkant van de De Boelelaan gestuurd. Hun aangewezen plek: een grasveld naast de dönerkar.
De activisten zijn ook niet tevreden met de VU, omdat het de actie zou toestaan terwijl vele pro-Palestina acties worden geweigerd. Een VU-woordvoerder geeft aan dat het niet op de campus gebeurt en het dus niet aan de universiteit is om erover te beslissen. Het gebied is van de gemeente.

Online is een aankondiging van deze replicatunnel bij de VU alleen terug te vinden op de sociale media van StandWithUs Nederland. Een groep met als doel ‘het Nederlandse publiek te informeren over de ontwikkelingen met betrekking tot Israël’. Een groot deel van haar Instagrampagina bestaat uit berichten die Israëlische soldaten vereren. Het is de aankondiging van deze groep die bij activisten terechtkomt en wordt verspreid. De indruk ontstaat al snel dat de expositie verbonden is aan deze partij.

Geen politiek statement

Meijler geeft aan dat StandWithUs alleen heeft gevraagd om het te delen. “Hoe meer aandacht hoe beter”, vindt ze. Voor haar is de tentoonstelling geen politiek statement en zou iedereen moeten kunnen meeleven met de onschuldige gijzelaars en hun families. En ze vindt het vooral jammer als er mensen naar elkaar schreeuwen in plaats van met elkaar te blijven praten.

Een tweekoppige delegatie van de activisten komt ook even met galeriehouder Meijler praten. Vanaf een afstandje lijkt het gesprek op een vriendelijke manier te beginnen en eindigen, met een ietwat gefrustreerde discussie daartussenin. Het tweetal sluit zich vervolgens weer aan bij de scanderende activisten.

In de praktijk blijkt het moeilijk om de gijzelaars van de achterliggende politiek te scheiden. Het redden van de gijzelaars was het thema van vele demonstraties over de hele wereld, onder andere georganiseerd door partijen die zich vooral bezighouden met het imago van Israël te verdedigen. Daartegenover staan ook demonstraties, waaronder in Israël zelf, waar de Israëlische overheid juist fel wordt bekritiseerd en aangespoord om de overgebleven gijzelaars door middel van onderhandelingen te bevrijden.

Meijler zegt dat ze de oorlog veroordeelt en walgt van het aantal vermoorde Palestijnen. Tegelijkertijd steunt ze ook haar eigen land en zal ze bijvoorbeeld Netanyahu niet veroordelen: “Ik ga geen propaganda creëren tegen een regering.” Voor de activisten aan de overkant van de De Boelelaan, die Israël van genocide betichten, zal dat niet genoeg zijn. Tegen half vijf zijn de vrachtwagen en de activisten weer verdwenen.

De Bijbel is mijn fundament

Ik studeer theologie en kom uit het pittoreske dorpje Veen in het mooie Noord-Brabant. In een christelijke omgeving ben ik opgegroeid en door mijn opvoeding ben ik tot de overtuiging gekomen dat de Bijbel het Woord van God is. Gods Woord vormt voor mij het fundament waarop ik mijn keuzes baseer. In een tijd waarin vrijwel alles in beweging is, biedt het een stabiele basis. Is dit beperkend? Ja, maar op een positieve manier. Want ik weet dat Gods wil goed is, en dat het een voorrecht is om naar Zijn richtlijnen te leven, wat ook het beste voor mij is. Wat dit nog mooier maakt, is dat ik God persoonlijk mag kennen, omdat Hij Zich heeft geopenbaard in Zijn Zoon, Jezus Christus. In mijn toewijding aan Hem wil ik leven zoals Hij dat wil. Ik geloof dat dit niet alleen het beste is voor mij, maar ook voor iedereen.

Daarom ben ik lid van de universitaire studentenraad. Ik geloof dat ik, met de Bijbel als fundament, een waardevolle bijdrage kan leveren aan de raad. We leven tegenwoordig in een postwaarheidscultuur, waarin iedereen geaccepteerd moet worden zoals hij of zij is en zich gedraagt. Begrippen als ‘inclusiviteit’ en ‘diversiteit’ worden vaak genoemd op onze universiteit, maar impliceren meestal dat er geen absolute waarheid of maatstaf bestaat waaraan anderen zich moeten houden. Zonder vaste kaders wordt iedereen vrijgelaten. Ik wil daar iets tegenoverstellen: de goede handreikingen uit Gods Woord, gegeven als een voorrecht en als het beste voor ons, als we ernaar leven. Het belangrijkste is namelijk niet dat wij elkaar onderling accepteren en vrijlaten in wie we zijn, maar dat God ons accepteert. Dat doet Hij, als we ons houden aan Zijn wil, geopenbaard door de kennis van Hem in Zijn Zoon, Jezus Christus.

