Onafhankelijke journalistiek over de Vrije Universiteit Amsterdam | Sinds 1953
29 maart 2024

Studentenleven
& Maatschappij

‘Ik denk niet dat ik gelukkiger word van een sportcarrière in het buitenland’

Handballer en eerstejaars bedrijfskunde Jordy Neeft (18) moet twee keer per week testen. Maar dan mag hij wel weer trainen met zijn team.

Tussen oktober en maart zat Jordy Neeft thuis op de bank. Hij mocht niet trainen met zijn clubgenoten en bij zijn studie bedrijfswetenschappen ging alles online. “Natuurlijk ben ik zelf gaan hardlopen en met gewichten gaan trainen, maar als je alles uit jezelf moet halen, zakt je motivatie toch in”, vertelt hij.

Zelftest

Nu traint Neeft weer tien uur per week met zijn club uit Aalsmeer. En ze spelen weer wedstrijden tegen andere handbalteams uit de regio die het kunnen betalen om hun spelers twee keer per week een zelftest te laten doen.

Talentenregeling
Studenten die naast hun studie aan topsport doen of een topprestatie leveren op cultureel vlak kunnen financiële en organisatorische ondersteuning krijgen. Zie: studeren en topsport.

Het team waarmee hij traint is kleiner geworden. “De mannen met banen in het onderwijs of in de zorg zijn afgehaakt, omdat ze het risico niet willen nemen dat ze de mensen met wie ze werken aansteken”, zegt Neeft. “En de jonge jongens die nu in het team zitten zijn erg gefocust.” De trainingen zijn efficiënter geworden: omdat het team kleiner is, is er meer aandacht van de trainer voor de individuele leden. “Ik denk dat ik de afgelopen weken meer heb geleerd dan eerder in dezelfde tijd”, zegt Neeft.

‘Handbal is veel explosiever dan voetbal’

Echte handbalfamilie

Neeft komt uit een echte handbalfamilie: zijn oma handbalde, zijn ouders handbalden (zijn vader is momenteel trainer in Heemskerk), twee ooms deden aan handbal (ook bij het team van Aalsmeer) en zijn zusje zit op handbal in het team dat zijn vader traint. Zelf doet hij de sport sinds zijn negende.

Het groepsproces vindt hij een van de leukste dingen aan handbal. “Je werkt de hele week met die jongens samen. Dan leer je elkaar goed kennen. Met sommigen heb je meer klik dan met anderen, maar met iedereen is er een band. Het spel is erg dynamisch. Je moet verdedigen en aanvallen. Het is een veel explosievere sport dan voetbal.”

‘Dit voelt nu voor mij als normaal’

Soms herkent hij in zijn studie dingen die in zijn team ook voorbijkomen, want een sportteam is qua sociale processen niet veel anders dan een bedrijf. Neeft: “Dan behandelen we groepsprocessen en manieren hoe je mensen gemotiveerd kunt houden en dan zie ik soms dingen terug die onze trainer ook gebruikt. Dat vind ik heel interessant.”

Goed te combineren

Neeft die zijn studie in de coronatijd begon, is nog maar één keer op de VU geweest. “Natuurlijk was mijn studie heel anders geweest als ik mijn medestudenten vaker in het echt had gezien, maar dit voelt nu voor mij als normaal. Met twee studiegenoten die in mijn werkgroep zaten, praat ik soms online. In het echt leer je gemakkelijker nieuwe mensen kennen. Maar ik ben hier nu aan gewend. Het is oké zo.”

Een voordeel is dat Neeft minder reistijd heeft. Hij reist vier dagen in de week van Assendelft, waar hij bij zijn ouders woont, naar zijn trainingen in Aalsmeer. Dat is ruim een half uur. Maar hij hoeft niet naar de VU. Mede door het gebrek aan reistijd en doordat alle colleges worden opgenomen zijn de studie en zijn sport voor Neeft momenteel goed te combineren. “Ik heb de topsportstatus aangevraagd, maar ik heb er nog geen gebruik van hoeven maken. Als colleges tijdens mijn trainingen vallen, kan ik ze heel gemakkelijk later nog eens terugkijken.”

Niet naar het buitenland

Als Neeft een professionele carrière als handballer zou nastreven, moet hij eigenlijk naar het buitenland. In Duitsland bijvoorbeeld kun je leven van het inkomen dat je als handballer verdient. In Nederland niet. Neeft denkt dat hij niet naar het buitenland gaat. “Ik denk dat ik daar niet per se gelukkiger van word. Liever combineer ik mijn sport met een baan.” Hij is dan ook niet van plan om zijn studieprestaties te laten lijden onder zijn carrière als sporter, maar wil ook omgekeerd niet dat zijn sport lijdt onder zijn studie. Hij wil het allebei zo goed mogelijk blijven doen.

Neeft hoopt dat hij ooit met Aalsmeer Nederlands kampioen zal worden. “Vorig jaar was ik met mijn team Nederlands kampioen bij de A-jeugd. Het jaar daarna ging de competitie grotendeels niet door. Het zou heel mooi zijn als we ergens de komende jaren de beste van Nederland zouden worden. Daar hoop ik echt op.”

Dit is het vierde deel in een serie over hoe VU-studenten met een toptalent de coronatijd doorkomen. De eerdere delen gingen over altviolist Michiel Wittink, hordenloper Nienke Madderom en beachvolleyballer Esmee Priem.

Reageren?

Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. Reacties met url’s erin worden vaak aangezien voor spam en dan verwijderd. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.

Velden met een * zijn verplicht
** je e-mailadres wordt niet gepubliceerd en delen we niet met derden. We gebruiken het alleen als we contact met je zouden willen opnemen over je reactie. Zie ook ons privacybeleid.