Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
28 maart 2024

Studentenleven
& Maatschappij

‘Misschien kan ik nooit meer terug naar Moskou’

Rechtenhoogleraar Masha Antokolskaia heeft lang gezwegen over wat er gebeurde in Rusland, maar na de invasie van Oekraïne kan ze niet langer wegkijken.

“Met wat ik afgelopen weekend heb gezegd, kan ik tot 15 jaar gevangenisstraf krijgen in mijn land”, vertelt hoogleraar familierecht Masha Antokolskaia, “misschien kan ik wel nooit meer terug.” Maar meteen erachteraan zegt ze: “Dat is natuurlijk niks in vergelijking met het risico dat de mensen in Rusland nemen als ze de straat op gaan.”

Antokolskaia heeft besloten dat ze niet langer kan wegkijken. Afgelopen zaterdag stond ze bij de ambassade in Den Haag en de week daarvoor op de Dam. “Misschien is het omdat ik niks meer te verliezen heb. Mijn moeder is twee jaar geleden overleden. Ik heb geen directe familie in Rusland meer die door mijn acties in de problemen kan komen.”

‘Ik beschouwde Poetin als een pragmatische dief die geen grote oorlog zou beginnen’

Schuld en schaamte zijn de emoties die de afgelopen weken overheersten bij Antokolskaia. Zij woont al 27 jaar in Nederland, maar is geboren in Moskou en heeft daar ook gestudeerd. “We kunnen niet zeggen dat we het niet hebben geweten”, vindt ze. “Dat Poetin echt  Oekraïne binnen zou vallen, had ik tot een maand geleden nooit gedacht. Ik beschouwde hem, zoals velen, als een pragmatische dief die geen grote oorlog zou beginnen. Maar we wisten wel degelijk dat hij steeds meer macht naar zich toetrok, dat hij een valse propagandawereld opbouwde, waarin alles werd omgedraaid. Dat wisten we allemaal en, op een enkeling na, hebben we er niet genoeg in het openbaar tegen geageerd.”

Diep verankerde angst

Poetin is niet Rusland, zegt Antokolskaia. Hij voert ook oorlog tegen zijn eigen volk. “Zijn jarenlange propaganda heeft een volledig parallelle wereld gecreëerd. Demonstreren voor vrede is een misdrijf geworden. Veel mensen willen het land ontvluchten. Het Russische leed is niet te vergelijken met het leed van de Oekraïners”, dat wil ze vooropstellen, “maar elke keer als ik hoor dat er weer een tank is opgeblazen denk ik aan die negentienjarige jongens die daarin zitten. Ook voor hen en hun families is het een tragedie.”

‘Demonstreren voor vrede is een misdrijf geworden’

Angst zit diep verankerd in haar systeem, vertelt Antokolskaia, die in 1964 werd geboren. “In onze familie hebben we nooit illusies gehad over het regime. Mijn moeder was jong in de tijd van Stalin. Die was altijd bang. Mijn opa ging in de jaren dertig, tijdens de Stalin-terreur, naar zijn werk met een tas met wat spullen voor het geval hij opeens opgepakt zou worden. Zelf was ik puber in de donkerste tijd van de Koude Oorlog, de tijd waarin de gesloten kisten terugkwamen uit Afghanistan. We probeerden iets van het wereldnieuws op te vangen via de korte golf, de BBC, de Deutsche Welle, maar dat was moeilijk, het signaal werd verstoord.” Nu verbaast ze zich erover dat er intelligente mensen in Rusland zijn die de staatspropaganda geloven, ook in haar kennissenkring. “Terwijl ze alles kunnen of in elk geval konden lezen via internet.”

Niet langer onzichtbaar

Afgelopen mei liep ze door Moskou, door de universiteitsbuurt waar ze is opgegroeid. Appelbomen stonden in bloei, nachtegalen zongen. “Moskou is een prachtige stad. Er kwamen allerlei jeugdherinneringen boven. Ik kan mij niet voorstellen dat het mijn afscheid is geweest van de stad. Maar zoals het er nu naar uitziet, kom ik er nooit meer terug.”

‘Ik heb altijd gezwegen, ik heb nooit gedemonstreerd’

Voor de ambassade stond ze tussen de Russische mensenrechtenactivisten, vertelt ze. De organisatie vroeg mensen of ze wat wilden zeggen. Impulsief zei Antokolskaia “ja”. Door de megafoon, voor de camera’s, vertelde ze een anekdote uit het verhaal Rikki Tikki Tavi van Brits-Indiase schrijver Rudyard Kipling, dat ze kent uit haar kindertijd. In dat verhaal komt een muskusrat voor die zo bang is voor de cobra’s dat ze altijd langs de muren beweegt en zich nooit midden in de ruimte begeeft. Maar op het moment suprême durft de rat toch aan de dappere mangoest (een soort civetkat) te vertellen waar de cobra’s hun eieren verstoppen.

“Ik voel me als dat ratje”, zegt Antokolskaia. “Ik heb altijd gezwegen, ik heb nooit gedemonstreerd. Ik bleef aan de rand, zo onzichtbaar mogelijk, dat zit diep in mijn systeem. Maar zelfs het bangste ratje komt nu tevoorschijn.”

Russisch-Orthodox

Antokolskaia is, hoewel ze Joodse wortels heeft, lid van de Russisch-Orthodoxe Kerk in Amsterdam, de Parochie van de heilige Nicolaas van Myra. De kerk valt formeel onder patriarch Kirill van Moskou. Maar in een statement laat de geestelijkheid van de Amsterdamse parochie weten dat ze de invasie in Oekraïne veroordeelt en dat ze de naam van patriarch Kirill, die zich achter Poetin heeft geschaard, niet zal noemen in de diensten. “We hebben ook hulp aan vluchtelingen uitgezet vanuit de kerk”, vertelt Antokolskaia.

Zijzelf gaat met een groep vrijwilligers van de VU en van de kerk juridisch advies geven aan vluchtelingen: “Er is nog zoveel onduidelijk: hoe krijgen we hun kinderen naar school? Hoe zorgen we dat ze verzekerd zijn? Mogen ze werken? Wie betaalt wat als ze langer dan een paar weken bij een gastgezin zitten? Ik wil graag helpen met het regelen van deze praktische juridische dingen. Dat is het minste wat ik kan doen.”