Juist omdat God er is voor iedereen, wil ik me niet afsluiten voor mensen die anders denken, maar me openstellen voor gesprek, in overeenstemming met VU-oprichter Abraham Kuyper. Het onderwijs is mijn aandachtsgebied voor het komende jaar. Ik hoop de acceptatie van elkaar en de vrijheid voor elkaar te stimuleren, juist vanuit mijn christelijke identiteit. Ik kijk uit naar goede ontmoetingen, waardevolle gesprekken en een positieve impuls voor het onderwijs op onze universiteit.

‘De oorlog in Gaza heeft ons bij elkaar gebracht’

Het opvallendste werk op de expositie Foreign Land, vorige week donderdag geopend in de VU Art Science gallery, is ‘We Want to Live’ van de Palestijns-Nederlandse kunstenaar Susanne Khalil Yusef. Het is een muur vol activistische graffiti met bovenaan een Arabische tekst in neonletters. ‘Wij willen leven’ staat er, vertaald. Daaronder kreten als ‘Stop the genocide’ en ‘From the River to the sea.’

Het werk is al eerder tentoongesteld op de Rijksakademie, vertelt Khalil Yusef. “Het zijn teksten die buiten op straat meteen worden weggehaald of doorgekrast, ik wilde een plek creëren waar ze veilig zijn.”

De neontekst, in het handschrift van een Gazaanse vriend, liet ze in glas blazen en de teksten eronder zijn geschreven door haar  Palestijnse vrienden uit Gaza. Tijdens de opening van de tentoonstelling waren ze nog bezig, gadegeslagen door bezoekers die nipten aan hun glas witte wijn.

Doodgeschoten Gazanen

Behalve de graffitimuur zijn er ook andere werken van Khalil Yusef tentoongesteld: de hoofden van doodgeschoten Gazaanse jongemannen in verschillende materialen, waaronder olijfhout, een bolvormig object in glimmend roestvrijstaal, iets wat op een virus of een zeemijn lijkt met een guitig gezichtje erop, een enorm kleurig wandtapijt met een brandende palmboom, een maansikkel en wat op het patroon van een Palestijnse sjaal lijkt, maar ook een gaashek zou kunnen zijn.

 
Susanne Khalil Yusef

Khalil Yusef probeert met deze werken de emoties en ervaringen van haarzelf en andere Palestijnen uit te drukken. “Zelf kom ik niet uit Gaza, ik ben geboren en getogen in Nederland”, zegt ze. “Contact met andere Palestijnen had ik nauwelijks, totdat de huidige oorlog tegen Gaza begon. Die heeft ons bij elkaar gebracht.”

Op de ‘We want to live’-muur staan teksten in het Arabisch, allemaal gecheckt op explosiviteit door de samenstellers van de expositie. Een tekst als ‘From the River to the Sea’ is al omstreden genoeg. “Ik ben wel een beetje zenuwachtig”, zegt curator Wende Wallert van VU Art Science gallery bij de opening. “Het is een gevoelig onderwerp.”

Chinees-Indische restaurants

Ze had het niet zozeer over het werk van Khalil Yusef, maar over het thema van de expositie, namelijk migranten. ‘Migratie is een beladen thema’, meldt het persbericht. ‘In het huidige verhitte maatschappelijke debat dreigt het menselijke perspectief uit beeld te raken.’ De expositie probeert bezoekers het thema vanuit het perspectief van mensen met een migratieachtergrond te laten zien.


Abul Hisham

Behalve Khalil Yusef tonen de Chinees-Nederlandse Benjamin Li, de Congolees-Franse Anthony Ngoya en de Nederlands-Indiase Abul Hisham er werken. Li’s werk is een bijna journalistieke benadering van de Chinees-Indische restaurants die tientallen jaren lang zo bepalend zijn geweest voor de Nederlandse steden en dorpen, Ngoya levert met een videoinstallatie in een huiskamersetting commentaar op de verhalen van migranten en hun nieuwe omgeving, die met elkaar vervlochten raken. Hishams werk, in aardse materialen als hout en klei, is een dramatisch commentaar op het kastensysteem in zijn land van herkomst.


