VU-medewerkers hebben het redelijk naar hun zin, maar ze pesten elkaar wel meer dan op andere universiteiten het geval is. Het aantal gevallen van wetenschappelijk wangedrag lijkt daarentegen behoorlijk afgenomen.
Medewerkers van onze universiteit zijn redelijk tevreden, blijkt uit een werkbelevingsonderzoek dat in maart is uitgevoerd. Ze vinden hun werk uitdagend, ervaren zelfstandigheid en duidelijkheid, vinden de werksfeer prettig en zijn te spreken over hun collega’s en leidinggevenden. De werkdruk is wel hoog, en over het hybride werken zijn veel medewerkers iets minder positief. Ook is er veel ontevredenheid over de vindbaarheid van informatie op de VU-website.
De sociale veiligheid laat ook nog wat te wensen over: 11 procent van de medewerkers heeft een of meerdere vormen van ongewenst gedrag meegemaakt, het wetenschappelijke personeel nog meer dan het ondersteunende. Er wordt veel gepest, medewerkers klagen over psychisch geweld, seksuele intimidatie en zelfs fysiek geweld. Het aantal klachten over discriminatie is zelfs fors toegenomen ten opzichte van eerdere jaren, van 1,9 procent in 2018 tot 3,6 procent in 2022. Het aantal gevallen van pesten en psychisch geweld is gestegen van 4,5 procent in 2018 naar 6,4 procent in dit laatste onderzoek.
Ongewenst gedrag VU-breed, onder wetenschappelijk en ondersteunend personeel.
Grafiek uit het onderzoeksrapport.
Qua pesten en psychisch geweld scoort de VU relatief hoog in vergelijking met zes andere niet bij naam genoemde universiteiten. Alleen één van die andere universiteiten, ‘Universiteit B’, scoort veel hoger.
Van de medewerkers die ongewenst gedrag hebben meegemaakt, heeft 44 procent daar melding van gemaakt, meestal bij een leidinggevende. Slechts 31 procent vindt dat zijn klachten naar tevredenheid zijn afgehandeld. 28 procent vond dat soms wel en soms niet en 26 procent is ontevreden over de afhandeling.
Gebrek aan vertrouwen
Nog hoger dan het aantal medewerkers dat zelf ongewenste gedrag heeft ervaren, is het aantal medewerkers dat ongewenst gedrag in zijn directe omgeving zag: 15 procent. Vooral het wetenschappelijk personeel klaagt onder meer over pesten, psychisch geweld en discriminatie en over vermoedens van wetenschappelijk wangedrag.
Een derde deed er melding van, meestal bij een leidinggevende, 24 procent deed soms wel en soms niet melding, maar bijna de helft deed helemaal geen melding, vooral vanwege een gebrek aan vertrouwen in de afhandeling van de klacht.
Qua wetenschappelijk wangedrag scoort de VU beduidend lager dan de andere universiteiten waarmee ze in het rapport vergeleken wordt. De laatste tien jaar is het aantal gevallen aan de VU zelf met meer dan de helft verminderd, van 6,1 procent naar 2,7 procent. De eerder vermelde Universiteit B meldt een score van maar liefst 8,8 procent. Ook de andere vergeleken universiteiten scoren fors hoger dan de VU, met percentages van rond de 5 procent.
Negatieve feedback
Het college van bestuur, tevreden dat VU-medewerkers zo tevreden zijn, vindt het grote aantal gevallen van ongewenst gedrag wel ‘zeer zorgelijk’, schrijft het in een reactie. Er zijn al maatregelen genomen in de vorm van onder meer trainingen en een uitbreiding van het aantal vertrouwenspersonen. Tegelijkertijd ziet het college ‘dat soms een verschil van mening of negatieve feedback wordt ervaren als ongewenst gedrag.’ Het college vindt dat medewerkers elkaar ‘in een veilige omgeving’ moeten kunnen aanspreken, ‘in het vertrouwen dat we naar elkaar luisteren, vragen stellen en respectvol met verschillende meningen omgaan’.