De Nederlandse uitgaven aan bèta en techniek blijven internationaal gezien achter en de aanwas in de bacheloropleidingen is relatief laag, schrijft onderwijsminister Dijkgraaf.
De VVD en de ChristenUnie wilden meer duidelijkheid over de verdeling van onderzoeks- en onderwijsmiddelen over de verschillende wetenschapsgebieden in Nederland, vergeleken met andere landen. De minister baseert zijn antwoord op allerlei analyses.
Onderzoek
De totale onderzoeksuitgaven zijn tussen 2013 en 2021 gestegen met 36 procent, stelt het Rathenau Instituut. Dat geldt in ongeveer gelijke mate voor alle sectoren (bèta en techniek, medisch, gamma en alfa).
Vergeleken met andere landen gaf Nederland weinig uit aan bèta-onderzoek en veel aan de medische sector. Sowieso zijn er veel landen die percentueel meer uitgeven aan de wetenschap dan Nederland.
Bachelorstudenten
Voor een betrouwbare vergelijking van de onderwijsmiddelen van landen zijn onvoldoende data voor handen, stelt de minister. “De systematiek voor bekostiging verschilt te veel.” Wel is het mogelijk om een vergelijking te maken van de spreiding van het aantal studenten.
Zo blijkt dat relatief weinig bachelorstudenten aan Nederlandse hogescholen en universiteiten een bètaopleiding volgen. Meer dan de helft van hen volgt een gammastudie en dat is in vergelijking met andere landen veel.
Het aandeel masterstudenten bij Nederlandse bèta-opleidingen is weer best hoog. Volgens de onderzoekers is dit tussen 2013 en 2021 fors gestegen.