Benjamin Li

In alle werken lopen verschillende zaken in elkaar over: het persoonlijke en het politieke, het nieuwe en het oude, het vreemde en het vertrouwde. VU-chief diversity officer Sharda Nandram hield ook een speech bij de opening en betoogde het belang van het opheffen van grenzen, van het verbinden van mensen en dingen. Juist de universiteit is de plek om dat te doen, zei ze. Een plek waar mensen van elkaar leren door met elkaar in gesprek te gaan en naar elkaar te luisteren.

Ook een plek waar het niet alleen draait om het leren van vaardigheden, maar ook om impliciete  kennis die van generatie op generatie is overgeleverd. “We moeten proberen de rijkdom te zien van wat migranten ons brengen, en dat er zoveel is dat we gemeenschappelijk hebben”, aldus Nandram.

De expositie Foreign Land is te zien tot 29 maart 2025. De VU Art Science gallery bevindt zich in het NU-gebouw, naast Bar Boele.

In de drup

Mijn sokken hadden zich volgezogen. De gel prikte al in mijn ogen. Maar jij hebt het ook, dat verbitterde gevoel zodra het regenwater – als je dacht dat het allemaal niet erger kon – ook je onderbroek bereikt.

Jij hebt het ook, die momenten. Het snerpende gepiep van je wekker zeven uur ’s morgens. Een koude douche. De zure smaak van die gele bakjes huismerk-aioli of het begin van een lange werkdag. Die momenten waarop je lichaam zich vult met een diepgewortelde afkeer voor je erbarmelijke horigenbestaan.

Het zullen die momenten zijn waarop je aandachtig luistert naar de overhemdjes in je tijdlijn. Eén knoopje open, haartjes strak naar achteren en een Balinees strand als decor. Ze vragen verwijtend wat je nog doet in Nederland, met al haar bazen, buien en blauwe brieven. Het kan ook anders, zeggen de overhemdjes, doelend op zichzelf.

Tuurlijk, in de lucht van regenjassen en filterkoffie is het een aanlokkelijk verhaal: leven van een passief inkomen op een ligbedje in Ibiza met als voornaamste kopzorg welke cocktail de volgende is. Elke dag feesten in de Ushuaia zonder het zelf te hoeven paaien, wie wil dan nog terug?

Vooruit, het lukt. Je volgt alle adviezen van de Insta-overhemdjes op en voor je het weet woon je op een tropisch eiland. Geld te over, dus je hoeft niet meer te werken. Ook voor alle huishoudelijke wissewasjes huur je iemand in. Jouw leven draait om dure flessen, dure kleding en dure feestjes. Een gematigd zeeklimaat is je niet gematigd genoeg, dus Nederland komt jouw kant maar op. Je wordt een overhemdje. Is dat wat je wilt?

Als je vroeger een bui had, dan vroegen je ouders het telkens weer; je bent toch niet van suiker? Die oer-Hollandse stortregen, je kunt het hebben. Net als je baas, je huur of de winterschoonmaak. Je bent niet van suiker, je kunt het hebben. Zolang je je niet overgeeft aan de mierzoete voogdij van een sugardaddy tenminste. Dan ben je vanzelf zo versuikerd dat je je door geen bittere tegenslag meer heen kunt bijten.

Mijn onderbroek is nog steeds nat als ik met huisgenoten naar de reallifesoap van Gordon zit te kijken (zonder context is dit een merkwaardige zin). We zien het leven van een stinkend rijke zanger in het zonnige Dubai. Op die schimmelige bank, te midden van wat halfvolle kratten Dors en een lekkende keukenkraan, ben ik even heel erg gelukkig. Het is droog.

Dus dans, dans in de regen. Doe je mond open en proef de druppel op je tong. Bitterzoet, is het niet?

UvA schat schade pro-Palestijnse protesten op 4,1 miljoen euro

De pro-Palestijnse protesten liepen in mei en juni uit op bezettingen, vernielingen en bekladding, schrijft de UvA in een persbericht. Er werden onder meer barricades opgeworpen, ruimtes en ruiten vernield, muren beklad en deuren geforceerd.

De UvA schat de totale kosten van de protesten op 4,1 miljoen euro. Daaronder vallen bijvoorbeeld schoonmaakkosten, het vervangen van koffieautomaten, meubilair, beeldschermen, beveiligingscamera’s en ingegooide ruiten.

