OPINIE
17 oktober 2022 reacties 1Koester onze christelijke achtergrond
Subtitel
We moeten niet mopperen over de verplichte Bijbelteksten bij academische plechtigheden, vindt emeritus hoogleraar Martien Brinkman. ‘Zo kunnen we kleur blijven geven aan het academische debat.’
We moeten niet mopperen over de verplichte Bijbelteksten bij academische plechtigheden, vindt emeritus hoogleraar Martien Brinkman. ‘Zo kunnen we kleur blijven geven aan het academische debat.’
In de vorige Ad Valvas werden de christelijke openings- en afsluitingsformules bij academische plechtigheden weer eens ter discussie gesteld. Het is een oude discussie, terecht weer opgelaaid. Zeker aan een universiteit hoort niets vanzelfsprekend te zijn. Zelf ben ik geneigd die discussie in eerste instantie louter formeel te benaderen. Die formules worden uit naam van de instelling en niet van de promovendus of hoogleraar uitgesproken. Wat die er persoonlijk van vindt, doet er formeel gesproken niet zoveel toe. Dat is het mooie van het tot een (universitaire) gemeenschap behoren: je hoeft niet alles zelf in te vullen. Je moet dat ook niet willen. Indien er echter in brede kring onvrede over bestaat, is het zinvol de discussie weer aan te gaan. Dan is ook een inhoudelijke benadering op z’n plaats.
Aan de meest diverse universiteit van Nederland wordt er uiteraard zeer divers over gedacht. Te midden van die diversiteit kun je gaan zoeken naar de grootste gemene deler. In de praktijk zal dat vaak leiden tot het zoeken naar de meest grijze, grootste gemene deler. Voodat je het weet is de VU dan wat haar profiel betreft net zo’n grijze muis als menige rijksuniversiteit.
Men zou ook de mogelijkheid van verschillende versies kunnen overwegen naar het voorbeeld van een ambtseed. Maar die eed wordt nu juist wél op persoonlijke titel uitgesproken en de betreffende formules niet. De vergelijking gaat dus niet op.
Wellicht gaat een vergelijking met het Wilhelmus wel op. Het gaat dan om herkenningstunes die naar een bepaald verleden verwijzen. Als aan dat verleden nog altijd waarden kunnen worden ontleend, hebben ze een functie. Dat is bij het Wilhelmus het geval en dat is ook aan de VU met haar historisch profiel het geval, getuige bijvoorbeeld artikel 3.1 van de statuten van de VUvereniging, de juridische eigenaar van de VU: ‘Voortbouwend op haar christelijke oorsprong wil de Vereniging bijdragen aan een betere wereld, een wereld waarin rechtvaardigheid, medemenselijkheid en verantwoordelijkheid voor elkaar en voor de wereld centraal staan. Zij onderkent en waardeert de rol die levensbeschouwing en zingeving hierbij spelen.’
In tegenstelling tot de rijksuniversiteiten hebben de bijzondere universiteiten (Nijmegen, Tilburg en de VU) een duidelijk historisch profiel waaraan waarden ontleend kunnen worden. Die waarden worden voortdurend geherformuleerd. Zoals dat ook met de aan het Wilhelmus ontleende waarden het geval is. Daarvoor hoeft niet aan de tekst van het Wilhelmus gesleuteld te worden.
Ik heb in mijn vakgebied, de oecumenische theologie, geleerd, dat je alleen maar een waardevolle rol in een discussie kunt spelen, als je weet waar je vandaan komt en als je uit je eigen traditie ook een paar parels in kunt brengen. Zolang we dat aan de VU nog kunnen, moeten we niet mopperen op onze christelijke achtergrond, maar die koesteren. Zo kunnen we kleur blijven geven aan het academisch debat en worden niet alle universiteiten in Nederland hetzelfde.
Martien Brinkman was van 2000 tot 2005 decaan van de theologische faculteit en tot zijn emeritaat hoogleraar oecumenische/interculturele theologie aan de VU.
{ Lees de 1 reacties}
Reageren?
Houd je bij het onderwerp, en toon respect: commerciële uitingen, smaad, schelden en discrimineren zijn niet toegestaan. De redactie gaat niet in discussie over verwijderde reacties.