Nieuwbouw lag stil

De bouw van de nieuwe  universiteitsbibliotheek liep bijna drie maanden vertraging op. Die kosten raamt de UvA op 2,5 miljoen euro, los van de materiële schade aan de bouw die tijdens het protest werd aangericht.

De UvA wil de schade op de daders verhalen “als dat juridisch haalbaar is”. Lukt dit niet, dan dient de universiteit een claim in bij de verzekering.

Meeste studenten gaan voor leukste opleiding

Volgens statistiekbureau CBS kiezen vooral vwo’ers hun opleiding uit interesse: voor 82 procent van hen was dat de voornaamste reden. Slechts 8 procent stelt dat de kans op een goede baan belangrijker was.

Onder havisten speelden de baankansen iets vaker een rol. Eén op de tien lette naar eigen zeggen vooral daarop. Maar nog altijd koos een grote meerderheid (75 procent) voor de opleiding die het leukst leek.

Vmbo’ers maken zich kennelijk meer zorgen over hun toekomstige inkomen: voor 18 procent waren de baankansen het belangrijkst bij de keuze voor een bepaalde mbo-opleiding. Slechts 61 procent zegt: deze opleiding leek me gewoon het leukst.

Hulp

Maar hoe stuiten scholieren op hun toekomstige opleiding? Zo’n 60 procent van de jongeren krijgt hulp van ouders of familieleden. Ook leraren en vrienden helpen weleens, maar beduidend minder vaak.

Wie denkt dat jongeren de hele dag online zijn en hun informatie dus op het internet verzamelen, zit ernaast. Bij hun studiekeuze maken ze weinig gebruik van bijvoorbeeld YouTube of, iets gerichter, websites als Studiekeuze123.nl. Van de vwo’ers deed slechts 46 procent dit: minder dan de helft. Onder de havisten was dit 26 procent (een op de vier) en onder vmbo’ers 7 procent.

Tussenjaar

Het CBS ondervroeg studenten die in 2022 eindexamen deden en in 2023 studeerden. Daar zitten dus ook studenten bij die een tussenjaar deden (bijvoorbeeld reizen of werken) en een jaar later gingen studeren.

Zo’n tussenjaar lijkt aan populariteit te winnen. Na het eindexamen gaat één op de vier vwo’ers (24 procent) en één op de vijf havisten (20 procent) iets anders doen dan een vervolgopleiding. Enkele jaren geleden, voor de coronacrisis, was dat voor beide groepen zo’n 16 procent.

Kans op Vidi-beurs in jaren niet zo klein

NWO kan nog niet zeggen waarom het aantal beursaanvragen dit keer zo hoog was. Mogelijk heeft het te maken met de nieuwe aanvraagprocedure die ervoor moet zorgen dat onderzoekers minder tijd kwijt zijn aan een beursaanvraag. Maar het precieze effect is nog niet onderzocht en volgens NWO kunnen ook andere factoren een rol spelen.

 

Hoe dan ook zijn er 102 beurzen van maximaal 850 duizend euro toegekend, vijf meer dan in 2022. De Vidi-beurzen zijn onderdeel van het Talentprogramma van NWO. Ervaren onderzoekers kunnen er hun eigen onderzoekslijn mee opzetten. Van de in totaal 86,7 miljoen euro die NWO in deze ronde toekent, gaat het meeste geld naar wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam, op de voet gevolgd door de Radboud Universiteit en de Universiteit Leiden.

 

Vidi-ronde 2023
Universiteit van Amsterdam 14
Radboud Universiteit Nijmegen 11
Universiteit Leiden 10
TU Delft 8
Universiteit Utrecht 7
Vrije Universiteit Amsterdam 6
Wageningen Universiteit 5
Rijksuniversiteit Groningen 5
TU Eindhoven 5
UMC Utrecht 5
Amsterdam UMC 3
Erasmus Universiteit Rotterdam 3
Erasmus MC 3
UMC Groningen 3
Universiteit Twente 2
Radboud UMC 2
Universiteit Maastricht 2
Tilburg University 2
Leiden UMC 1
Naturalis 1
KNAW 1
NWO 1
Amsterdam UMC-Locatie VUmc 1
Prinses Maxima Centrum 1
Totaal 102

 

Vrouwen

NWO maakte deze zomer bekend dat vrouwen in de volgende ronde (2024) iets meer kans zullen maken op een Vidi-beurs. In de ronde van 2023 deden ze minder aanvragen dan mannen, maar waren ze wel iets succesvoller: 13,2 procent werd gehonoreerd, tegen 12 procent van de aanvragen van mannen.

 

Toverwoord

Nog even en het Gouden Televizierringgala is net zo treurig als een videotheek die met veel bombarie haar beste dvd kiest. Presentator Peter Pannekoek omschreef het een paar jaar geleden treffend: “Wat boeit het wie de leukste dinosaurus is? We gaan er allemaal aan.”

De Nederlander kijkt steeds vaker on demand en steeds minder televisie. Logisch. Waarom zou je een feestje afzeggen omdat je zaterdagavond zo nodig dat ene programma wilt kijken, als je de aflevering ook de ochtend erna kan combineren met je kater?

Desalniettemin kunnen ze in Hilversum opgelucht ademhalen, want in absolute zin stemmen er nog altijd heel wat mensen af op bepaalde tv-formules. Ironisch genoeg zijn dat precies de programma’s die ons min of meer verplichten om wel op dat ene moment in te schakelen. Ook al moeten we er een feestje voor afzeggen.

Dat komt door een magisch woord op het Mediapark: LIVE. Ga maar na; het merendeel van de dertig best bekeken programma’s van 2023 werd live uitgezonden. Live televisie heeft iets dwingends. Het beklijft. Schakel niet uit, anders mis je het (wat ‘het’ ook moge zijn).

Gezien de effectiviteit van deze FOZO (fear of zapping out, geen dank), is het een raadselachtig besluit van de NPO om het woord ‘live’ uit beeld te laten bij de nieuwe talkshow van Eva Jinek. Een ontroostbare televisiekenner vond het intens jammer dat de urgente vier letters van het scherm waren verdwenen. Hoe kon de publieke omroep zo’n heilige directe straalverbinding onbenoemd laten?

Misschien, heel misschien omdat live televisie eigenlijk vrijwel altijd heel erg lelijk is. Bij normale opnames worden de beelden achteraf gelikt aan elkaar gemonteerd, waardoor alle foutjes kunnen worden weggepoetst. Live-tv, daarentegen, is per definitie een one taker, met alle vertragingen, verstoringen en versprekingen van dien.

Zo hebben de makers van mijn lievelingsprogramma Wie is de Mol? al tien jaar lang hun ontknoping verstierd om maar te voldoen aan het toverwoord van Hillywood. Sinds 2015 vindt de seizoensafsluiting plaats onder toeziend oog van duizenden fans achter dranghekken. Live, dus wanneer de presentator en kandidaten van locatie of opstelling wisselen, zitten we nu minutenlang te kijken naar Ron Boszhard die een vraag stelt aan een kleuter.

Het is het jammerlijke lot van de beeldbuis. In een wanhopige poging om de laatste paar televisiekijkers vast te houden, zal alles nog ‘liver’ moeten. Je ziet het al gebeuren. Een tweede scherm, een hashtag, een publieksstemming, een winactie, een derde scherm en ga zo maar door.

Uiteindelijk willen de programmamakers ons in een permanent gesprek dwingen met ons televisiescherm. Alles zodat we vergeten onder welke knop van de afstandsbediening het ware optimum van live-vermaak te vinden is.

Ik woon niet op de campus

“Woon jij soms op de VU?” Het is een grapje dat ik vaak hoor. Gek idee toch? Ik heb een eigen huis, een eigen bed en een leven buiten de VU. Maar de afgelopen twee jaar leek het alsof ik praktisch op de campus woonde. Vergaderingen bijwonen, evenementen leiden, initiatieven opzetten, alle drie de maaltijden hier eten, en mezelf dan steeds weer eraan herinneren dat ik nog moet studeren.
Vorig jaar was ik overal bij betrokken: ik zat in vier verschillende besturen en voelde me voortdurend op meerdere plaatsen tegelijk. Toen ik besloot me kandidaat te stellen voor de universitaire studentenraad vroegen mensen vaak: “Waarom nu?” Mijn standaardantwoord was: “Om studenten te vertegenwoordigen”, maar diep van binnen vroeg ik me af wat me écht dreef om zo’n grote verantwoordelijkheid te nemen.

Toen ik dit jaar de introductiedagen organiseerde, dacht ik terug aan mijn eigen introductietijd. Als eerstejaars voelde de VU als een overweldigende plek. Je doet je best om zelfverzekerd over te komen, klaar voor alles wat komt, maar de enorme gebouwen, massale colleges en groeiende verwachtingen kunnen je snel intimideren. Ik kwam uit een Kroatisch stadje met zo’n 35.000 inwoners — ongeveer zo groot als de VU zelf. Het voelde alsof ik een compleet nieuwe wereld binnenstapte.

Nu, aan het begin van mijn derde jaar en mijn raadsjaar, leer ik elke hoek van deze universiteit kennen. Het voelt steeds meer als thuis. Je ontmoet mensen, ieder met zijn eigen dromen en perspectief. Je eigen perspectief wordt daardoor breder. Naarmate je hier meer tijd doorbrengt, vallen de kleine dingen je op: de draaideuren die plotseling stoppen precies op het moment wanneer jij erdoor wilt, of het zwoegen op de fiets naar de Emergo-hal, je afvragend: waarom is dat zo ver weg en hoe kan dit beter?

Dan zijn er de grotere vraagstukken: bezuinigingen, studentenrechten, internationale samenwerking, het doolhof van beleidsregels. Je vraagt je opnieuw af: waarom is dat? Het gevoel groeit om in actie te komen, omdat je mogelijkheden ziet voor verandering op deze plek die als een tweede thuis voelt.

Dus nee, ik woon niet écht op de VU. Ik heb mijn eigen appartement en mijn eigen leven. Maar ik voel me hier thuis. De studentenraad wil dat iedereen zich hier thuis gaat voelen, zodat anderen het ook hun ‘thuis weg van huis’ kunnen noemen. Want een thuis bestaat niet alleen uit muren en een dak, het is een plek waar je je welkom, begrepen, gewaardeerd en gemotiveerd voelt.

Laffe poster (2)

Het zijn de kleine zaken in het leven die ons het meest dwarszitten. Niet de opwarming van de aarde, maar een ongelegen herfstbui maakt ons ziedend. Niet zijn curieuze beleid, maar zijn wallen vinden we onuitstaanbaar. Niet de bloederige oorlogen wereldwijd, maar de posters met een zwart-witte vredesduif en peace now erop storen mij mateloos.

Als we het zoveelste exemplaar voorbijfietsen, beland ik, al trappend, in een hijgerig betoog. “Pleiten voor vrede is nietszeggend of fascistisch, één van de twee. Wie verkondigt dat in de ideale wereld geen oorlog bestaat, had net zo goed zijn mond kunnen houden. Is er íemand die droomt van bommen en granaten? Als je je uitspreekt, voeg dan ook iets toe aan het debat. Kies een kant, beken kleur.”
“Nog erger is degene die pleit voor vrede als principieel kader, als de lijntjes waarbuiten een verlicht land als het onze niet mag kleuren. Paradoxaal genoeg moet er voor vrede soms gevochten worden, tegen onvrije krachten. Wie dat verhindert, speelt de tegenstander in de kaart. Meer dan tachtig jaar geleden zei George Orwell het al: pacifisme is objectief pro-fascistisch.”

Mijn vriendin achterop voorkomt dat de door mij uitgesproken woorden als rook uit een stoomlocomotief verwasemen in de Utrechtse avondlucht. Ze ziet het anders.
“Orwell was niet alleen een fel tegenstander van het pacifisme. Ook het nationalisme werd door hem verafschuwd. Want als je eenmaal een kant hebt gekozen, ligt het risico op de loer dat je partijdig wordt. Kleur bekennen maakt je gekleurd.”
Ze gaat verder. “Zo verandert de tegenpartij in een zondebok die je op den duur zelfs de schuld geeft van dat ene Lego-steentje waar je ’s nachts in gaat staan. Tegelijkertijd worden tirannieke afslachtingen en oorlogsmisdaden aan de eigen zijde opportunistisch weggewuifd en doodgezwegen.”

Daar heb ik even niet van terug. De stilte wordt doorbroken door kletterend metaal, dat uit de roestige versnellingsbak komt zodra we een straat met ongelijke klinkers in rijden.
Zijn we in staat partij te kiezen zonder zo partijdig te worden dat we de eigen schaduwkanten bagatelliseren? Of ontslaan gruwelpraktijken aan weerszijden van een conflict en de daarmee samenhangende complexiteit ons van de plicht om stelling te nemen? En is oproepen tot een staakt-het-vuren dan een krachtig dictaat of een moreel zwaktebod?
We komen er niet uit. Een kwartiertje op een tweewieler in hartje Utrecht blijkt niet toereikend om tot een eensgezinde conclusie te komen. Net als 400 woorden in een column daar niet in slagen overigens. Of twee op een kleurloze poster.